Overlijden Gerrit Jan Septer in kaart gebracht
door Martin Brink
WAGENINGEN/RHENEN/LIENDEN - Onderzoek doen naar je voorvaderen is al vele jaren een geliefde bezigheid van velen. Zeker wanneer er enige rust is gekomen na een druk werkzaam leven, is dat een zinvolle tijdspassering. Uitzoeken van je voorgeslacht ofwel genealogie heet dat en wanneer er ook nog eens interessante personen worden gevonden, lijkt de volgende stap gezet om het leven van hen in kaart te brengen. Maar het kan ook anders. Wat als diens overlijden met raadsels is omgeven, maar wel genoeg theoretisch materiaal voorhanden is om een hypothese te kunnen maken? Dat nu deed Jan van den Berg uit Wageningen. Hij probeerde alles uit te zoeken over het sterven van Gerrit Jan Septer uit Lienden, een neef van zijn oma Teuntje van den Berg-Septer. Gerrit Jan kwam om tijdens de gevechten op de Grebbeberg in mei 1940. Van den Berg ontdekte dat de man tweemaal zou zijn gesneuveld.
Bij het uitzoeken van zijn stamboom probeerde hij ook informatie te vergaren over de familie van zijn oma, de familie Septer. Jan van den Berg: "Na een flinke zoektocht ontdekte ik dat een neef van mijn vader, Gerrit Johannes Septer op 13 mei 1940 in Rhenen was overleden. Dat was op de dag waarop de Duitsers de Grebbeberg in Rhenen in handen kregen. Zou hij gesneuveld zijn? Ik kwam er achter dat dit inderdaad het geval was. Zijn naam komt voor in het register van gevallenen." Wat deed hij daar? Hoe kwam hij om? Deze en meer vragen waren het begin van zijn zoektocht die - het kan helaas niet anders - soms wat technische militaire zaken bevat.Gerrit Jan Septer werd op 14 juli 1916 in Lienden geboren en was de jongste van de twee zoons van Remmert Septer en Jantje Zaaijer. Gerrit Johannes werd op 5 oktober 1936 als dienstplichtig militair opgeroepen. Hij werd ingedeeld bij het 8e Regiment Infanterie in de Menno van Coehoorn-kazerne in Arnhem. Ruim zes maanden later, op 20 maart 1937 ging hij op groot verlof.
Door de dreiging van een Duitse inval werden in 1939 de Nederlandse militairen gemobiliseerd. Gerrit Jan moest op 29 augustus 1939 opkomen en werd ingedeeld bij de tweede mitrailleurcompagnie van het 8e Regiment Infanterie. Op vrijdag 1 september 1939 ging het regiment naar hun mobilisatiebestemming in Rhenen.
Informatie
Zie voor verdere gegevens de website over de stamboom waarmee Jan van den Berg bezig is: www.vandenbergbeverloo.nl. Informatie over de verwikkelingen in mei 1940 op de Grebbeberg is beschikbaar op www.grebbeberg.nl. Voor meer informatie is de Wageninger bereikbaar via: jan@vandenbergbeverloo.nl.
Op vrijdag 10 mei 1940, het was de vrijdag voor Pinksteren, viel het Duitse leger Nederland binnen. In de vroege morgen vertrokken de militairen naar hun stellingen. De Grebbelinie bestond uit vier 'stroken': de voorposten (tussen het watertje De Grift en Wageningen), daarachter de frontlinie, daarachter weer de stoplijn en tenslotte de ruglijn.
De frontlijn volgde de Grift. De stoplijn moest in actie komen als de frontlijn bezweek. De stoplijn liep direct ten westen van de erebegraafplaats. Gerrit Jan ging waarschijnlijk naar de stelling van de 4e sectie van de mitrailleurcompagnie in het vak van de tweede compagnie van het tweede bataljon van het 8e Regiment Infanterie. Deze stelling behoorde tot de stoplijn en bevond zich aan de noodwestzijde van de Grebbeberg, vlakbij Achterberg.
Op 11 mei 1940 's morgens om twee uur begonnen de Duitsers hun aanval op de Grebbeberg met artilleriebeschietingen. In de loop van die dag vielen de voorposten in handen van de Duitsers. Op 12 mei werd de frontlinie aangevallen. In de loop van 13 mei (Tweede Pinksterdag) werd de stoplijn aangevallen. In de nacht van 13 op 14 mei trokken de Nederlandse soldaten zich terug.
