Gevechtsverslag van sergeant der S.R.O.I. Th.F. Vos

Gevechtsverslag van den sergeant der S.R.O.I. Vos Th. F. groepscommandant 3-II-8 R.I. (2e sectie)
------------

Klik hier voor een uitvergroting
Situatieschets van sergeant Wormgoor (Commandant 2e sectie 3-II-8 R.I.) (1940)
  Vrijdag 6.00 - 7.00 uur. Stelling bezet onder leiding van den compagniecommandant.
  De sectiecommandant, 2e luitenant Rentjes, begeeft zich naar de dijk, na sergeant Vos als waarnemend sectiecommandant aangewezen te hebben. Gedeelte van de sectie moet naar de commandopost van de c.c. om een munitie-opslagplaats te graven.
  Munitie wordt uitgedeeld, trommels gevuld, handgranaten klaargemaakt, Piketten bij de automatische wapens. Van tijd tot tijd brengen ordonnansen berichten o.a.: Nederland heeft de oorlog verklaard aan Duitsland, het wachtwoord van de dag, uitgebreid vuurbevel, bevelen omtrent het niet schieten op vliegtuigen, het betrachten van scherpe waakzaamheid, parachutisten, een misschien nog tegen de avond te verwachten aanval van vijandelijke gemotoriseerde afdelingen.
  In de namiddag overtuigt de c.c. zich persoonlijk van het moreel der manschappen. De s.c. neemt het commando weer over. Er wordt gezorgd voor de legering in de schuil- en lignissen. Groepscommandanten stellen het wachtrooster op voor de nachtelijke Piketten (sterkte van de wacht: 1 onderofficier en 6 manschappen bij de mitrailleurs, aflossing om de 2 uur, gevechtspatrouilles).
  Omstreeks middernacht opent eigen artillerie het vuur, geen bijzonderheden verder, tenzij het verre geluid van een mitrailleur of een enkel geweerschot, vermoedelijk voor ons aan de dijk.

  Zaterdag 4.00 uur - Reveille - Er wordt gelegenheid gegeven aan de manschappen om zich in een in het voorterrein staande boerderij te wassen. Laagduikende vijandelijke vliegtuigen nemen met hun mitrailleurs de stelling onder vuur.
  Nog vroeg in de morgen begint de eerste vijandelijke artilleriebeschieting. Manschappen zoeken dekking in de schuilnissen en mitrailleurputten. Een granaat slaat een gedeelte van de rugweer stuk. Soldaat Spann G.L. wordt door een scherf getroffen, zijn halswervel is verbrijzeld en hij overlijdt na enkele ogenblikken. Het Rode Kruis komt niet ondanks waarschuwing.
  De artilleriebeschieting duurt nagenoeg de hele dag voort. Inmiddels leiden wij uit het onophoudelijk vuren in het voorterrein af, dat het gevecht aan de dijk begonnen is. Voor de nacht: wachtdienst bepaald als boven.

