Het laatste salvo

Het bord stond er nog, wat scheef, wat gehavend, vlak voor de ruïne van een portiershuisje of iets dergelijks, vroeger behoorende bij het dierenpark, 1000 levende krokodillen!.... enkele stappen verder stonden we bij de graven van de 447 Nederlandsche en Duitsche soldaten, die zes dagen na den strijd reeds op den Grebbeberg waren ter ruste gelegd. Wat ruwhouten kruisen op de voorste rij met haastig neergeschreven opschriften: "Hier ruht ein tapferer S.S.-Mann".... hier en daar een naam, bijna overal een stukgeschoten stormhelm en dan het bordje, dat na 25 jaar weer rechtsgeldigheid kreeg: "Hier ruht ein tapferer unbekannter Deutscher Soldat". De rijen daarachter droegen andere helmen, groene helmen met een leeuw.... op een bordje was te lezen: "6 Holländer Grab". "Onze jongens" - fluisterde een van ons. Langzaam kwamen we nader.

Klik hier voor een uitvergroting
Entree Ouwehand's Dierenpark (1940) » meer
Als radio-reporters hadden we een uitnoodiging ontvangen, om een tocht te maken door die deelen van het land, waar de krijg had gewoed, om te kunnen constateeren, dat de verwoesting mééviel, dat die zeker niet zoo groot was, als men achter de geïsoleerde Waterlinie wel had gevreesd. Nu was het door een of ander misverstand met dien tocht misgeloopen en op eigen gelegenheid kwam ons groepje van Arnhem uit op den Grebbeberg aan. Het was tegen den avond en òns-ondanks werden we toeschouwer bij een van die gebeurtenissen, die van historische beteekenis mogen worden genoemd: de overdracht van het eerste Nederlandsche oorlogskerkhof door de Duitsche militaire autoriteiten aan den burgemeester van Rhenen na een plechtige en indrukwekkende begrafenis.

De moeilijke maar piëteitvolle taak van het opsporen en begraven der dooden, eerder reeds geschetst, is dien Maandagavond reeds volbracht. Een schoone lentezon schiet bij het dalen gordijnen van diffuus licht tusschen het loof van de oude beuken, die de wacht om de graven gaan betrekken. Zacht ritselt de wind tusschen het jonge groen. Tot voor enkele oogenblikken knerpten nog de spaden in het geel-bruine zand, waar nieuwe graven werden gedolven.... nu leunen ook de mannen in hun blauwe pakken op de schoppen; er klinken enkele commando's.... het vuurpeloton schaart zich in het gelid; daartegenover staat de groep van Duitsche en Nederlandsche soldaten, die bij het zoeken behulpzaam zijn geweest en die nu als één blok de houding aannemen. De derde zijde van het carré wordt gevormd door de burgerlijke autoriteiten: den burgemeester van Rhenen met zijn ambtsketen om, den gemeenteveldwachter, een paar Roode-Kruis-zusters en blijkbaar een arts met zijn helpers, allen beschermd door hooge gummilaarzen en gummihandschoenen. Achter dit groepje scharen ook wij ons.... toevallige voorbijgangers.

Klik hier voor een uitvergroting
Hier ruht ein tapferer unbekannter Deutscher Soldat (1940) » meer
De Duitsche Hauptmann Lessmann, die tegenover ons staat en die de leiding heeft van de historische plechtigheid, die zal volgen, geeft een enkel teeken aan den Feldwebel, een typisch Duitsch militair, die met den duim aan den gordel-riem heeft afgewacht.... Eén bevel.... alles staat in de houding. Uit het bosch aan de overzijde van den grooten weg, die over den Grebbeberg voert, komt een kleine stoet te voorschijn: twee predikanten in toga en een kapelaan in priesterkleedij. Wie het zijn? Onbekenden op dat oogenblik voor ons, zooals wij onbekenden zijn voor hen en zooals wij ons samen scharen rondom het massagraf van onbekende soldaten. Duitsche en Nederlandsche, maar één geworden in de stilte van dit oogenblik, de groote stilte, waarin slechts de wind over de graven suist. Neen, bij die stilte blijft het toch niet.

Ook over deze graven ruischt het evangeliewoord. Vreemd, maar diep ontroerend klinkt de stem van den prediker in dit beukenbosch, dat de Woorden des Levens weerkaatst.... "waarlijk, Hij heeft onze krankheden op zich genomen en onze smarten heeft Hij gedragen" .... "de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijne striemen is ons genezing geworden" .... "Wij dwaalden allen als schapen; wij keerden ons een iegelijk naar zijnen weg, doch de Heere heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen aanloopen". Op deze plaats, waar zooveel smarten geleden zijn, klinkt de blijde boodschap van den Man van Smarten. Een blijde boodschap.... nu grijpt de predikant naar een pericoop van het Nieuwe Testament der vervulling.... "Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijnen eenig geboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordeelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden" ....

