Op bezoek bij Hendrik Willem Smeitink te Hengelo (Gelderland)
De soldaat, die - naar gemeld werd - op den Grebbeberg gesneuveld en aldaar begraven was...
Op een der gebruikelijke omzwervingen, die wij krantenmenschen gewapend met lens en vulpen dagelijks plegen te maken door den Gelderschen Achterhoek, zijn wij gisteren aangeland op de riante boerderij "Klein Holte" te Bekveld, c.q. het ouderlijk tehuis van Hendrik Willem Smeitink.Wie Hendrik Willem Smeitink is, weet nu van lieverlede welhaast iedereen, want na de behouden terugkeer en de opzienbarende, hoogst verblijdende oplossing van een pijnlijk mysterie is deze eenvoudige, degelijke boerenzoon thans in het brandpunt der publieke belangstelling geraakt van nagenoeg heel den Achterhoek.
Gister, Donderdagavond half negen hebben wij onder het hoogst aangenaam geleide van burgemeester Van Hoogstraten een bezoek gebracht bij de familie Smeitink, wier fraaie boerderij rustig verscholen ligt temidden van rogge-akkers aan een afweg bij de school in de vredige buurtschap Bekveld. Nadat de kranten het heugelijke nieuws hadden gemeld, was het de laatste dagen een komen en gaan geweest van familieleden en talrijke vrienden en kennissen, die Hendrik alsmede zijn bejaarde ouders en verdere familie kwamen gelukwenschen met zijn behouden thuiskomst, nadat hij reeds vele dagen "gesneuveld en begraven" was geweest. Toen wij de huiskamer binnenkwamen was er al weer volop visite en aan gelukwenschen en hartelijke bewoordingen ontbrak het niet; de eenvoudige brave boerenmenschen raakten er haast verlegen onder. Verheugenis en dankbaarheid straalde van de verweerde gezichten van den ouden boer en zijn vrouw, en temidden van de drukte en rumoerigheid der gesprekken troonde Hendrik als "de held van 't stuk" die niettemin de eenvoud en bescheidenheid zelve bleef.
De zoon Hendrik vertelt van zijn ontroering en blijdschap bij zijn thuiskomst.
Al de enthousiaste verhalen, die de kamer doorkruisten kunnen wij onmogelijk alle weergeven. Dit zou trouwens in strijd zijn met de eenvoud en bescheidenheid, die deze degelijke boerenmenschen sieren. Vrouw Smeitink voegde ons dan ook toe: "Ie schrieft zeker weer 'n stuksken in de krante. Noe joa da's best, moar as toe-blief gin lange verhaals. Klein maar dapper! Dat lange, das niks weerd, wat-ie Burgemeister?" hetgeen de burgemeester lachend beaamde. Maar een gesprek met Hendrik zelf kan hier toch moeilijk achterwege blijven.
De aankomst in Zutfen en daarna in Bekveld.Hendrik dan vertelde ons in sobere bewoordingen, hoe hij na een lange spoorreis van 22 uur vanaf Neu-Brandenburg Dinsdagmiddag tegen 12 uur in Almelo was aangekomen. Vandaar was hij per spoor doorgereisd naar Zutfen. Op het perron te Zutfen ontmoette hij den veehandelaar Weil en diens broer met wie hij wel zaken deed en die hem heel goed kenden. Deze keken stom verbaasd toen ze Hendrik zagen en na een bovenmate hartelijke begroeting, waar Hendrik niets van begreep, vertelden ze aanstonds, dat heel Hengelo (Gelderland) in de meening verkeerde, dat hij gesneuveld en begraven was en in zijn ouderlijk huis droefheid en rouw heerschte.
"Zij lieten mij" - aldus vertelde Hendrik - "De Graafschap-Bode lezen, waarin mien portret stond met een besschrieving. 't Was mien net of ik an de grond zakken. Ik wol toe zoo gauw meugelijk noa huus, dat begriep ie en toen bleek mien, dat d'r gar geen autobus noa Hengel ree." (Het belangrijke landbouwcentrum Hengelo (Gelderland) heeft zoo waar geen enkele busverbinding tot groote schade en ergernis van velen, als ook van die ouders uit Hengelo wier kinderen onderwijs genieten in Zutfen. - Redactie) De veehandelaren, hierboven vermeld, zorgden echter dat Hendrik zoo spoedig mogelijk een fiets kreeg en te ruim half 10 dien avond arriveerde hij in Bekveld.
De familie was echter per telefoon van de blijde thuiskomst verwittigd en toen Hendrik door Hengelo (Gelderland) peddelde, ontmoette hij daar zijn vriend Maalderink, die hem waarschuwde, dat heel Bekveld reeds in afwachting stond van zijn thuiskomst. Dit bleek inderdaad juist, want toen Hendrik de buurtschap Bekveld had bereikt, zag hij bij de boerderij van zijn ouders tientallen vrienden en bekenden zijn ouden vader en moeder omringen en...
