Keer terug naar website

Het verwoeste magazijn van Ouwehand’s Dierenpark langs de Heimersteinselaan - 20 mei 1940

Deze foto is gemaakt door een Duitse militair behorende tot de 10e compagnie van het 322e Infanterie Regiment (10./IR.322). Door dit regiment werd in de vroege ochtend van 13 mei 1940 de aanval ingezet op de Nederlandse stellingen op de Grebbeberg. Op deze foto zien we het door beschietingen en de daarop ontstane brand verwoeste magazijn van Ouwehand’s Dierenpark langs de Heimersteinselaan. In dit magazijn werden in de wintermaanden de krokodillen bewaard. Tijdens de gevechten in dit gebied verschanste zich kort voor het middaguur van 13 mei 1940 de reserve-kapitein Dewez (Commandant III-11 R.I.) en de luitenant-adjudant De Jong (I-8 R.I.) samen met een 15 à 20-tal korporaals en soldaten in dit magazijn. Met één lichte mitrailleur en de nodige geweren betrokken zij de eerste verdieping om vanuit deze plek de verdediging te voeren. Wanneer het magazijn onder Duits granaat- en mitrailleurvuur komt te liggen en de verdedigers er niet toe te krijgen zijn om uit te breken is er volgens kapitein Dewez weinig uitzicht meer. Die middag wordt de witte vlag uitgestoken en de bezetting van het magazijn kort daarop krijgsgevangen gemaakt. Al in december 1940 schrijft de krijgsgeschiedkundig onderzoeker van de Generale Staf, luitenant-kolonel V.E. Nierstrasz: "Er heeft mij iemand verklaard, dat er in dat magazijn niet hard verdedigd is." En in zijn conclusie vat hij de verdediging van het magazijn als volgt samen: "Uit een en ander blijkt weinig van een energiek gevecht." Het gevolg van deze bevindingen was dat kapitein Dewez en luitenant De Jong niet hoefden te rekenen op een onderscheiding.

Toegevoegd op 16 okt 2025

Ingang Ouwehand's Dierenpark op de Grebbeberg - mei 1940

Deze Duitse foto is gemaakt bovenop de Grebbeberg kort na de strijd in mei 1940. De fotograaf staat op de doorgaande straatweg van Wageningen naar Rhenen (huidige N225, toen een klinkerweg) ter hoogte van de inrit naar de ingang van Ouwehand’s Dierenpark. Links van de letters Dierenpark is de prikkeldraadversperring zichtbaar die rondom de commandopost van commandant I-8 R.I. (de majoor W.P. Landzaat) was aangelegd. Het witte bord rechts wijst voorbijgangers op een bijzondere attractie in het dierenpark, namelijk de aanwezigheid van 1000 levende krokodillen. Begin mei 1935 kwam de pers vanuit heel Nederland naar Rhenen om het loslaten van deze krokodillen te aanschouwen: “In den loop van den morgen zijn in Ouwehand's Dierenpark niet minder dan duizend krokodillen aangevoerd, waar de dieren in speciaal daarvoor ingerichte vijvers hun - zij het ook beperkte - vrijheid terugkregen.”. Het waren er overigens niet echt duizend, maar wel een indrukwekkend aantal dat veel bezoekers aantrok.

Toegevoegd op 12 okt 2025

Villa Grebbestein nabij de Grebbesluis - 1940

Deze foto brengt ons naar de voet van de Grebbeberg, op het punt waar de doorgaande straatweg van Wageningen naar Rhenen een scherpe bocht maakt en vervolgens via de steile helling omhoog loopt. Helemaal links is een gedeelte van de (opblazen) brug over de Grebbesluis zichtbaar, op de achtergrond de door artillerievuur verwoeste bijgebouwen van Hotel De Grebbe. Op de voorgrond het zandpad (huidige Weidijk) richting de Zijdvang in de Nude. In het midden de zwaar beschadigde villa Grebbestein van familie De Boer. De tuin van deze woning grensde aan het riviertje de Grift of Grebbe. In het Oorlogsdagboek van mejuffrouw P. Dozy (geb. 3 augustus 1889) over de periode 11-16 juli 1940 lezen we het volgende over deze markante woning: “Grebbestein is wel zwaar beschadigd, doch staat nog geheel overeind, dankzij de Napoleontische bouw. Vier granaten hebben het getroffen; naar men mij vertelde afgeschoten van de Wageningsche Berg. Groote gaten gapen in de dikke muren; de gesloten jaloezieën en blinden hangen gedeeltelijk stuk, alle ruiten natuurlijk verdwenen en de muren vol gaten van kogels en granaatscherven. Het maakt de indruk dat er om en in dit huis zwaar gevochten is; ook zooals de verwoeste tuin er uit ziet: platgetrapt, met vernielde struiken, enkele van de zware eiken omgehakt, gehavende Rhododendrons, maar een rozenboog stond ongehavend en wit te midden van de chaos, zooals in de groote zitkamer een onbeschadigd schilderij in zijn gouden lijst hing. De familie de Boer, die het huis bewoonde, heeft tijdig kunnen vluchten en scheen ook nog een deel van de inboedel in veiligheid gebracht te hebben.” (bron: www.geschiedenisgroesbeek.nl)

Toegevoegd op 12 okt 2025

Hoogstraat in Wageningen - 1940

Burgers al dan niet met de fiets aan de hand en een enkeling op de fiets in de winkelstraat van Wageningen. Een op het eerste gezicht vredig tafereeltje aan de oostzijde van de Hoogstraat in Wageningen. Deze foto is gemaakt met de Bergstraat in de rug en (via de knik in de weg) zicht op de winkels in de Hoogstraat. Een datum van deze foto is niet bekend, maar vermoedelijk maanden en mogelijk zelfs enkele jaren na de Duitse inval op 10 mei 1940. Eén duidelijke aanwijzing rechts van het midden op de foto verwijst nog naar de strijd tijdens de meidagen: de witte pijl met erboven de tekst Front. Aangebracht door Duitse troepen die in de namiddag van 10 mei 1940 Wageningen binnentrokken en zich daar verzamelden om de volgende ochtend de aanval in te zetten op de voorposten van de Grebbeberg. De witte pijlen die her en der in Wageningen langs de opmarsroute werden aangebracht dirigeerden de aanvallers richting het Grebbefront. Uit een serie van de fotograaf Brusse uit Enschede is een andere foto bekend, gemaakt kort na de capitulatie in 1940. Op die foto (locatie nu dus bekend) een closeup van hetzelfde pand waarbij de sporen van het oorlogsgeweld nog duidelijk zichtbaar zijn.

