Hendrikus Johannes Hebing
|
Dienstplichtig Soldaat
1-I-8 R.I.
Hendrikus Johannes
Voornaam:
3 september 1911
Geboortedatum:
12 mei 1940
Overlijdensdatum:
Militair Ereveld Grebbeberg
Begraafplaats:
3de Sectie, 3de Groep
Ingedeeld bij:
Nederlands Hervormd
Religie:
Bekijk de militaire rapporten van dit legeronderdeel
|
Notities
- Uit het rapport Sellies/Verhoeven (bevat o.m. gegevens omtrent sneuvelen en vindplaats)
Gevonden op 16 mei 1940 in de berm zuid van de straatweg Rhenen - Wageningen, naast het Hoornwerk, voor de oostelijke oever van de Grift, gelegen onderaan de Grebbeberg. Lag tot 2 juni 1942 als onbekende militair begraven.
- 1-I-8.RI (res kapt Rangelrooij) had vier Secties infanterie, waarvan de 1e en 2e Sectie op het Hoornwerk, de 3e Sectie op de bastions ten zuidwesten van het Hoornwerk en de 4e Sectie (en CP) aan de westzijde van de Grift aan de voet van de Grebbeberg (tussen koepels G-5 en G-4) achter de bastions waar de 3e Sectie lag. De 1e Sectie bezette het centrale part van het Hoornwerk, tussen Grebbedijk en straatweg. Het had daarin slechts S-12 als verbunkende mitrailleuropstelling en voor het overige slechts uitgebouwde SPO. De 1e Sectie zat ten zuidwesten van de Grebbedijk op het kleinste part van het Hoornwerk, dat door de hoge Grebbedijk geen uitzicht had op de Nude oost van de dijk. Het had slechts SPO, maar het werd in de rug wel gedekt door het stuk PAG in P.10, west van de sluis, dat de Grebbedijk moest afsluiten voor gemotoriseerd verkeer. De 3e Sectie, die verdeeld was over twee bastions, had de kazemat S-4a als verbunkerde mitrailleuropstelling, voor het overige slechts SPO. De 4e Sectie had slechts een loopgraaf voor opstelling van zijn lichte mitrailleurgroepen. Die loopgraaf liep naast de voormalige trambaan onder aan de berg met uitzicht over de Rijn en richting Blauwe Kamer. Omdat men hoger zat dan de verdediging aan de oostzijde van de Grift, keek men nog over de dijk heen. Nog op de 10e mei werd de brug over de sluis door de genie opgeblazen, zodat een verbinding met de hoofdmacht achter de Grift zeer bezwaarlijk werd. Telefoonverbinding was er niet meer. Op 11 mei kreeg de compagnie te maken met storingsvuur van Duitse artillerie. Gedurende de nacht van 11 op 12 mei werd in het Hoornwerk panisch gereageerd op ieder geluid en iedere beweging in het voorveld. Het betekende dat de toch al niet grote munitievoorraad werd gekanibaliseerd, zodat op 12 mei niet veel meer te verschieten was. Op 12 mei werd eerst een geconcentreerd artilleriebombardement ondergaan dat ook enige tijd op het Hoornwerk werd gericht (in het bijzonder 15 cm granaten). Kort nadien, ca. 1230 uur, viel III./SSDF met twee voorcompagnieën aan en brak zonder al te veel uitdagingen dwars door het centrale deel van het Hoornwerk door richting Grebbesluis. Aanvankelijk liet de SS de gepaseerde verdedigers van het Hoornwerk vooral links liggen en stootte de voorste twee compagnieën door naar de Holle Weg. Later werden de overgebleven verdedigers op het Hoornwerk gevangen genomen. Van hen werd een deel gedwongen ingezet om Duitse slachtoffers en geschut te versjouwen, vaak ook richting front. Dat gebeurde open en bloot, zodat menige gevangene door Nederlands vuur vanuit de resterende frontlijn gedeelten alsnog viel. De 4e Sectie, inclusief de CC, zouden zich na de doorbraak bij het sluisje geïsoleerd weten en na enige tijd terugtrekken richting stoplijn.
- Betrokkene behoorde tot de 1e of 2e Sectie. Werd als krijgsgevangene met enige anderen van de bovenkleding ontdaan, en gedwongen rechtoplopend vanaf het zuidelijke Hoornwerk over de Grebbedijk en straatweg richting Wageningen te lopen, met de handen omhoog. Werd al snel door Nederlands vuur getroffen en gedood. Werd, mede veroorzaakt door ontbrekende bovenkleding, niet geïdentificeerd en pas in juni 1942 na identificatie in benoemd graf gelegd.
- OGS datum is onjuist. Werd op 12 mei gedood.
1347