Gezamenlijke verklaring over het optreden van II-11 R.I.
afschrift.
------------------
De Kapiteins Goossens, Heinsma, Haffmans en de Bataljons-Adjudant Hoogvliet verklaren, dat Kapitein Heinsma, rechter voorcompagnie; Kapitein Goossens linker voorcompagnie opdracht hebben gekregen van den Majoor met hunne compagnie zoo snel mogelijk te marcheeren naar de aangegeven lijn, de weg P.K. - Vreewijk. Beide compagnieën zouden elk een sectie zware mitrailleurs toegevoegd krijgen, die echter nog zouden volgen, omdat Kapitein Van der Venne, Commandant M.C.-II-11 R.I. geen versnelde middelen van vervoer had, terwijl 3-II opdracht had te marcheeren naar viersprong van kunstwegen bij Achterberg. Deze compagnie was eveneens op rijwielen. De compagnieën Heinsma en Goossens zijn op hun plaats aangekomen en hebben daarvan bericht gezonden aan den Bataljonscommandant. Kapitein Haffmans is op marsch gegaan naar Achterberg en heeft onderweg artillerievuur gekregen, ongeveer 300 meter ten Westen van den spoorweg.
Hij heeft hierdoor oponthoud gekregen of liever de compagnie is daarbij uit elkaar gegaan, waarbij het achterste deel is teruggegaan in de richting Veenendaal. De Kapitein Haffmans heeft getracht de compagnie weer bij elkaar te krijgen, waarbij een gedeelte was tegengehouden door een hem onbekend officier met een revolver. Met het bijeenverzamelde gedeelte is Kapitein Haffmans weer naar voren gegaan. Daar kreeg hij van een onbekende ordonnans naar hij meent op een motor bericht, dat compagnie Heinsma en Goossens terug waren gegaan op Berg en Dal. Daarna ontmoette Kapitein Haffmans een Overste, vermoedelijk Commandant 22 R.I., een groote zware man met wien werd gesproken over deze terugtocht. Hij adviseerde Kapitein Haffmans, om, als de voorcompagnieën terug waren ook terug te gaan. Kapitein Haffmans heeft toen Luitenant Boersma naar de commandopost gestuurd om inlichtingen. Hij is niet terug gekomen.
Daarop is Kapitein Haffmans met de compagnie teruggegaan op de commandopost van den Bataljonscommandant. De compagnie bestond toen nog slechts uit ongeveer 40 man met 2 à 3 mitrailleurs. Kapitein Haffmans heeft toen aan den Majoor Van DIJK verteld, dat de compagnie zwaar artillerievuur had gehad, dat deze compagnie verschillende gewonden had gehad, en dat de compagnie nog slechts 40 man sterkte had.
Kapitein Goossens, linker voorcompagnie is teruggegaan op de commandopost op een bericht, dat was gekomen bij Luitenant Brink van een hem onbekende motorordonnans luidende: "Van Commandant II-11 R.I. aan Commandant 1-II-11 R.I. Teruggaan op de commandopost." Deze ordonnans wist het woord en het herkenningsteeken. Bij den Majoor aangekomen, deelde Kapitein Goossens de omstandigheden mede, en kreeg later bevel om weer terug te keeren. 1-II-11 R.I. heeft toen zijn opstelling thans met de zware mitrailleurs weer ingenomen. Verband met de compagnie Heinsma was er in de opstelling niet. Wel heeft de Kapitein Goossens een patrouille van 2-II-11 R.I. ontmoet, die naar Luitenant Haring van die compagnie zocht.
Kapitein Heinsma, Commandant 2-II heeft opstelling ingenomen te pl.m. 22.00 uur. Verband met de compagnie Goossens werd niet vastgesteld.
De sectie Haring blijkt teruggetrokken te zijn zonder bevel van den Compagniescommandant en zonder de Compagniescommandant het gemerkt heeft.
De sectie Koehorst is langs den Compagniescommandant heengetrokken, door Kapitein Heinsma gesommeerd halt te houden, doch het was sauve qui peut. Een sectie sergeant OONK + een sectie zware mitrailleurs sergeant-majoor-instructeur Melssen is door Kapitein Heinsma gesommeerd halt te houden en werd in reservestelling achterwaarts weer opgesteld. De Luitenant Haring heeft zich daar 's nachts weer bijgevoegd. De Kapitein Heinsma is bij deze stelling gebleven.
De Kapiteins Goossens, Heinsma en Haffmans verklaren hierbij dat bovenstaand relaas voor wat hen betreft naar waarheid is opgemaakt.
w.g. Heinsma,
w.g. Goossens,
w.g. Haffmans.
voor eensluidend afschrift.
de Kapitein
Van Stein Callenfels.
|