Toegevoegd op 12 okt 2025

Identificatie der gesneuvelden op de Grebbeberg - 16 mei 1940

Toen de Duitse militair Ferdinand Schrangl op 16 mei 1940 een bezoek bracht aan de Grebbeberg, maakte hij ter hoogte van de huidige begraafplaats deze foto. Hierop een grote groep burgers en Duitse militairen bezig met het verzamelen, identificeren en begraven van de doden. De groep burgers bestond o.a. uit enkele doktoren (o.a. herkenbaar aan wit pak) en geestelijken, leden van de Burgerwacht en het Rode Kruis (herkenbaar aan de Rode Kruis-armband) en zgn. voortrekkers van de padvinderij (veelal jongens in de leeftijd van 18-21 jaar). De in de omgeving aangetroffen gesneuvelde militairen werden in rijen neergelegd, persoonlijke bezittingen genoteerd (links op de foto zichtbaar) en daarna in dezelfde volgorde in lange sleuven begraven. Voor de Duitsers was 16 mei de dag waarop zij het merendeel van hun eigen doden reeds hadden begraven. Voor Nederlandse zijde was deze dag het begin van drie lange dagen waarin ruim 300 gesneuvelde militairen vanuit de omgeving werden bijeengebracht en begraven in 6 zgn. Hollandse grafrijen. Begin juni werden ook de veldgraven uit de omgeving overgebracht en kregen nog eens 79 gesneuvelde militairen een definitieve laatste rustplaats op de Grebbeberg. In de zomer van 1940 waren er 46 Nederlandse graven waarvan de identiteit nog niet was vastgesteld. Tot eind 1942 werden 44 van hen aan de hand van uiterlijke kenmerken, kledingstukken of voorwerpen aangetroffen op het lichaam, alsnog geïdentificeerd. De laatste twee onbekende soldaten, P.J. Schriever en W.F. Brummelhuis, werden in respectievelijk 1952 en 2011 (middels DNA-onderzoek) geïdentificeerd. Daarmee hebben alle graven op de Grebbeberg een naam, maar niet alle namen een (echt) graf. Er zijn namelijk nog altijd vier bij de Grebbeberg gesneuvelde militairen als vermist geregistreerd: - Dienstplichtig sergeant A.E. van Hal (2-I-8 R.I.) - Dienstplichtig soldaat G.J. de Man (2-I-8 R.I.) - Dienstplichtig soldaat G.T. Rensen (2-I-8 R.I.) - Dienstplichtig soldaat B. van de Wal (1-II-8 R.I.)

Toegevoegd op 12 okt 2025

Kruisstraat in Rhenen - mei / juni 1940

Een blik op de verwoeste panden in de Kruisstraat in Rhenen, mei/juni 1940. Een heer met de fiets aan de hand loopt de Kruisstraat af richting de Kerkstraat. Een uithangbord met de tekst “Agfa”, zichtbaar net boven zijn hoed, duidt het pand waar fotograaf A. Stolk was gevestigd. Op de achtergrond bekijkt een ouder echtpaar de oorlogsschade veroorzaakt door de dagenlange Duitse artilleriebeschietingen op de Rhenense binnenstad. Links van hen de waterpomp waarachter in 1942 de brandweerkazerne werd gebouwd. Rechts op de voorgrond twee kipkarren die gebruikt werden voor het afvoeren van het puin. In een krantenbericht van juni 1940 staat hierover het volgende: "Puinopruimers zijn dag in, dag uit druk in de weer met hun kipkarren, die langs een smalspoor uit het centrum [van Rhenen] naar den rand van de gemeente het materiaal transporteeren, waar na sorteering het totaal onbruikbaar geworden gedeelte meteen voor de demping van een gat met zeer groote afmetingen gebruikt wordt. ... Waar nu nog de werkloozen, onder toezicht van de Nederlandsche Heide Maatschappij, hun uiterste krachten inspannen om het centrum en de andere getroffen gedeelten van Rhenen puinvrij te maken, zal in de toekomst een architectonisch geheel verantwoord stadsbeeld te zien zijn, volkomen in harmonie met den dan ook gerestaureerden toren en de kerk."

Toegevoegd op 12 okt 2025

Rooms-Katholieke Sint-Johannes de Doperkerk in Wageningen - mei / juni 1940

Deze Duitse foto is gemaakt in mei/juni 1940 op de kruising van de Bergstraat (links) en de toenmalige Grindweg (rechts, thans Bevrijdingsstraat) in Wageningen. Links op de voorgrond een Duitse militair met motorfiets, zijn collega maakt vermoedelijk de foto. Op de achtergrond de Rooms-Katholieke Sint-Johannes de Doperkerk die tijdens de oorlogsdagen in mei 1940 slechts licht beschadigd raakte. Dat kon niet gezegd worden van de panden (waaronder de pastorie van de kerk) die vóór de kerk langs de Bergstraat stonden, die werden verwoest door Nederlands artillerievuur en werden na de strijd gesloopt. Rechts op de foto is nog net een stukje hekwerk te zien van het bekende Hotel De Wereld.

Toegevoegd op 12 okt 2025

Gesneuvelde Nederlandse militairen bij de Maatsteeg in Achterberg - 14 - 17 mei 1940