... doar kwam Hendrik het roggepeadjen noar de boerderi'j opri'jen.
Ontroering en blijdschap mengden zich dooreen en nadat een der aanwezigen het pad naar den weg was opgegaan om Hendrik te verwelkomen, was Moeder Smeitink de eerste, die Hendrik in haar armen nam. Een aandoenlijk weerzien, dat de omstanders ontroerde, en dan was de oude Vader aan de beurt en vervolgens de andere familie en zeer vele anderen. Hendrik - die in zijn buurtschap en wijde omgeving zeer getapt en populair is - was gezond en wel te midden der zijnen teruggekeerd. De veelzijdige hartelijke belangstelling, die hem thans van alle kanten bereikt, is deze eenvoudige bescheiden boerenzoon welhaast te machtig: "'k Had niet gedacht, da'k zooveel vrienden had" - zoo voegde hij ons toe. Nog geregeld komen bij de familie Smeitink kaartjes en brieven binnen met gelukwenschen en er heerscht thans vreugde en dankbaarheid in de harten der bewoners van "Klein Holte" en die van de geheele buurtschap nu deze "verloren gewaande zoon" in hun midden is weergekeerd.
Bron: krantenartikel uit de Graafschap-Bode van vrijdag 14 juni 1940
--------------------------------------------------------------
Diepe droefheid die in groote blijdschap veranderde.
Een "gesneuvelde en te Rhenen begraven" Achterhoeksche militair keert behouden in zijn ouderlijk tehuis terug.In ons no. van Woensdag 29 Mei hebben wij de beeltenis afgedrukt van den 27-jarigen militair Hendrik Willem Smeitink, wiens ouders wonende op een boerderij in de buurtschap Bekveld de droeve tijding hadden ontvangen dat Hendrik voor zijn vaderland op den Grebbeberg was gesneuveld en aldaar ter aarde besteld.
Diepe smart over dit pijnlijke verlies hield de zwaarbeproefde familie sindsdien bevangen, totdat....... meerdere dagen terug een brief werd ontvangen, eigenhandig door Hendrik geschreven vanuit een gevangenkamp ergens in Duitschland. Dit deed de droefenis plotseling temperen tot bange twijfel en men maakte gissingen en overpeinzingen. Zou het dan toch niet waar zijn? Het bericht van het sneuvelen was wel is waar niet officieel tot de familie Smeitink gekomen, doch de verklaringen van verschillende kanten ontvangen, waren dusdanig pertinent en geloofwaardig, dat men ze voor betrouwbare en als droeve werkelijkheid aanvaardde.
De familie liet rouwkaarten drukken en verzenden en had zich al met het groote leed vertrouwd gemaakt en grootendeels verzoend, totdat de hierboven vermelde brief twijfel ging wekken.
En even pertinent als de berichten van het sneuvelen van Hendrik Willem Smeitink waren geweest, doemden gisteren en vandaag geruchten op over het onverwacht terugkeeren van den "gevallen krijger", die in levende lijve en gezond en wel naar zijn dorpke zou zijn weergekeerd. Geruchten, die ook ons van meerdere kanten bereikten. Wij hebben aanstonds den Burgemeester der gemeente Hengelo (Gelderland) opgebeld en deze kon ons zoowaar de zeer verheugende mededeeling doen, dat deze geruchten op feiten berusten.
"Ja, inderdaad" - aldus burgemeester Van Hoogstraten - "tot ons aller groote vreugde en bovenal tot die zijner familie natuurlijk, is deze doodgewaande militair in goeden welstand bij zijn ouders teruggekeerd.
Smeitink heeft zich nog niet bij mij afgemeld en ik heb hem dus nog niet gezien of gesproken, maar dat hij behouden in het ouderlijk huis is weergekeerd is absoluut juist. Gelukkig is er voldoende gelegenheid geweest om de familie voor te bereiden op deze zoo bijzonder heugelijke tijding, zoodat een hevige schrik en al te felle emotie konden worden vermeden."
Intusschen ziet men alweer (- aldus de burgemeester en wij beamen dit ten volle - Redactie) dat men nooit volledig kan vertrouwen op wat "men zegt", hoe geloofwaardig en overtuigend sommige beweringen soms ook worden uitgesproken.
Wij deelen van harte in de algemeene vreugde, die men in breeden kring thans in de gemeente Hengelo (Gelderland) gevoelt over de verrassend blijde wending, die het groote leed in groote blijdschap deed veranderen. - Redactie.
Bron: krantenartikel uit de Graafschap-Bode van woensdag 12 juni 1940
|