Inspectietocht met Commandant Veldleger op 25 en 26 mei 1940
J.
INSPECTIETOCHT C.V. op 25 Mei 1940.
---------------
- Station GOUDA.
1e Regiment Wielrijders (R.W.) stond hier gereed voor afmarsch naar de VELUWE. (van Oud Alblas naar Millingen).
Commandant II-1 R.W. deelde mede, in de omgeving DORDRECHT en KRISPIJN te hebben gevochten.
Verliezen 9 dooden en 50 gewonden.
Luchtfoto's waren in zijn bezit gekomen (dato 3 Maart opgenomen) van de wijk KRISPIJN, waar hij het hevigst gevochten heeft. Hij werd veel uit huizen bevuurd, door wie??
Bij LOON OP ZAND , kunstweg naar SPRANG was een luchtaanval gedaan door de Duitschers. Hierdoor was het 1ste met het 2e Regiment, eenigszins door elkaar geraakt. De overtocht over de NOORD was mislukt. Hierop had men het eiland van DORDT en brug bij KRISPIJN bezet. Een Generaal der parachutisten zou bij IJSSELMONDE gesneuveld zijn. - Bij UTRECHT passeerden 2 batterijen luchtdoelartillerie (4 stuks à 8.8 cm en 4 à 2 cm.) richting 's-Gravenhage.
26 Mei 1940.
- Requiem Mis op de doodenakker, Grebbeberg.
Aanwezig vele officieren IIe Legerkorps en circa 1000 soldaten, welke per auto vervoerd werden, voorts burgers. - 3-4 R.H. Ritmeester MAZEL.
- passeert LEERSUM op weg naar EDE.
- 2-3 R.H. Ritmeester van de Voort van Zijp, eveneens op weg naar EDE.
Zijn eskadron had gevochten bij de spoorbaan te RHENEN. Was later meer Noordelijk ingezet. Verliezen 1 doode, 2 gewonden te RHENEN, te EDE 3 dooden.
Bij EDE was een vliegeraanval op de handpaarden gedaan hetgeen veel verwarring had gesticht.
Schoeisel en kleeding waren moeilijk te krijgen. - 1-4 R.H. Rimeester FEIST.
Had bij viaduct RHENEN gevochten. Duitschers zaten in de boomen, er uit geschoten.
Na het springen van het viaduct waren 3 Duitsche pantserwagens verschenen, die in het terrein zijn verdwenen.
't Viaduct was door een officier der infanterie gesprongen, tijdens een bomaanval van 14 bommenwerpers, welke middelmatige bommen hadden uitgeworpen (50 kg.)
Een en ander zeer doeltreffend, onder andere zou een zware mitrailleuropstelling vernield zijn.
Om 14.45 uur was men teruggegaan, men was toen vrijwel geheel omsingeld. Rijwielen moest men achterlaten.
In ELST was men weder verzameld.
Zij vormden toen achterhoede voor terugtrekkend IVe (kanttekening: IIe?) Legerkorps.
Van 13 op 14 Mei werd in de omgeving van LEERSUM in het terrein overnacht, waarna men in IJsselstein kwartier kreeg.
Tijdens terugmarsch geen vijand gemeld, vermoedelijk zijn er wel eenige pantserwagens geweest.
In EDE had men ook achterhoede gedekt. Het stuk 4.7 (Pag.) aan de staart had toen wel op pantserwagens gevuurd. Deze waren echter niet verder dan 250 à 500 meter van de achterhoede gekomen.
Hij vermiste 15 soldaten.
Diverse ontvluchtte krijgsgevangenen (Nederlandsch) in burgerjas waren in zijn stelling teruggekomen.
Een man met een witte vlag was over het nog intacte viaduct gekomen. Deelde mede dat hij en 30 andere gevangenen door de Duitschers gedood zouden worden, indien de stelling bij het viaduct zich niet overgaf.
Wordt spoedigst nader aan Commandant Veldleger gerapporteerd. - Eenige eskadrons op rijwielen en route naar EDE.
De ordonnansofficier.
get. Bosch van Drakenstein.
|