Deze Duitse foto maakt onderdeel uit van een serie foto’s gemaakt op en om de Grebbeberg in mei 1940. Om een foto aan dit strijdtoneel te kunnen verbinden zijn herkenbare aanwijzingen op de foto onontbeerlijk. Op deze foto ontbreken die eenvoudigweg. Michiel Teunisse, de man die eerder het verhaal achter de foto van de gesneuvelde Goof Konings wist te achterhalen (zie gekoppelde afbeelding) heeft bijna een jaar minutieus onderzoek gepleegd naar deze foto. Na vele bezoeken en interviews met (oud)bewoners in het gebied en diepgaande analyses van (gevechts)verslagen en oude (lucht)foto’s kwam Teunisse tot de conclusie dat de foto met aan zekerheid grenzende stelligheid is gemaakt achter de boerderij van Van Kreel aan de Maatsteeg 20 in Achterberg bij Rhenen. Op de foto de lichamen van de 23-jarige sergeant Herman Heck uit Utrecht, de 30-jarige soldaat Sjoert van Straten uit Kimswert en de 28-jarige soldaat Jan van Baekel uit Haarlem. Alle drie behoorden tot de 2e compagnie van het 2e bataljon van het 24e Regiment Infanterie (kortweg 2-II-24 R.I.). Hun lichamen werden op 17 mei 1940 door teruggekeerde boeren overgebracht naar de militaire begraafplaats op de Grebbeberg (hemelsbreed 2,7 kilometer) en aldaar begraven in de graven 14, 15 en 16 in de 4e Nederlandse grafrij. Herman Heck (foto) was verloofd met Frieda Danner en zij zouden op 10 mei 1940 trouwen. In juni 1940 bereikte het bericht van zijn overlijden de familie en konden zijn persoonlijke spullen worden opgehaald. Hierbij zat een kapot horloge en een klein dagboekje dat Herman bijhield. Het horloge stond stil op 13:55 uur en in zijn dagboekje stond deze laatste, bijna niet leesbare zin: “Ben gewond in buik, sterf rustig in Gods hand. Groeten moeder en Frieda”… Het 24e Regiment Infanterie betrok in de vroege ochtend van 10 mei 1940 haar gevechtsopstellingen bij Druten (Land van Maas en Waal). In de nacht van 10 op 11 mei kreeg het regiment opdracht om af te marcheren naar Amerongen waar het in de namiddag van 12 mei arriveerde. Voor de vroege ochtend van 13 mei 1940 (02:30 uur) stond een grote Nederlandse tegenaanval gepland die de Duitse troepen op en om de Grebbeberg moest terugwerpen tot voorbij het riviertje de Grift. Vier bataljons van het 20e, 24e en 29e Regiment Infanterie moesten deze tegenaanval in alle vroegte onder dekking van de duisternis uitvoeren maar door allerlei vertragingen en ronduit slechte communicatie was het reeds klaarlichte dag toen de troepen op de uitgangspositie aankwamen en de tegenaanval feitelijk pas begon. De Nederlandse artillerie bleef ongewis van deze vertragingen en voerde de inleidende beschietingen uit op het oorspronkelijke tijdstip waardoor de infanterie uren later zonder enige artilleriesteun de aanval moest inzetten. Dit gegeven opgeteld met de dodelijke vermoeid na drie dagen marcheren, totale (!!) onbekendheid met het terrein en het vooruitzicht op de eerste werkelijke vuurdoop zorgden voor een buitengewoon slecht moreel onder deze Nederlandse troepen. Op hetzelfde moment hadden Duitse troepen van het Ie en IIe bataljon van de SS-Standarte “Der Führer” in nauwe samenwerking met Duitse artillerie de aanval ingezet in datzelfde gebied ten noorden van de Grebbeberg. De druk om aan Duitse zijde te presteren was de voorgaande dagen hoog opgelopen en zodoende werd er geen middel geschuwd om het doel te bereiken… Terug naar 2-II-24 R.I. Commandant van deze compagnie was de 48-jarige kapitein J.C. Buwalda uit Breda. De kapitein sneuvelde tijdens de tegenaanval en zodoende is er van zijn hand geen verslaggeving. Wel is er een gevechtsrapport van de reserve-eerste luitenant F.J.Th. Noorbergen, sectiecommandant onder Buwalda. In dit verslag schrijft de luitenant het volgende over het verloop van de tegenaanval op 13 mei 1940: --- Kaptitein Buwalda liep ten midden van zijn 4 sectie's. Nog voordat wij bij de Vriesweg [Friesesteeg] waren aangekomen, alwaar wij naar links moesten gaan ombuigen, kwamen ons groote groepen Nederlandsche Militairen tegemoet, die dus vanaf Kruiponder kwamen. Men kon duidelijk zien, dat deze militairen op de vlucht gegaan waren. Ik had, evenals mijn groepscommandanten de grootste moeite mijn menschen naar voren te krijgen en heb dit alleen kunnen bereiken door mijn menschen wijs te maken dat die terugtrekkende groepen afgelost waren door de andere compagnieën van ons Bataljon.Toen wij ombogen bij de Vriesweg kwamen wij meteen onder hevig vijandelijk artillerievuur, alsmede onder mitrailleurvuur. Niettegenstaande dat zijn wij steeds naar voren blijven gaan en hebben de eene boerderij na de andere op den vijand moeten veroveren, waarbij ik steeds het verband met de linker voorsectie en met mijn C.C. [Buwalda] heb weten te onderhouden. Eindelijk slaagden wij erin de zgn. Hoefijzer stelling in te nemen, van waar uit de vijand door ons heviger onder vuur genomen werd. Maar wij werden toen ook door vijandelijke vliegtuigen onder mitrailleurvuur genomen, terwijl zij ook bommen lieten vallen. Toen kwam de kapitein Buwalda naar voren, hij drukte mij de hand met het tot dat moment bereikte succes. Een 40-tal Duitsche militairen kwamen toen naar ons toe met hun handen in de hoogte. Voorop liepen 2 Nederlandsche militairen, een sergeant en een soldaat. Deze Hollanders riepen "Wij geven ons allemaal over". Wij kwamen toen onze stelling uit en plaatsten ons vóór genoemde stelling, echter allen met het geweer in den aanslag. Links van mij stond Kapitein Buwalda, enwel ongeveer 1 meter van mij af. Toen die Duitsche soldaten ongeveer 25 meter van ons af waren gekomen riep de daarvoor loopende Nederlandsche soldaat ineens "Pas op, ze schieten die schooiers" en meteen liep hij bij de Duitschers vandaan en naar ons over. Hij heeft ons heelhuids bereikt. De naast hem loopende Nederlandsche sergeant, dit ziende, probeerde eveneens van de Duitschers weg te loopen maar werd meteen neergeschoten. Achteraf heb ik van dien Hollandsche soldaat vernomen dat achter hun beiden een Duitsche soldaat liep en een revolver in hun rug hield, waarbij zij gedwongen werden de genoemde woorden te roepen, namelijk dat zij zich allemaal wilden overgeven. Dadelijk daarop werden wij door de Duitschers onder vuur genomen. Het eerste slachtoffer was Kapitein Buwalda, vlak daarop sergeant Heck en vervolgens vielen bij ons de eene na de andere. --- Bij de tegenaanval op 13 mei 1940, die werd uitgevoerd door de vier bataljons, sneuvelden in totaal 56 militairen. 2-II-24 R.I. had met 11 gesneuvelden (waaronder haar commandant) naar verhouding een ongekend hoog aantal verliezen te betreuren.