  Zondag - Gedurende de gehele dag vijandelijke verkenningsvliegtuigen boven ons.
  Bij het eerste licht zet de Duitse artillerie de actie van de dag in, heviger dan op Zaterdag. Er worden en groter aantal salvo's per minuut geteld. Over het algemeen zijn de manschappen rustig, het geschokte moreel na het onverwachte sneuvelen van Spann heeft zich hersteld. Mitrailleurs zijn waakzaam. Bij iedere schutter zit de groepscommandant en een helper. Het voorterrein wordt met de kijker verkend. Gevechtspatrouilles.
  We onderscheiden voor ons het geluid van lichte en zware mitrailleurs, mortieren van 8., pag., artillerieduel.
  Plm. 12.00 uur krijgt de sectiecommandant bevel, dat zijn sectie zich gereed moet maken voor een tegenstoot: de vijand is doorgebroken. De sectie trekt door het bos achter Ouwehands Dierenpark in de door de bataljonscommandant aangegeven zuidelijke richting. De mitrailleurschutter Sommers B.J.G., wordt gewond aan zijn been en moet achterblijven. De mitrailleur wordt meegenomen. De groepen kunnen bijna geen verband houden, verontrust en vertraagd als de opmars wordt door de Duitse artillerie. We horen diep in het bos geschiet en geschreeuw, maar hebben zo goed als geen zicht. Bovendien is de sectiecommandant niet medegedeeld hoever hij moet oprukken.
  Er is noch verband met de com.groep van de bataljonscommandant en van de compagniescommandant noch met de derde sectie die ook de stelling verlaten heeft.
  Bij een weg loodrecht op de marsrichting wordt 'verspreiden' gecommandeerd, Schutters en helpers brengen de mitrailleurs in stelling. Uit het hout tegenover ons duiken eigen troepen op: algehele verbijstering. Een sergeant, commandant van onze 'tegenstanders' vervoegt zich bij onze sectiecommandant en zegt dat ook hem opdracht gegeven is een tegenstoot uit te voeren. Na gepleegd overleg wordt het raadzaam geacht dat onder de gegeven verwarde omstandigheden en om grote ongelukken te voorkomen, ieder naar zijn eigen stelling terugkeert.
  De stelling wordt opnieuw bezet. De sectiecommandant blijft in de c.cp. achter Terug in de stelling mankeren twee onderofficieren, Kramers en de Graaft J.R., en een achttal manschappen. Bovendien wordt er bericht dat we in de flank en in de rug worden beschoten. Er komt bevel van den waarnemend c.c. om de hoge beuken ca. 200 m. achter ons vlak bij commandopost onder vuur te nemen. Stelselmatig worden de bomen bevuurd: zonder zichtbaar resultaat..
  Enkele manschappen keren op eigen gelegenheid naar de stelling terug. Zij berichten dat er versterking op komst is van II R.I. en het R.J.
  Sommers is door de soldaten Cavaljé en Elshout naar de cp. gedragen.
  In de late namiddag zwijgt de Duitse artillerie. Inmiddels is de compagniecommandant op de commandopost teruggekeerd; de derde sectie is ook weer in de stelling en de sectiecommandant neemt het commando over zijn sectie van den waarnemend sectiecommandant sergeant Wormgoor weer over. De bataljonscommandant Majoor Jacometti moet gesneuveld zijn. Tegen de avond plm. 18.50 is alles volmaakt rustig: zowel de Duitse als de Nederlandse artillerie zwijg, geen schot valt.
  De beklemming neemt toe:
  1) door de wetenschap dat de vijand in de rug is: ze zijn immers doorgebroken.
  2) door de mislukte tegenstoot
  3) het groot aantal niet-teruggekeerden
  4) het vermoedelijk sneuvelen van den bataljonscommandant
  5) de verbinding met de regimentscommandopost zou verbroken zijn
  6) de dijk heeft het begeven.
  7) wij kunnen dus den vijand zowel voor als achter ons verwachten

  Echter het bericht van de op komst zijnde versterking gaat het moreel herstellen. Er komt een groep ongewapende soldaten de Levendaalse weg op; bij hen is een eerste luitenant: volledig uitgeput en ontdaan vertellen ze, dat de dijk het niet heeft kunnen houden,
  Plm. 19.00 uur meldt zich een sergeant. van het R.J. bij den sectiecommandant.: zijn sectie behoort tot de voorcompagnie van een bataljon Jagers, dat versterking zal brengen Omdat verdere bevelen ontbreken, de pas aangekomenen onkundig zijn met de plaatselijke situatie en toestand van het ogenblik zullen zij de nacht in onze stelling doorbrengen. Oververmoeid is deze "versterking": drie dagen hebben ze gemarcheerd en gefietst, zo goed als geen voedsel gebruikt. De meegebrachte mitrailleurs worden als reserve bij de aanwezige geplaatst. Op dat ogenblik bevinden zich in onze stelling : één eerste luitenant 8 R.I. (Slagter), één eerste luitenant van het R.J. met zijn volledige sectie plus de oorspronkelijke bezetting. Er wordt voor legering gezorgd: schuil- en lignissen zijn overvol. Door oververmoeidheid vallen zeer velen in slaap tegen de borstwering geleund of liggend op de grond. Deze nacht zal het uiterste van onze waakzaamheid gevergd worden ondanks de drie dagen en nachten die achter ons liggen.

