1-II-19 R.I. (1e Compagnie)
Stam
Hoofdonderdeel: | 2e Legerkorps, 4e Divisie |
Eigen eenheid: | 2e Bataljon, 19e Regiment Infanterie |
Kader
Cie Cmdt: | D.C. van Alewijk | reserve-kapitein |
Cmdt 1e sectie: | Prof.Dr. G. Kuiper | reserve 1e luitenant |
Cmdt 2e sectie: | N.W.C. Wijnands | reserve 1e luitenant |
Cmdt 3e sectie: | W. van Krimpen | adjudant-onderofficier |
Cmdt 4e sectie: | Van Neer | vaandrig |
Oorspronkelijke opstelling 10 mei 1940
Deze compagnie was onderdeel van II-19 R.I., het reserve-bataljon van de 4e Divisie. Tijdens de mobilisatie was men gelegerd in Wageningen, gedurende de oorlogsdagen in Rhenen. De verblijfplaats daar was aanvankelijk de Wilhelminaschool, daarna werd de compagnie in verband met Duitse artilleriebeschietingen van Rhenen verspreid over particuliere huizen.
Voorname gebeurtenissen
Op de 10e mei assisteerde de compagnie o.a bij de evacuatie van Veenendaal.
In de avond van de 11e op de 12e mei kreeg II - 19 RI (inclusief de 1e compagnie, maar zonder de M.C.) opdracht om - met de blanke wapens - het Voorpostengebied, dat inmiddels in Duitse handen was gevallen, te heroveren. Gedurende de late avond trok het bataljon over de Grebbeberg richting sluisje en werd daarbij diverse keren door eigen troepen beschoten, die ongewis waren van de doortocht. Wegens ontbreken van vlonders om de reeds opgeblazen sluisbrug over te steken, ondervond men grote vertraging. Daarom besloot de commandant van het bataljon eigenmachtig tot afblazen van de actie. Rond 3.00 uur was men weer terug in Rhenen.
Toen in de middag van de 12e mei de Duitsers waren doorgedrongen op de Grebbeberg en de stoplijn bedreigden, kreeg 1-II-19 R.I. (versterkt met een sectie zware mitrailleurs van M.C.-II-19 R.I. onder commando van reserve 1e luitenant J.M. Folmer) rond 15.30 uur bevel de aanvallers weer uit de Hoofdweerstandsstrook (de strook tussen frontlijn en stoplijn) te verdrijven.
Vanuit de stoplijn (bereikt via Ouwehands Dierenpark ten noorden van de Grebbeweg) werd in de loop van de avond een aantal pogingen gedaan door te stoten langs de Heimersteinselaan. Al die pogingen liepen vroegtijdig vast in het Duitse vuur, waarbij een aantal slachtoffers te betreuren viel. De nacht werd vervolgens doorgebracht in het (stoplijn) loopgraafgedeelte van de 3e sectie van 2-III-8 R.I., waar zich behalve deze laatste sectie nog andere onderdelen bevonden. In deze overvolle stelling werd door kapitein Van Alewijk en enkele andere officieren met krachtige hand de aanvankelijk verdwenen orde hersteld, waarna de verdediging zo goed mogelijk werd georganiseerd.
Gedurende de nacht had een Duits infanteriebataljon van IR.322 zich tegenover de stoplijn bij de Heimersteinselaan gepositioneerd met als doel in de ochtend de stoplijn te bestormen. In de vroege morgen van 13 mei werd de stelling onder hevig mortiervuur genomen en nam de Duitse druk voortdurend toe. Rond 10.00 uur kwam, na een artillerievoorbeiding, de Duitse aanval langs de Heimersteinse laan met kracht los. In de loopgraven vielen doden en gewonden en raakte de munitie op, zodat de verdediging geleidelijk aan op alle locaties moest worden opgegeven. Omstreeks 13.00 uur hadden de Duitsers dit loopgravengedeelte, na plaatselijk hevige gevechten, uiteindelijk in handen. Aan beide zijden waren talloze slachtoffers gevallen.
Een deel van de compagnie werd gevangen genomen, een (naar aan te nemen valt, kleiner) deel slaagde er in te ontkomen, o.a. naar de commandopost van het 8e Regiment Infanterie. De krijgsgevangenen werden vervolgens overgebracht naar een krijgsgevangenenkamp in Duitsland. Halfverwege juni 1940 mochten ze terug naar Nederland.
Bijzonderheden
Bij 1-II-19 R.I. vielen in totaal 8 dodelijke slachtoffers: Adjudant-onderofficier W. van Krimpen en de soldaten J.G.H. Beerling, D. van der Graaf, G.J.A. Keizer, J. Koops, T. Pees, S. Polak en F.J. Rensen. Van de meegestuurde mitrailleur-sectie van MC-II-19 R.I. sneuvelden de commandant reserve 1e luitenant J.M. Folmer en de soldaten G.J. Kappert en J. Knegt.
2366