Toegevoegd op 12 okt 2025

Heerenstraat ter hoogte van het oude stadhuis - mei / juni 1940

Drie dagen lang storend Duits artillerievuur op het stadje Rhenen heeft z'n uitwerking niet gemist. In artillerietermen wordt met een storend vuur (Störungsfeuer) bedoeld dat er dag en nacht met onregelmatige tussenpozen in een langzaam tempo, afgewisseld met korte snelvuren, granaatvuur afgegeven wordt op strategische punten. Dit met als doel het belemmeren van de tegenstander bij de aanvoer van versterkingen en materieel. Bij Rhenen waren vooral de binnenstad en de Heerenstraat, als belangrijkste aanvoerweg naar het Grebbefront, het doelwit. Nagenoeg de gehele oude binnenstad en bijna alle panden langs de Heerenstraat (binnen het stadsgedeelte) veranderden in één grote hoop puin (grijsgekleurde bebouwing op het kaartje). Omdat de gehele Rhenense bevolking op 10 mei 1940 was geëvacueerd, zijn er bij deze beschietingen geen burgerdoden gevallen. De Duitse artillerie, opgesteld rondom Wageningen, gebruikte de centraal gelegen Cunerakerk met haar 82 meter hoge toren als richtpunt. Hierdoor bleef de schade aan de kerk ten opzichte van de omliggende bebouwing gelukkig beperkt. Ik zeg gelukkig, want zoals op de foto te zien is, stond de kerktoren nog in de steigers voor een grote renovatie waar jarenlang aan was gewerkt en die nota bene kort voor het uitbreken van de oorlog was afgerond. Terug naar de foto. De fotograaf staat op de Heerenstraat ter hoogte van het oude stadhuis met links de Bontekoestraat en rechts, direct langs de gevel van de toenmalige bodewoning van het stadhuis, de Plantsoenstraat. De foto is een aantal weken na de capitulatie gemaakt en toont de verwoesting langs de Heerenstraat gezien in westelijke richting. De bovenleiding van de tram is reeds hersteld en het tramspoor vrijgemaakt van puin.

Toegevoegd op 12 okt 2025

Gesneuvelde Nederlandse militair ter aarde besteld in een verzamelgraf - 16 mei 1940

Deze foto is gemaakt door de Duitse militair/fotograaf Ferdinand Schrangl tijdens zijn bezoek aan de Grebbeberg op 16 mei 1940. Op de brancard ligt een gesneuvelde Nederlandse militair die naar zijn laatste rustplaats wordt gebracht in het eerste of tweede Hollandse (massa)graf. Ik vermoed dat we op de achtergrond kijken naar het bospad dat nu de doodlopende weg is naar de beheerderswoning bij de begraafplaats. De twee jonge mannen (links vooraan en rechts aan de ingang van het massagraf) zijn, gezien hun jonge leeftijd (18-21 jaar), waarschijnlijk leden van de padvinderij. Er zijn overigens die dag meer foto's gemaakt van deze vier brancarddragers, o.a. door de Nederlandse fotografen Brusse en Lamme.

Toegevoegd op 12 okt 2025

Eerste Duitse grafrij op het Heldenfriedhof Rhenen - 16 mei 1940

Foto van de eerste Duitse grafrij met daarachter de eerste Hollandse grafrij. De burger met schep (geheel rechts) maakt duidelijk dat de 2e Hollandse grafrij nog in aanleg is. Een gedeelte van de Duitse graven op de voorgrond is reeds voorzien van een eenvoudig houten naambordje. De foto is afkomstig uit de nalatenschap van de Oostenrijkse Wehrmacht-onderofficier Ferdinand Schrangl, die in mei 1940 diende als Kradmelder (motorordonnans) bij het Kavallerie-Schützen-Regiment 11 dat onderdeel uitmaakte van de 9. Panzer Division. Deze 9e Pantserdivisie trok in mei 1940 via Noord-Brabant over de Moerdijkbruggen richting Rotterdam en Den Haag om de aldaar gelande Duitse luchtlandingstroepen te ondersteunen. Op 16 mei 1940 was Schrangl op de Grebbeberg en maakte daar tenminste een 7-tal foto's. Op 17 mei verzamelde de divisie zich bij Roermond om daarna door te trekken naar Noord-Frankrijk.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Zuidelijke gedeelte van het Hoornwerk - zomer 1940

Deze Duitse opname is gemaakt in de zomer van 1940 en toont het zuidelijke gedeelte van het Hoornwerk gezien vanaf de doorgaande straatweg Wageningen - Rhenen (huidige N225). Het Hoornwerk is een eeuwenoud aarden verdedigingswerk bestaande uit een verzameling bastions aan de voet van de Grebbeberg. Tussen het Hoornwerk en de berg loopt het riviertje De Grebbe (of Grift) en de enige verbinding tussen deze twee was in mei 1940 een bruggetje over de sluis in het riviertje. Het Hoornwerk werd in de periode 1939-1940 versterkt met loopgraven en betonnen kazematten. Een stalen kabelversperring over de straatweg moest vijandelijke voertuigen vanuit oostelijke richting belemmeren om het Hoornwerk op te rijden. Het geheel bestond uit drie delen, onderling van elkaar gescheiden door de Grebbedijk (met weg) en reeds genoemde straatweg. De bezetting bestond op 10 mei 1940 uit 3 secties infanterie en was versterkt met 2 stukken pantserafweergeschut (PAG) in een betonnen onderkomen die de twee genoemde wegen afdekten. Het noordelijke deel van het Hoornwerk was bezet door de sectie van vaandrig De Ridder (2-I-8 R.I.), het zuidelijke deel door de sectie van reserve-eerste luitenant Niemantsverdriet (1-I-8 R.I.) en het oostelijke deel door de sectie van cadet-vaandrig Staphorst (1-I-8 R.I.). De totale troepensterkte op het Hoornwerk bedroeg ongeveer 100 man. De Duitse aanval op het Hoornwerk werd in de ochtend van 12 mei 1940 ingezet met artilleriebeschietingen. Rond het middaguur naderden kleine groepjes SS’ers van het SS-Regiment "Der Führer" tot vlak vóór het Hoornwerk. Geholpen door de bloeiende boomgaarden ten oosten van het Hoornwerk konden de aanvallers vrij ongezien naderen. Op de foto helemaal links een betonnen mitrailleurkazemat (S.12) en rechts daarvan enkele (lichte) mitrailleurnesten. Op de voorgrond de staanders van genoemde kabelversperring die aan weerszijden van de weg waren geplaatst en waartussen stalen kabels waren gespannen. De kabels liggen in het water, links van de staanders op de foto. Op de achtergrond steekt de 50 meter hoge Grebbeberg ver boven het Hoornwerk uit.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Uitzicht op de Grebbedijk vanaf de berg - zomer 1940