Even is het stil.... dan begint de prediker zijn toespraak, waarin hij alle dooden samenvat; hier zijn immers alle tegenstellingen overwonnen, waar menschen voor éénzelfden Rechter moeten verschijnen! Wel wordt herinnerd aan den fellen strijd, die hier geleverd werd en waarbij twee groepen menschen elk hun plicht deden voor hun vaderland, maar in den dood werden vereenigd. Een gebed voor de familieleden der gevallenen wordt een smeekbede om troost, waar menschen niet kunnen troosten. De predikant treedt terug, de kapelaan leest de Latijnsche gebeden voor de gestorvenen; voor ons zijn het klanken, voor den geloovigen Roomsch-Katholiek is het balsem op de wonden.

Klik hier voor een uitvergroting
Vroege opname van het Grebbekerkhof (mei 1940) » meer
We zijn hier met radio-menschen, even waren we het vergeten, maar dan zien we, hoe Paul de Waard, de K.R.O.-reporter, bij deze sombere plechtigheid als assistent fungeert.... roerloos staat hij ter zijde van den kapelaan, een uitschuifbaar pic-nic bekertje met wijwater in de hand, waaruit de geestelijke met een takje palm enkele druppels op de aarde sprenkelt.... De dokter met zijn opgestroopte hemdsmouwen, de radioreporter met het bekertje wijwater in de hand, daarachter de Hauptmann, kaarsrecht in de houding.... requisieten op den Grebbeberg. De kapelaan spreekt en ook hij getuigt van den vrede, die, boven alle krijgsrumoer uit, het menschenhart kan vervullen.... vertelt, hoe bij het nasporen van de gevallenen bij velen werd gevonden een Psalmboekje, een Nieuw Testament, een penning van de Maria-congregatie.... bewijzen, hoe deze mannen in geloof en Godsvertrouwen den moeilijken strijd, die hun doodsstrijd zou worden, tegemoet zijn gegaan. Hun lichamen hebben wij verzameld, hooger dan het lichaam is de ziel, die immers van ieder, die Jezus tot zijn borg had, werd opgenomen in den hemel der heerlijkheid! "Benedictus Dominus...." met de Latijnsche spreuk, ons onbekend, wijdt de geestelijke de graven; zegenend strekt zijn hand zich uit naar de vier windstreken.

Dan klinken commando's voor het vuurpeloton.... "Hoch legt an!"... "Gibt Feuer"... een droge harde knal weerkaatst duizendvoudig langs de beboschte heuvelen, nòg eens en nòg eens klinken dezelfde bevelen en telkens doen de soldaten met één knal het salvo weerklinken - hun laatste eer aan de dooden, aan deze dooden, die hier op den Grebbeberg voorloopig zijn begraven, maar daarmee ook aan de anderen, de velen, die hier sneuvelden en die reeds eerder zijn weggebracht om mogelijk in de plaats hunner geboorte te worden ter aarde besteld. De echo van het schot rolt na in het dal.... een paar boschduiven wieken weg. De tweede predikant bidt, als het heel stil geworden is, het "Onze Vader". De indrukwekkende teraardebestelling is beëindigd, maar een korte plechtigheid van ander karakter volgt nog.

Klik hier voor een uitvergroting
Duitse graven in rij 1 op de Grebbeberg (na 19 mei 1940) » meer
Salueerend voor de burgerlijke autoriteiten treedt de Duitsche Hauptmann naar voren om den grafheuvel, die onder zijn leiding is opgericht, aan den burgemeester van Rhenen over te dragen. Het is een, ondanks zijn leeftijd, stramme figuur, deze officier, drager van het ijzeren kruis uit den vorigen oorlog, en elk van zijn woorden en bewegingen getuigt van zijn soldaat-zijn. Met "Deutsche Kameraden - Holländische Freunde" spreekt hij de manschappen, die hem hielpen bij de gemeenschappelijke taak, toe. Het is een woord ná den strijd, een woord van den hoogsten lof, óók voor den moed en de dapperheid van den Hollandschen soldaat, die streed voor zijn recht. Met aandoening spreekt de oud-frontstrijder van de dooden, die het beste gaven, wat zij bezaten: hun leven. In dit vreedzame beukenbosch, "in diesem Heiligen Hain", zijn zij ter ruste gelegd, en deze Grebbeberg zal voor Hollanders, maar ook voor Duitschers worden tot een bedevaartsoord. De Hauptmann legt namens allen de plechtige gelofte af, dat deze begraafplaats als een heiligdom zal worden beschouwd en, als hij zich salueerend naar den burgemeester begeeft, om hem met handslag tot goede zorg daarvoor te verplichten, dan grijpt allen een sterke ontroering aan. Een ontroering, die den burgemeester van het zwaarbeproefde Rhenen, die ons allen doet zwijgen.

Wéér ruischen alleen de beuken.... Stil gaan we uiteen. Aan den rand van het massa-graf smeult een vuur van de resten van gevonden kleedingsstukken en wapenen.... een blauwe rook stijgt boven de beuken uit en verwaait over de geschonden akkers. De zon gaat dalen boven den Grebbeberg, XX van Bloeimaand in het Jaar onzes Heeren negentien honderd veertig.

Bron: boek Doodenwacht bij onze gevallenen (pag. 131 t/m 135),
van G.H. Hoek, uitgebracht door N.V. Gebr. Zomer & Keuning's
Uitgeversmij. te Wageningen in mei 1945

3501

Boeken »