Vergroting afbeelding
Gesneuvelden van de 8e Compagnie Mortieren van 8 - 1940E.H. Boddé, de broer van sergeant S.J. Boddé, schrijft op 29 september 1976 aan dhr. Brongers:
"Mijn broer, de dpl. sergeant S.J. Boddé kwam van de K.M.A. te Breda in depot te Bussum. Van daar werd hij op 1 mei 1940 overgeplaatst naar I-8 R.I. als mortierist en geplaatst in de stoplijn. Hij wilde niet levend in handen van de Duitsers vallen en is naar voren gekropen toen andere mortieristen naar achteren ontkwamen, teneinde hun aftocht te dekken. Wat later werd een groep van deze mortieristen door de S.S. vermoord. Dit alles geschiedde op 13 mei. Mijn broer is later met enkelen nog verder naar voren gegaan en is 's middags om plm. half twee aan het einde van de holle weg, beneden aan de berg, bij het bruggetje gesneuveld. Waarschijnlijk door afsluitingsvuur van de Nederlandse artillerie vanuit de Betuwe. Mijn broer kende de berg goed want hij was student in Wageningen. De mensen die samen met hem vochten kenden hem niet goed omdat hij slechts sedert 1 mei bij hen was (als "roodborstje"). Zijn naam wordt echter nooit genoemd. Ik kom echter graag voor hem op omdat hij een goede broer voor mij was.
Op de foto elf mortieristen van I-8 R.I. Zeven van hen zijn door S.S'ers als "Heckenschütze" vermoord bij de villa "Wilhelmina" naast restaurant "Rust Wat".
v.l.n.r. boven:
- sergeant S.J. Boddé (Rijssen)
- soldaat J.H. Bos (Giesbeek)
- sergeant K. Gort (Hoogeveen)
- kapitein J.A.P. van Dijk (Arnhem)
v.l.n.r. midden:
- sergeant J.M. van 't Hof (Gendringen)
- korporaal L. Jansen (Slijk-Ewijk)
- sergeant J.C. Klomp (Arnhem, droeg een gewone pet en werd daarom doodgeschoten)
v.l.n.r. onder:
- soldaat L.G. Peper (Winterswijk, bij wijze van straf in de stoplijn bij de mortieren geplaatst)
- soldaat A.J. van Ree (Doesburg)
- korporaal L. Roza (Oosterbeek)
- luitenant W. Schoonderbeek (Amsterdam) |
» Lees de gebruiksvoorwaarden