De Duitse militair die in de zomer van 1940 deze foto bij de Grebbeberg maakte, behoorde tot het 2e bataljon van het SS-Regiment “Der Führer”, het regiment dat in de ochtend van 11 mei 1940 de aanval inzette op de Nederlandse voorpostenopstellingen vóór de Grebbeberg. Nadat de Grebbeberg in de avond van 13 mei 1940 was gevallen trok dit regiment de volgende dag door naar Utrecht, Amsterdam en Haarlem en vertrok daarna via Arnhem - Maastricht naar België en Frankrijk om aldaar de strijd voort te zetten. Begin juli 1940 was de zgn. Westfeldzug ten einde gekomen en was het regiment korte tijd in Nederland. Een aantal van hen ging terug naar de Grebbeberg om enkele memorabele plekken (zoals het Hoornwerk) op foto vast te leggen. Deze foto is gemaakt vanaf de Grebbeberg, even ten westen van de doorgaande straatweg. Op de voorgrond links de restanten van Hotel “De Grebbe” en rechts daarvan de verwoeste paardenstallen. Rechts kijken we tegen de achterzijde van de PAG-kazemat P.10 aan, waar tijdens de oorlogsdagen een stuk pantserafweergeschut stond opgesteld dat de Grebbedijk (op de achtergrond) bestreek (onder commando van de sergeant H.A. Geels van de 8e Compagnie Pag.). Ook goed zichtbaar de restanten van de zogenaamde aspergeversperring op de Grebbedijk en rechtsboven in de hoek het dijkhuisje dat er nog steeds staat. Links en rechts van de Grebbedijk de zuidelijke en oostelijke gedeelten van het Hoornwerk. Daarachter de vele boomgaarden waarin de Duitse aanvallers tijdens de oorlogsdagen nagenoeg ongezien konden oprukken. Achter de bomen in het midden is nog net de brug over de Grebbesluis zichtbaar en de daarachter sterk naar links afbuigende straatweg richting Wageningen. Over de inzet van het genoemde stuk pantserafweergeschut tijdens de oorlogsdagen is weinig tot niets bekend. De gehele bediening werd op 12 mei krijgsgevangen gemaakt, moest vervolgens een stuk Duits PAK-geschut de berg op trekken en werd daarna ter hoogte van de stoplijn op de Grebbeberg door de Duitsers als dekking gebruikt. Vijf manschappen uit de P.10 (waaronder sergeant Geels) sneuvelden tijdens of na de overgave en hebben een laatste rustplaats gekregen op het Militair Ereveld Grebbeberg.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Verwoeste manufacturen- en confectiewinkel van Hendrik Pleijler - 16 mei 1940

Deze foto is op 16 mei 1940 gemaakt door de militair/fotograaf Ferdinand Schrangl langs de Heerenstraat in Rhenen. De foto toont in detail de verwoeste manufacturen- en confectiewinkel van Hendrik Pleijler op de hoek met de Bontekoestraat (thans Herenstraat 38 / Kwalitaria Colijn). Op de achtergrond, langs de Bontekoestraat, links het pand van installatiebedrijf M. van Waveren en rechts daarvan (met uithangbord) de melkhandel van Visée. Voor beide verwoeste panden werden medio 1941 vergunningen verleend voor de herbouw. Het pand van Van Waveren (huidige Heerenstraat 40 + 42) was het eerste pand dat in het kader van de wederopbouw omstreeks eind 1941 werd opgeleverd.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Duits stuk Flak 30 op het Hoornwerk bij de Grebbeberg - 14 / 15 mei 1940

Een Duits stuk 20 mm. luchtafweergeschut (model Flak 30) opgesteld op het zuidelijke gedeelte van het Hoornwerk, gelegen aan de voet van de Grebbeberg. Deze foto moet zijn gemaakt op 14 of 15 mei 1940 op een plek die beslissend was voor de snelle val van het Hoornwerk. Het Hoornwerk was een eeuwenoud (aarden) verdedigingswerk versterkt met betonnen kazematten en loopgraven. In het zuidelijke deel lag de Nederlandse sectie onder commando van de luitenant Niemantsverdriet. Op zondag 12 mei 1940 (2e Pinksterdag) zetten de Duitsers de aanval in op het Hoornwerk, voorafgegaan door artilleriebeschietingen. Wanneer sergeant J.H. Stemerdink als eerste slachtoffer sneuvelt door een granaatscherf en kort daarop enkele anderen gewond raken, wordt besloten tot overgave. Uit Niemantsverdriet’s dagboek: "Toen is de witte vlag op een bajonet uitgestoken en onmiddellijk verplaatste 't artillerievuur zich. Een vijandelijk vliegtuig cirkelde voortdurend boven ons rond, had vrij spel en gaf de doelen met lichtkogels aan. De vijandelijke organisatie was schitterend maar ons noodlottig. Na een hevige beschieting van 't andere [noordelijke] Hoornwerk met een zware mitrailleur welke lang door bleef vuren, kwam de vijand ons in 't begin van den middag weghalen. Het was een zeer ruw optredende bende met stoottroepen welke ons tot grooten haast aanmaande en uitschold. We moesten onze overjassen en veldjassen uittrekken, wapens en mesjes afgeven en werden toen als dekking gebruikt voor de oprukkende troepen terwijl die onder hevig vuur genomen werden. Toen vielen zeer velen van ons. Het was een verschrikkelijk gezicht. Eerst gingen we nog naar de 2e Sectie welke met vaandrig W.H. Staphorst net zoo behandeld werden. Daarna moesten we een brug herstellen (naar bastion 3e Sectie). Toen terug weer als levende dekking, vooral op de sluis op den grooten weg. ... Hierna moest ik met anderen een opblaasbare rubberboot over 't weiland trekken, waar de vijand zich liggend achter dekte. Vervolgens moesten we stukken pak hiermee vervoeren en peddelen over 't water vóór mijn bastion. Toen kregen we rust ... De overlevenden feliciteerden elkaar." Met de overgave van de sectie Niemantsverdriet (van 1-I-8 R.I.) ontstond een gat in de verdediging van het Hoornwerk en konden de andere steunpunten vrij eenvoudig door de Duitsers worden veroverd. In de middag van 12 mei 1940 was het Hoornwerk gevallen en trokken de Duitse troepen over het riviertje De Grift (of Grebbe) en de Grebbeberg op. In 1942 werd luitenant Niemantsverdriet tot 1 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens "Als militair opzettelijk bij een gevecht met den vijand met schending van zijn plicht als militair zich krijgsgevangen geven, begaan als bevelvoerend militair".

