Neergehaald vijandig vliegtuig in een boomgaard langs de Veesteeg te Boven-Leeuwen - mei 1940Reserve-eerste luitenant N.W. Lingen (adjudant bataljonscommandant Staf I-24 R.I.) schrijft hierover in zijn dagboek:
"Een plotseling vanuit de richting Tiel (dus van achteren) komend vliegtuig deed echter de rest. Het was blijkbaar elders aangeschoten en kon geen hoogte meer houden, en zocht nu blijkbaar een geschikt noodlandingsterrein. Toen het op hoogstens 300m afstand aan ons voorbij vloog, floten ineens de kogels om ons heen. Wij zagen duidelijk op zij uit de raampjes (het was een grote transportkist) een zestal mitrailleurs op ons gericht. De reactie bij een ieder van ons was dezelfde, want in een minimum van tijd had iedereen zijn wapen in de richting van het vliegtuig afgevuurd. Of het nu een toevalstreffer was of dat een scherpschutter de roos raakte, maar ineens maakte het vliegtuig een duik, die het ter aarde deed storten. Nog geen vijf minuten daarna kwam een ordonnans van de gevechtstrein melden dat zij beschoten waren door een vliegtuig dat in hun nabijheid was neergekomen. De sergeant liet melden dat hij er met een patrouille heen was. Daar het personeel van de gevechtstrein niet groot in aantal was, meende ik er goed aan te doen er met een paar mensen heen te gaan, daar of de patrouille te klein zou zijn, of de gevechtstrein hoegenaamd geen bewaking zou hebben. Het bleek dat de sergeant er met twee man heen was gereden. Hoewel nog binnen ons vak, viel de afstand toch tegen, daar het bij de Veesteeg op een 800m van de gevechtstrein was neergekomen. Volgens de ooggetuigen had de piloot op het laatste moment het toestel horizontaal weten te trekken, zodat het een vrij behoorlijke landing maakte. Met de kijker zag ik Duitse militairen bezig een en ander uit het toestel te slepen en snel naar een daar ca. 50m van verwijderde plaats dragen. In mijn hart hoopte ik dat dit gewonden waren, die zij er uit droegen, want wat moest de sergeant met z'n 2 man nu beginnen tegen een ploeg van minstens 10 man met machinegeweren bewapend? Al had deze sergeant 10 of 12 man meegenomen, dan waren het nog maar evenzoveel karabijnen, waarmee tegen een paar mitrailleurs toch niets te beginnen valt. In ieder geval besloot ik met mijn 6 man er ook heen te gaan.
Nog voordat wij de Veesteeg bereikten, zagen wij opeens het vliegtuig in vlammen opgaan. Tot onze grote verbazing zagen wij echter één der militairen met een witte vlag naar de weg lopen. Wij reden dus gewoon door en waren zodoende nog eerder bij hen dan de sergeant, die zijn rijwielen natuurlijk reeds eerder had achtergelaten om gedekt achter de bomen te naderen.
Nadat ik hen had laten ontwapenen, deelde hij mede dat zij verschillende zwaargewonden bij zich hadden waarvoor hij geneeskundige hulp wilde gaan halen. Ik antwoordde dat hier prompt voor zou worden gezorgd mits zij zich allen gevangen gaven. Natuurlijk was dit wel hun bedoeling, doch ik meende hem als parlementair niet direct als gevangene te mogen beschouwen. Hoewel hij zich hiermede akkoord verklaarde, liet hij er tegelijk op volgen: "Aber, wir verstehen nicht weshalb Sie sich wehren."
Uit het verdere gesprek bleek namelijk dat hun, bij het verstrekken van hun opdracht was medegedeeld dat Holland zich op dezelfde wijze zou gedragen als Denemarken. Ik zei hem dat wij officieel in oorlog waren en daar snapte hij niet veel van, hoewel zij op hun vlucht hadden gemerkt dat zij hier niet als vrienden werden ontvangen. Uit zijn papieren bleek hij te zijn: Paul Boemack.
Een soldaat had ik reeds met 3 kruisjes (dat wil zeggen met de meeste spoed) naar de hulpverbandplaats gezonden om te vragen of ze met een auto konden komen voor gewondentransport.
Met onze eerste gevangenen gingen wij toen naar de overige Duitsers toe, die zich inmiddels nog wat verder van het brandende vliegtuig hadden verwijderd, daar zich ieder ogenblik explosies voordeden. Volgens hen was dit de munitie van de boordmitrailleurs, daar hun eigen munitie op was. Ondanks het groot aantal machinegeweren was dus van tegenstand bieden geen enkele sprake geweest.
Er waren drie zwaargewonden, waarvan inmiddels één was overleden, terwijl de overigen lichte verwondingen hadden tengevolge van het onzacht neerkomen van het vliegtuig. De piloot was onder de zwaargewonden en het bleek dat hij deze verwonding vlak voor de landing had bekomen. Dankzij zijn tegenwoordigheid van geest hadden zij er dus het leven van afgebracht.
De overige gevangenen bleken volgens de ingenomen zakboekjes te zijn:
1. Oberleutnant G.W.G. Ehrhardt
2. Feldwebel Fritz Neumann
3. Feldwebel Willy Ocks
4. Unteroffizier Horst Stephan
5. Gefreiter Hermann Würdemann
6. Gefreiter Rudolf Rypka
7. Feldwebel Rolf Fürst
8. Ernst Palmer
9. Walter Garrels
10. Heinrich Wieling
De sergeant droeg ik op voor de verdere afwikkeling te zorgen, daar ik hoog nodig naar het Bataljonsbureau moest terugkeren. Ik begaf mij nog even naar de resten van het vliegtuig, dat nog slechts een verwrongen metalen geraamte was. In de nabijheid vond ik nog enige interessante dingen, die tot de uitrusting van de Duitse militairen behoorden, welke ik bij mij stak.
Toen ik terug wilde keren zag ik een militaire vrachtauto op de weg staan, terwijl enig geneeskundig personeel met brancards in onze richting kwam. Ik kon de rest aan hen overlaten en daar er ook een paar sergeants van de Brigade bij waren, verzocht ik hen ook de marsvaardige gevangenen mede te willen nemen, opdat onze sergeant ten spoedigste naar zijn gevechtstrein zou kunnen terugkeren. Dit was akkoord, zodat ik hem de papieren van de gevangenen overdroeg."
Foto gemaakt na de capitulatie en behorende bij het verslag bataljonsbewegingen en -verrichtingen I-24 R.I. gedurende de oorlog van 10 t/m 14 mei 1940 door N.W. Lingen. |