Gesneuveld
Gerrit Jan Septer sneuvelde op 13 mei 1940. Hij werd op 17 mei 1940 gevonden in de stellingen van 3-II-8 R.I., gelegen noordwest van de roggeakker. Volgens een andere aantekening uit dezelfde bron is hij gevonden aan de Heimersteinselaan. Daarbij staat het volgende: "Nam deel aan een geïmproviseerde aanval geleid door de Adjudant Van Krimpen. Deze aanval liep vast in de omgeving van coördinaat 169.6-441.1 (driesprong bospad) oost van bovengenoemde sectie. Hij werd hier op 17 mei gevonden". Deze sectie is de 3e sectie van de 2e compagnie van het derde bataljon van het 8e Regiment Infanterie (2-III-8 R.I.). De adjudant Van Krimpen kreeg op 12 mei 1940 opdracht een aanval te doen richting de verlaten voorposten. Hij kreeg daarbij een sectie zware mitrailleurs toegewezen. Op 13 mei verplaatste hij zich met een groep van zijn sectie. Hij volgde een holle weg en kwam op open terrein met zijn groep in granaatvuur. Op twee man na sneuvelde de hele groep. Als Gerrit Jan bij de Heimersteinselaan is gesneuveld, zou hij lid van de groep van Adjudant Van Krimpen zijn geweest.
Op basis van zijn informatie kan de situatie als volgt worden gereconstrueerd: naast Gerrit Jan Septer sneuvelden er nog elf andere militairen van zijn onderdeel. Ongeveer de helft daarvan is gevonden in de directe omgeving van de stellingen van 3e sectie van 2-III-8 R.I. Deze sectie lag achter het huidige Ereveld aan de Heimersteinselaan. Het is een raadsel hoe die concentratie van militairen van dit onderdeel helemaal daar terecht is gekomen. Gezien de omstandigheden en de plaatsen waarop zich Duitsers bevonden, lijkt dit bijna onmogelijk.
Op de site van de Grebbeberg staat een verslag van soldaat Klinkhamer. Die opereerde in de buurt van 4e sectie zware mitrailleurs van MC-II-8 R.I. Nadat deze sectie door de Duitsers in de rug werd aangevallen, zijn de soldaten in de richting van de loopgraven van de 3e sectie van 3-II-8 R.I. gegaan. In dit verslag staat de volgende opmerking: "Ik heb gehoord van een mij onbekend militair dat hij met vijf anderen, toen zij uit de loopgraaf kwamen om zich over te geven, door de Duitsers waren neergeschoten. Alleen mijn zegsman was niet dodelijk getroffen, de vijf anderen vermoedelijk wel."
De soldaten moesten dus op bevel van de Duitsers uit de loopgraaf komen en zijn vervolgens door hen neergeschoten. Dat verklaart de concentratie doden uit zijn eenheid.
Doodgeschoten na overgave
Jan van den Berg: "Een andere optie zou kunnen zijn dat Gerrit Jan Septer inderdaad lid was van de groep van Adjudant Van Krimpen." Het staat echter vast dat sectie zware mitrailleurs die hem is toegewezen, de sectie zware mitrailleurs van MC-II-19 R.I. was. Het is daarom vrijwel zeker dat Gerrit Jan Septer geen lid van de groep Van Krimpen was.
De meest voor de hand liggende conclusie is dat Gerrit Jan Septer is gesneuveld in de omgeving van de loopgraven van de 3e sectie van 3-II-8 R.I. en dat hij is doodgeschoten nadat hij zich had overgegeven. De opmerking dat hij gesneuveld is bij de 3e sectie van 2-III-8 R.I. is dan een verschrijving: 2-III moet 3-II zijn.
Gerrit Jan Septer werd 23 jaar oud. Hij kreeg postuum het oorlogsherinneringskruis met de gesp: "Nederland mei 1940".
Twijfel
Deskundigen benadrukken dat de conclusies van Van den Berg speculatief zijn. Het is een feit, stellen zij, dat voor heel veel gesneuvelden geldt dat niet meer is te achterhalen waar ze exact zijn gesneuveld. Dat heeft alles te maken met het gegeven dat vanaf de 12e mei veel militairen aan de wandel gingen en naar eigen inzicht van stelling veranderden. Van sommigen is zelfs bekend dat zij over de gehele Greb hebben gezworven! En er gebeurden in die dagen wel meer vreemde dingen. Er is een verhaal bekend van een Veenendaalse veldprediker die meehielp de gesneuvelden te begraven. Eén van die mannen die hij ter aarde had besteld, bleek, na vrijlating uit krijgsgevangenschap in juni 1940, nog springlevend! De predikant moest de pijnlijke fout later toegeven: hij had een SS-er begraven! Deze had een Nederlands uniformjasje aan (een schending van het internationaal oorlogsrecht!) maar diens broek kwam de predikant wel wat vreemd voor, zo herinnerde hij zich later. In de hectiek van die dagen had hij er verder geen acht op geslagen.
Bron: krantenartikel uit de Rhenense Betuwse Courant van 30 april 2008
|