Toegevoegd op 11 okt 2025

Duitse graven in 5e Duitse grafrij - 1940 / 1941

Deze Duitse foto is vermoedelijk eind 1940/begin 1941 gemaakt op het Ehrenfriedhof Grebbeberg en toont van rechts naar links de volgende vier graven in de voormalige 5e Duitse grafrij: - Konrad Grund (Staffelmann, 11./SS Regiment Germania), geboren 9-12-1920 te Zessel (Landkreis Oels, huidige Polen) en op 7-8-1940 verdronken in Zutphen. - Otto Mohnhaupt (Staffelmann, 10./SS Regiment Germania), geboren 21-12-1921 te Kiliansroda (deelstaat Thüringen) en op 2-9-1940 door onbekende oorzaak overleden te Apeldoorn. - Johann Hummer (Rottenführer, 14./SS Regiment Deutschland), geboren 9-5-1919 te Obermühlau (Oostenrijk) en op 22-10-1940 door onbekende oorzaak overleden te Amersfoort. - Peter Faas (Kanonier, Stab Artillerie-Abteilung 263), geboren 23-9-1910 te Lüxem (Rheinland-Pfalz) en op 23-10-1940 aan een embolie overleden te Utrecht. Van zijn herbegrafenis op de Grebbeberg is tevens een foto bekend. De informatie op het grafkruis van Otto Mohnhaupt bevat de nodige fouten, zo komen het vermelde legeronderdeel (11e compagnie) en de plaats van sneuvelen (Zutphen) niet overeen met de officiële papieren/graf op Ysselsteyn. Deze vier graven werden in mei 1947 overgebracht naar de Duitse Oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn (Limburg) en herbegraven in vak CC rij 4.

Toegevoegd op 11 okt 2025

In der Grebbe Linie - Wageningen - 11 mei 1940

Deze Duitse foto is gemaakt op 11 mei 1940 langs de Harn(t)jesweg aan de oostzijde van Wageningen, ongeveer halverwege tussen de Diedenweg en het punt waar de Ritzema Bosweg (indertijd) aansloot op de Harnjesweg. Bij dat kruispunt van wegen stond een (PGEM) elektriciteitshuisje dat duidelijk te herkennen is op de oorlogsfoto. Ook de wieken van de molen ‘De Vlijt’ zijn in het midden op de achtergrond te herkennen en maken duidelijk dat we hier in westelijke richting kijken, richting de Grebbeberg. Op de foto Duitse troepen behorende tot het 2e bataljon van de SS Standarte “Der Führer” tijdens een rust-/eetpauze langs de Harnjesweg. Een deel van de manschappen stapt op het moment van vastlegging op de fiets om zich richting front te begeven. Een ander deel zit nog langs de kant van de weg. Het 2e bataljon diende op 11e mei in de achterhoede en voegde zich zodoende pas later die dag in de strijd. De aanval op de voorpostenstrook werd vooral gevoerd door het 1e en 3e bataljon van genoemde Standarte. Hoewel niet met zekerheid valt te zeggen dat de fietsen op de foto van Nederlandse origine zijn, is wel bekend dat de SS-troepen o.a. bij het doortrekken van Heelsum de nodige fietsen van burgers hebben afgenomen.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Duitse graven in grafrij 2 op het Grebbekerkhof - 1941 / 1942

Duitse foto van drie Duitse graven in grafrij 2 op het Grebbekerkhof te Rhenen, gemaakt in 1941 of 1942. Deze 2e grafrij lag vooraan, links van de centrale entree. Links op de foto het graf van Leopold Schönhofer. Als Sturmmann bij 9./SS Regiment "Der Führer" sneuvelde hij op 11 mei 1940 tijdens de gevechten in de voorpostenstrook tussen Rhenen en Wageningen. Op het grafkruis valt naast de naam, rang en legeronderdeel ook de geboortedatum en -plaats en datum en plaats van sneuvelen te lezen. De informatie op het grafkruis in het midden maakt duidelijk dat het hier om een (op dat moment nog) onbekende "Deutscher Unteroffizier" gaat, eronder informatie van zijn identificatieplaatje (Erkennungsmarke). Volgens de officiële documenten zijn de stoffelijke resten in dit graf later geïdentificeerd als Johannes Schröder uit Danzig (Gdansk), Unteroffizier bij 9./Artillerie-Regiment 311. Schröder sneuvelde op 12 mei 1940 bij Wageningen, vermoedelijk toen zijn batterij onder vuur werd genomen door de Nederlandse artillerie. Ook de grafkruis op het rechter graf bevat onvolledige informatie (zo ontbreekt de geboortedatum en -plaats) en lijkt de naam op het grafkruis (Karl?) niet bepaald overeen te komen met de naam in de officiële (naoorlogse) documenten: Walter Postl. Postl meldde zich begin oktober 1939 vrijwillig aan bij het SS-Regiment "Der Führer". Op 12 mei 1940 sneuvelde hij op 21-jarige leeftijd bij de aanval op het Hoornwerk (Grebbe-Fort), gelegen aan de voet van de Grebbeberg.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Duitse graven in de 5e grafrij - 1941 / 1942

