De betrouwbaarheid van verslagen en gevechtsrapporten

Officieren werden in de meidagen geacht om een logboek c.q. dagboek bij te houden waarin ze de voornaamste gebeurtenissen van de dag en de voornaamste mutaties (ontvangen en gegeven bevelen - samenstelling eenheid) dienden op te tekenen. Onderofficieren - tenzij zij een specifieke tactische veldfunctie hadden - en manschappen waren hiervan vrijgesteld. Vanzelfsprekend waren er sommige die vanuit eigen initiatief tijdens of na de meidagen hun belevenissen optekenden.

De in de meidagen aan de staf van het Veldleger aangestelde overste Nierstrasz begon vrij snel na de capitulatie een inventarisatie van de gebeurtenissen die tijdens de meidagen hadden plaatsgevonden. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat alleen officieren verslagen zouden indienen. Hiertoe werden a-priori alle onderdeelcommandanten (bataljonsniveau) uitgenodigd een uitgebreid verslag in te dienen. Van voorname fronten werden daaropvolgend alle compagnie- (en vergelijkbaar) en sectiecommandanten verzocht verslagen in te dienen. Bij de Grebbeberg - waarnaar uitzonderlijk veel onderzoek werd verricht - werd op basis van verlangd vervolgonderzoek soms van gewone manschappen verslag gevraagd. Opgemerkt dient te worden dat een deel van de verslagen vrij snel na de meidagen werd opgetekend, maar een voornaam gedeelte pas in de periode 1945-1949. Er waren militairen geweest die nooit of onvolledig gevolg hadden gegeven aan het bevel tot indiening van een verslag tijdens de oorlog. Zij herkenden in de overste Nierstrasz een Duitser (vanwege zijn naam) en vonden het verdacht dat onder Duitse auspiciën inventaris werd gemaakt van de krijgsverrichtingen. Uit diverse verslagen en werken (bijv. de majoor Weber - 26 G.B.) is ook bekend dat de Duitsers sterk censureerden. Dit gebeurde echter vermoedelijk niet in de militaire verslagen die door Nierstrasz werden verzameld. Van de gevechten bij de Grebbeberg zijn naar schatting 700 verslagen bekend. Deze zijn - grosso modo - van ongeveer 300-350 verschillende personen.

We schrijven 300-350 verslagen. Dat lijkt veel. Men zou zeggen, "dan kun je een waarheidsgetrouw beeld vormen van de gebeurtenissen". Dat valt echter behoorlijk tegen. De slag om de Grebbeberg kent in haar (naoorlogse) verhaallijn enkele dode hoeken. Daar is op basis van omstandig "bewijs" een reconstructie opgesteld. Zo zijn tot op heden de meeste tijdlijnen bij benadering vastgesteld, is er veel onduidelijk over de noordoost hoek van de berg op 12 mei, is onduidelijk wat exact gebeurde voor, in en achter de stoplijn in de nacht van 12 op 13 mei en zijn er nog enkele mysteries omtrent groepen soldaten. Kortom - ruim 300 ooggetuigen, en nog kunnen we niet zeggen "en zo gebeurde het".

Hiervoor toucheerden we de factor onzekerheid nadrukkelijk, echter we concludeerden dit op basis van omissies in verslagen of het volledig ontbreken van verslagen van een bepaald gevecht of gebeurtenis. Een andere factor die meebrengt dat we onze geschiedschrijving deels moeten reconstrueren op basis van aannames, is het feit dat sommige verslagen - bewust of onbewust - overduidelijk zijn overdreven of uit tweede hand zijn ("van horen zeggen"). Historici en analytici dienen zeer voorzichtig te zijn dergelijke factoren te verwaarlozen. Op alle niveaus kwamen sterke overdrijvingen en manipulaties van rapporten en verslagen voor. Een sprekend voorbeeld hiervan is het feit dat men tientallen jaren heeft gedacht - op basis van verslagen van "ooggetuigen" - dat de Duitsers bij de Afsluitdijk (Kornwerderzand) vele honderden slachtoffers hadden. Vrijwel zeker zijn dit er slechts enkele tientallen geweest, waarvan slechts een handvol gesneuvelden! We kennen een aantal voorbeelden op de Grebbeberg (uit de voorhanden zijnde verslagen) van aperte onwaarheden, die soms in vele verslagen voorkomen. Zo werden bijvoorbeeld pantserwagens gemeld vlak voor de stoplijn op 12 mei (die er onmogelijk konden zijn geweest), werd beweerd dat er zand en stenen in munitiekisten werd gevonden (aperte onzin) en werd soms zwaar overdreven over de tegenstander (en de eigen zaak). Daarnaast kennen we tientallen "doodverklaringen" van mensen die niet sneuvelden, en werd met grote regelmaat de (klok)tijd volkomen verkeerd ingeschat, soms zat men er zelfs een dag naast! Tenslotte het feit dat men maar al te graag wilde geloven in de defaitistische verhalen die vooral vlak na de capitulatie de ronde deden. Zo werden de meest bizarre onzinverhalen de wereld in geholpen, waarvan sommige vandaag de dag nog overleven. Allemaal factoren die reconstructie van de gebeurtenissen bemoeilijken.