Klik hier voor een uitvergroting
Beukbomen langs de Levendaalseweg (april 2000)
  Maandag. - Het is nauwelijks licht of er wordt alarm gemaakt: in de overvolle stelling kunnen de geweerschutters aan de borst-wering geen plaats vinden. In allerijl wordt munitie uitgereikt. In het voorterrein geen vijandelijke aanval te onderkennen. Inmiddels is de Duitse artillerie zijn beschieting begonnen, heviger dan tevoren. We concluderen daaruit dat het door ons te verdedigen gedeelte stormrijp wordt gemaakt. Maar waar blijft de vijand? Gebukt moeten we nu door de stelling gaan: in de lengte ligt zij onder vuur en wel van rechts. Maar daar moeten zich toch eigen troepen bevinden. De beuken langs de Levendaalseweg waarin Duitsers vermoed worden (mogelijk gedurende de nacht tot daar doorgedrongen) nemen de mitrailleurschutters onder vuur. Heviger slaan de granaten in: voor en achter; een voltreffer zal in deze overbevolkte loopgraaf een massadood veroorzaken.
  Er is geen plaats om te dekken. De dijk en de stellingen rechts van ons schijnen verlaten. Toch is er verbinding met de regimentscommandopost: ter plaatse standhouden wordt nog bevolen, niet laten verontrusten. Toch moet de verwarring toenemen. Het zal ongeveer 13.45 uur geweest zijn toen plotseling een ordonnans het bericht kwam brengen: de Duitsers hebben de commandopost overrompeld: tegelijkertijd verschijnen in het voorterrein, op ongeveer 400m., groepen vijanden, die, hoewel door enige vastberaden schutters onder vuur genomen, toch kans zien hun mitrailleurs op te stellen en onze stelling met vuur te binden. De situatie is dus op dat ogenblik als volgt: de vijand heeft de compagnie-commandopost overrompeld, frontaal worden we door vijandelijk vuur gebonden.
  De sectiecommandant wil zichzelf overtuigen dat het bericht van genoemde overrompeling op waarheid berust. Hij verlaat zelf de stelling en kan inderdaad mededelen dat de vijand 200 m. achter ons zich gereed maakt voor een onverhoedse aanval op ons. De situatie is hopeloos. Er wordt geadviseerd de stelling over te geven. Nog eens gaat de sectiecommandant op verkenning; we zien hem niet terugkeren. Bij deze verkenning is hij gewond geraakt.
  Intussen is de verwarring toegenomen. Men voelt de dreiging in de rug, terwijl de hoge rugwering niet toelaat om zich van de juiste situatie op de hoogte te stellen. De vijandelijke mitrailleurs in het voorterrein kunnen niet tot zwijgen gebracht worden.
  In deze ogenblikken sneuvelen 4 à 5 man, onder wie de luitenant der Jagers. Aan deze onhoudbare toestand wordt door de Duitsers zelf een eind gemaakt doordat zij in de volle lengte van de stelling over de rugwering naar beneden springen: aan het volgende tafereel behoeft niets toegevoegd te worden .
  Het zal ongeveer 13.30 uur geweest zijn. De overlevenden worden ontwapend en gebracht naar de N.W.-hoek van het 'voetbalveldje'. Intussen hebben eigen troepen vanuit hun stellingen, richting spoorlijn, het vuur geopend op de Duitsers, die nu op de oostelijke helling van de berg hun veldgeschut in stelling brengen. Wij kunnen niet van het front weggevoerd worden. De mogelijkheid daartoe wordt geschapen door een zestal Duitse bommenwerpers, die de N. stellingen bombarderen. De vuurpauze door deze aanval afgedwongen, wordt benut om ons af te voeren. We gaan tussen de stellingen van tweede en derde sectie door. Links en rechts tegen de rugwering of in de loopgraaf zelf zien wij doden of zwaar gewonden liggen, onherkenbaar. Voor de stelling van de 2de sectie een zestal manschappen, volledig ontwapende zonder tuniek, dood voorover, het hoofd in oostelijke richting. Vermoedelijk zijn ze na de overgave over de borstwering in het eigen flankerende vuur gelopen. Voor de mitrailleurput langs de Levendaalseweg ligt gesneuveld de mitrailleurschutter Veenendaal, zijn pistool naast hem. Vlakbij hem een soldaat niet te herkennen: vermoedelijk de helper Thielking.
  Via de Levendaalseweg en Cuneraweg en Rijksweg gaat de tocht naar Wageningen.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 6.73 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 2.95 MB)