Ehrenfriedhof Wageningen - Holland. Deze foto is gemaakt door een Duitse militair behorende tot IR.110 (110e Infanterie-Regiment) en toont enkele graven in de 5e Duitse grafrij op het Grebbekerkhof, vermoedelijk najaar 1941 of 1942. Van links naar rechts (grafnummers 14 t/m 9): - Oberschütze Walter Hoops, geboren 16-04-1913 te Buxtehude (Niedersachsen) - Oberschütze Wilhelm Fick, geboren 11-02-1913 te Buxtehude (Niedersachsen) - Oberschütze Hinrich Dohrmann, geboren 18-01-1914 te Selsingen (Landkreis Rotenburg) - Schütze Otto Borchers, geboren 02-10-1914 te Mittelnkirchen (Niedersachsen) - Gefreiter Harro Schau, geboren 05-08-1914 te Kiel - Gefreiter Johann Michaelis, geboren 05-01-1917 te Plönjeshausen (Niedersachsen) Bovengenoemde militairen behoorden allen tot de 6e compagnie van het 47e Infanterie Regiment (6./IR.47) en zijn op 10 mei 1940 bij Zoelen omgekomen als gevolg van de crash van hun transportvliegtuig waarin zij richting vliegveld Valkenburg werden vervoerd. In de ochtend van 10 mei 1940 vertrokken vanaf Fliegerhorst Werl 39 Duitse Junkers-transporttoestellen (Ju-52/3m) richting vliegveld Valkenburg bij Den Haag. Eén van de toestellen crashte tussen 10:00 en 11:00 uur bij Kapel-Avezaath (gemeente Zoelen) als gevolg van beschietingen door Nederlands mitrailleurvuur. Aan boord een groep infanteristen, behorende tot de 6e compagnie van het 47ste Infanterie Regiment (6./IR.47), die deel zouden nemen aan de aanval op genoemd vliegveld. De Nederlandse commandant van 1-III-33 R.I., wiens onderdeel in stelling lag bij Zoelen/Buren, meldt in zijn gevechtsbericht van die dag dat omstreeks 11:00 uur een laag en langzaam van Oost naar West vliegend Duits transportvliegtuig door mitrailleurs zijner compagnie werd beschoten en brandend neerstortte te Kapel-Avezaath. Volgens opgaaf van de Burgemeester van Zoelen kwamen er bij die crash 13 inzittenden om het leven en zij werden diezelfde avond ter aarde besteld op de Algemene Begraafplaats te Kapel-Avezaath. Vier gewonden die de crash hadden overleefd werden door het Nederlandse Rode Kruis overgebracht naar het ziekenhuis van Tiel alwaar één aan zijn verwondingen overleed. Al op 15 augustus 1940 werden de stoffelijke overschotten van de 14 omgekomen Duitse militairen overgebracht naar het zgn. Heldenkerkhof op de Grebbeberg. In mei 1947 werd de Grebbeberg verruild voor een definitieve rustplaats op de Duitse Oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn in Limburg (vak CB).

Toegevoegd op 11 okt 2025

Stellingen op het noordelijke gedeelte van het Hoornwerk - 14 / 15 mei 1940

Duitse foto van het noordelijke gedeelte van het Hoornwerk, gemaakt kort na de strijd op 14 of 15 mei 1940. Op de achtergrond een aantal militairen van het SS-Regiment Der Führer met twee MG-34 mitrailleurs opgesteld tegen luchtdoelen. Twee zgn. Friese ruiters (houten hindernissen met prikkeldraad) en een waarschuwingsbord bij de toegang naar de loopgraaf: "Verboden toegang - Bij het niet opvolgen van bevelen van schildwachten stelt men zich aan levensgevaar bloot". Deze foto laat ook duidelijk zien dat er twee ingangen waren naar de loopgraven op dit deel van het hoornwerk. Ertussen de restanten van het vernielde houten huisje (of keet?) Tijdens de oorlogsdagen lagen in deze stellingen de ca. 40 manschappen van de 3e sectie van 2-I-8 R.I. onder leiding van de vaandrig D.C. de Ridder.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Ehrenfriedhof Grebbeberg - winter 1944

In de septembermaand herdenken we in Nederland Operatie Market Garden, één van de grotere geallieerde militaire operaties uit de Tweede Wereldoorlog. Op 17 september 1944 landden vele duizenden Amerikaanse, Britse en Poolse parachutisten rond Eindhoven, Nijmegen en Arnhem met als doel het veiligstellen van een aantal belangrijke bruggen en het creëren van een corridor waarlangs de geallieerde hoofdmacht vanuit het zuiden kon oprukken richting IJsselmeer. Hiermee hoopte Montgomery de Duitse troepen in het westen van Nederland de pas af te kunnen snijden. De indruk bestond namelijk dat het Duitse leger al bijna verslagen was. Niets bleek minder waar. De lichtbewapende geallieerde troepen stuitten bij Arnhem op hevige tegenstand van o.a. de 10e SS-Panzer-Division onder bevel van brigadegeneraal Heinz Harmel. Aan beide zijden vielen veel slachtoffers en een gedeelte van de Duitse gesneuvelden werd op de Grebbeberg begraven. In september en oktober 1944 werden respectievelijk 165 en 64 - bij naam bekende - gesneuvelden overgebracht naar het Ehrenfriedhof op de Grebbeberg evenals enkele tientallen waarvan geen (enkele) gegevens bekend zijn. Overigens is dit niet de enige link tussen de Grebbeberg en Operatie Market Garden (ook bekend als de Slag om Arnhem en diens verfilming, A Bridge Too Far). Genoemde Heinz Harmel nam in mei 1940 als commandant van de 9e compagnie van het SS-Regiment Der Führer deel aan de Slag om de Grebbeberg. En dan nu de foto: deze Duitse opname is gemaakt in de periode oktober-december 1944 toen de Grebbeberg tot Sperrgebiet (verboden gebied) was verklaard vanwege de geallieerde opmars vanuit de Betuwe. Enkele Duitse militairen brengen per fiets een bezoek aan het Grebbekerkhof. Onderhoud lijkt al enige tijd niet meer plaats te hebben gevonden, de beplanting maakt een verwaarloosde indruk. Wat verder opvalt is dat de Nederlandse graven reeds zijn voorzien van een uniforme (liggende) grafsteen en dat het kleine beheerdersgebouwtje (rechts) er ook al stond. Dit werd in 2001 gesloopt en op dezelfde plek verrees het huidige (veel grotere) informatiecentrum.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Uitzicht op de Grebbesluis en Nude - zomer 1940

Deze foto is in de zomer van 1940 gemaakt vanaf de zandafgraving op de zuidoostkant van de Grebbeberg. De kijkrichting is oostelijk, in het midden steekt de toren van de Rooms-Katholieke kerk aan de Bergstraat in Wageningen hoog boven het landschap uit. In het midden van de foto de doorgaande straatweg (N225) richting Wageningen en de brug over de Grebbesluis en het riviertje De Grebbe (of Grift). Rechts van de straatweg het zuidelijke gedeelte van het Hoornwerk. Wat opvalt zijn de enorme hoeveelheid bomen die zich zowel in de boomgaarden aan weerszijden van en langs de doorgaande straatweg bevinden. Het mag duidelijk zijn dat de aanwezigheid van deze bomen het zicht- en schootsveld van de Nederlandse verdedigers op het Hoornwerk ernstig moeten hebben gehinderd terwijl het de Duitse aanvaller juist bescherming bood. Waarom waren deze bomen niet al tijdens de mobilisatie gekapt? Uit de militaire rapporten opgesteld na de oorlogsdagen van 1940 blijkt dat hierom vele malen is verzocht, maar om financiële redenen niet is gebeurd "omdat men (de regering) de daarvoor te betalen schadevergoedingen te hoog achtte". Ook valt te lezen: Ik kan begrijpen, dat men er voor huiverde, want daar lagen de proeftuinen en boomgaarden, waarin lange jaren arbeid waren geïnvesteerd, dus wanneer men dat gaat vernielen, is het niet spoedig hersteld. In onze mentaliteit van '40 redeneerde men: "Zouden wij dat wel doen; neem nu eens aan, dat die Duitsers niet komen, dan hebben wij dat allemaal vernield voor niets." Het gevolg was dat pas bij het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 toestemming werd verleend voor het kappen van bomen. Echter lukte dit maar zeer beperkt, want er moest met man en macht gewerkt worden aan de inrichting van de stellingen voor langdurig verblijf. Een luitenant-adjudant die iets ten oosten van het Hoornwerk in stelling lag beschreef in zijn verslag hoe men die ochtend te werk ging: "Zonder geschoold personeel en met één gevorderde motorzaag, terwijl er eenige hectaren boomgaard en heggen moesten worden gekapt..."