Dan is er de factor "fraude en manipulatie". Er is na de oorlog vastgesteld - en de ingevoerde lezer kan dit zelf eigenlijk grotendeels bevestigen - dat een groot deel van de compagniescommandanten op de Grebbeberg opzichtig gefaald heeft. Überhaupt is eigenlijk bij benadering vast te stellen dat niet veel officieren op de Grebbeberg het toonbeeld van leiderschap en standvastigheid toonden. Dit beeld is niet opgebouwd door de verslagen van deze officieren zelf. Het was beslist geen uitzondering eigen falen te verdoezelen, door gebeurtenissen zo te moduleren dat eigen handelen werd vergoelijkt. Logisch ook - een verslag is nooit objectief. Juist de verslagen van de lagere rangen zouden echter de aanwijzingen van falend leiderschap opleveren.
Het is niet uit te sluiten dat een aantal voorname gebeurtenissen op de Grebbeberg vandaag de dag anders in onze archieven zijn vermeld dan zij daadwerkelijk plaatsvonden. De zaak Migchelbrink, een militair uit de voorposten die met de hoogste militaire onderscheiding M.W.O. postuum werd geëerd, ligt beslist niet zo ongecompliceerd als de verslagen doen geloven. Er zijn tegenstrijdige verklaringen over de man; overigens is geen van die verklaringen devaluerend voor zijn moed en inzet, maar is er wel veel verwarring over de wijze waarop deze soldaat tenslotte door de SS werd neergeschoten. Algemeen werd er vanuit gegaan dat hij lafhartig werd neergeschoten na een opmerking aan het adres van een SS'er. Maar er is ook een verslag uit zijn groep waarin wordt gesteld dat hij een SS'er neerschoot na de overgave van de stelling. Hoewel dit verslag het enige is dat hier melding van maakt, mag het niet zomaar als "onzin" worden afgelegd. Het is een zaak die veel ophef veroorzaakte bij de 8 R.I. veteranen, omdat het geval (als zodanig) pas bekend werd met de uitgave van het boek "Mei 1940 - de strijd op Nederlands grondgebied" in 1990. Helaas kan niemand hier zeggen dat hij de waarheid kan aantonen.

Tot slot is de factor "beperktheid" van groot belang. Verslagen van 300-350 ooggetuigen betekent even zoveel fragmenten van een veel groter geheel vanuit een eendimensionaal perspectief. In retrospect, en na langdurige studie, is een reconstructie van de slag gemaakt door overste Nierstrasz cum suis. Zij konden dit slechts bereiken door zaken te combineren, door te puzzelen met hele kleine stukjes. Later is dit werk verfijnd door anderen, zelfs nog een beetje door de leden van de Stichting de Greb. De auteurs van de verslagen echter wisten niet welke granaten over hun hoofd vlogen en waarheen, welke plannen de Duitsers hadden, en hoe onze ingewikkelde manoeuvres werden uitgevoerd. Uit verslagen blijkt met regelmaat dat betrokkene niet eens wist welk onderdeel naast of direct achter hem lag! Sommige verslagen waren heel zakelijk en bevatten louter primaire waarnemingen van de schrijver, maar een groot aantal verslagen was zeer subjectief. Hierbij werden verregaande conclusies getrokken over zaken die om de persoon in kwestie plaatsvonden.

Het is aan de historici en onderzoekers om met de juiste weging en een weloverwogen filter naar de verslagen en gevechtsrapporten te kijken. Zelfs tien verslagen of rapporten over een enkel geval kunnen een essentie missen, of onjuistheden bevatten. Dat bemoeilijkt de geschiedschrijving, en in het geval van de Grebbeberg, wordt daardoor nog steeds gesteggeld over bepaalde gebeurtenissen.

De in deze sectie geciteerde verslagen hebben betrekking op (vermeende) oorlogsmisdaden door de SS gepleegd tijdens de slag om de Grebbeberg. Ook de Nederlandse overtredingen, voor zover die zijn te traceren uit de verslagen, zult u vinden. Wij hebben de meest betrouwbaar lijkende verslagen over dit onderwerp geselecteerd. Het is met bovenstaande inleiding de lezer hopelijk duidelijk geworden dat te allen tijde een reserve dient te worden betracht als men verslagen en rapporten leest en deze als waarheden, als feiten, zou willen weergeven. Wij laten het aan u over om zelf hierover te oordelen.

176