Toegevoegd op 11 okt 2025

Straatweg richting Grebbesluis - zomer 1940

Deze Duitse foto is in de zomer van 1940 gemaakt vanaf de zgn. holle weg (de doorgaande straatweg N225), halverwege de afdaling van de Grebbeberg in de richting van de Grebbesluis. Rechts de beschadigde villa van D.L. Leccius de Ridder, de toenmalige eigenaar van het links op de achtergrond aan weerszijden van de straatweg gelegen Hotel De Grebbe. Het hotel raakte tijdens de oorlogsdagen dusdanig beschadigd dat het werd gesloopt. De activiteiten werden voortgezet in genoemde villa onder de naam Hotel Grebbeoord. Na 1973 raakte het pand in ernstig verval totdat het in 2019 opnieuw werd geopend als horecagelegenheid met de toepasselijke naam Brasserie Grebbeoord.

Toegevoegd op 11 okt 2025

"Militaire Begraafplaats - Verzoek niet sneller te rijden dan 30 K.M." - 1940

In de eerste maanden na de capitulatie in mei 1940 brachten vele tienduizenden belangstellenden een bezoek aan de militaire begraafplaats op de Grebbeberg. Het veroorzaakte grote (verkeers)drukte rondom het kerkhof, iets dat niet paste bij de orde en rust die men op zo'n plaats mag verwachten. In de krant Het Vaderland van donderdag 3 oktober 1940 valt te lezen dat het gemeentebestuur van Rhenen met spoed bijeengeroepen was ter behandeling van een tweetal voorstellen. Het eerste voorstel omvatte de bepaling, "dat een halteverbod voor auto's, motorrijwielen, rijwielen en andere rij- en voertuigen zal gelden voor 'n gedeelte van den Rijksstraatweg Rhenen - Wageningen en van de Heimersteinsche laan." "Het tweede voorstel bevat een verordening, houdende bepalingen ter verzekering van de orde en rust op de begraafplaats der gesneuvelden op den Grebbeberg." Daarin o.a. het verbod voor mannelijke bezoekers van de begraafplaats "om zich er, buiten noodzaak, met gedekten hoofd te bevinden". Tevens een verbod om op de begraafplaats te roken of deze te betreden "in een met den eerbied voor de gestorvenen niet in overeenstemming zijnde kleeding". Over de borden lezen we: "Aanvankelijk is ook nog gedacht aan een maximum-snelheidsbepaling binnen een kring van 500 meter uit het kerkhof, doch dit stuitte op juridische moeilijkheden en zal worden ondervangen door plaatsing van borden met verzoek aan automobilisten enz., om geen grootere snelheid dan 30 km te rijden.". Op de foto is zo'n bord te zien langs de doorgaande straatweg (N225), halverwege de Grebbeberg omhoog.

Toegevoegd op 11 okt 2025

Graven in het 4e Hollandse graf - 1941 / 1942

Ehrenfriedhof Wageningen - Holland. Deze foto is gemaakt door een Duitse militair behorende tot IR.110 (110e Infanterie-Regiment) en toont een 6-tal Nederlandse graven in de 4e grafrij op het Grebbekerkhof. Van links naar rechts zijn de volgende namen op de graven te lezen: - Geerlig Nijland, geboren 4 juli 1910 te Olst, dienstplichtig soldaat bij 3-III-19 R.I. - Johan Gottemaker, geboren 10 juni 1907 te Wierden, dienstplichtig soldaat bij 3-III-19 R.I. - Godefridus (Goof) Konings, geboren 5 mei 1909 te Tilburg, dienstplichtig soldaat bij de 2e Verlichtings Afdeling - Jan Smit, geboren 28 september 1916 te Giethoorn, dienstplichtig soldaat bij 3-III-19 R.I. - Jan Brakke, geboren 9 februari 1913 te Staphorst, dienstplichtig soldaat bij 3-III-19 R.I. - Derk Jan Guchelaar, geboren 21 oktober 1917 te Hoogeveen, dienstplichtig soldaat bij 3-III-19 R.I. Uit het relaas van Gert Bloemendaal uit Vorden (ingedeeld bij de 1e sectie van 3-III-19 R.I.) weten we het volgende: [13 mei 1940] Dan komt er een voltreffer op de commandopost van kapitein Vahl, 100 meter van ons vandaan. [Deze commandopost lag aan de Weteringsteeg in Achterberg, noord van de Grebbeberg] Even later horen we dat er vier van de tien jongens gedood zijn. Ook Guchelaar uit Meppel, de tamboer waar ik altijd naast liep als ik tamboer was van de troep. Verder de ordonnans Nijland uit Heino, soldaat Smit uit Giethoorn en soldaat Brakke uit Staphorst. Van Johan Gottemaker is niet bekend of ook hij bij de beschieting van de commandopost is omgekomen. Zijn vrouw was ten tijde van zijn overlijden zwanger van hun 2e kindje dat bij de geboorte de naam Johanna kreeg, vernoemd naar haar vader die ze nooit gekend heeft. De graven op de Grebbeberg van de vijf mannen van 3-III-19 R.I. werden allen getooid met eenzelfde groot eikenhouten kruis. Gemaakt als uiting van respect door boeren uit de buurt waar ze tijdens de mobilisatie ingekwartierd waren geweest. Na de oorlog werden alle Nederlandse graven op de begraafplaats voorzien van een uniforme grafsteen en kreeg het geheel meer het karakter van een monument.

Toegevoegd op 11 okt 2025