Rapport van tweede luitenant der Artillerie J.A.A. Wynekes
R A P P O R T:
2de Luitenant der artillerie J.A.A. WYNEKES geboren 13 October 1918 bericht ingevolge dd. 19 Januari 1942
van Uwe Exellentie ontvangen opdracht zijn bevindingen in Nederland vanaf het uitbreken der oorlog:
OORLOGSDAGEN
7 Mei van K.M.A. voor 3de maal gedirigeerd naar onderdeel III-8 R.A. (Regiment van Overste de Kruiff)
Stellingen gelegen nabij de Koerheuvel achter Rhenen.
Afdeelingscommandant reserve Kapitein van 't Land.
Afdeeling bestond uit 3 batterijen van 15 hw. lang 17.
Oorspronkelijk uit 2 batterijen, 1 Mei versterkt met de nieuwe 3e batterij.
Bedieningen werden gevormd door recruten die een diensttijd achter de rug hadden van twee maanden en nog nooit met scherp geschoten hadden.
Nacht van 9 op 10 Mei om half twaalf alarm; naar de stellingen.
Om half vier de geheele Afdeeling tot vuren gereed. Wisten toen nog niets van den algemeenen toestand af.
4 Uur vlogen Duitsche bommenwerpers en jagers in groote getalen over zonder hun bommenlast te laten vallen.
Luchtdoelartillerie ging pas tot vuren over toen een aanzienlijk aantal vliegtuigen gepasseerd was.
Daarna ettelijke vliegtuigen naar beneden geschoten. In omgeving van Rhenen 20 op den eersten dag.
De eerste dag ging zonder bijzonderheden voorbij.
's Nachts werd waargenomen uit verschillende waarnemingsposten.
Ondergeteekende zat in waarnemingspost "Groenebank" gelegen voor onze Afdeeling.
's Nachts valt het afgeven van vele Duitsche vuurwerkseinen op.
De volgende dag werd het eerste vuur afgegeven door de 2de batterij. Doel was de oude kerk van Wageningen. Melding van infanterie in voorste lijn was: Kerk wordt gebruikt als waarnemingspost. Enkele schoten waren voldoende. Achteraf gebleken dat kerk ook gebruikt werd voor nachtkwartier. Door een Duitsche Kapitein toegegeven dat door dit vuur alleen 500 wielrijders werden gedood die daar lagen te slapen in het stroo.
Het Duitsche opperbevel maakte na afloop van den oorlog bekend dat aan de Grebbe totaal 300 man gedood werden.
Tegen den nacht werd het vuren van onzen kant heviger en ging den heelen nacht en daaropvolgende dagen met kleine rustpauzes door. Gemiddeld 300 projectielen per. Batterij per nacht.
Als bijzonderheid valt nog verder op te merken:
Den eersten dag, toen nog geen enkel vijandelijk projectiel in onze stelling gevallen was, bleek dat verscheidene telefoonverbindingen verbroken, en bij onderzoek doorgeknipt waren.
Vanaf dit moment wantrouwde bij de Afdeeling de manschappen elkaar. Tenslotte werd de dader door eigen manschappen aangewezen, een bloemenkweker uit Hillegom op wien een brief werd gevonden waarin stond: "Dat hij bedankt werd voor zijn edelmoedigen daad en dat het Duitsche Volk dezen daad nooit zou vergeten". Brief was onderteekend door een Burgemeester van een Duitsche plaats. Verder werd nog een van onze U.K.G. toestellen gevonden, vernield door een Nederlandsche bajonet, welke zich nog in het toestel bevond. Ook was het eigenaardig dat onze geheele Afdeeling op hetzelfde moment onder vuur kwam te liggen.
Onze aalmoezenier, die gevangen genomen werd heeft nadat hij uit krijgsgevangenschap ontslagen was, dit verschijnsel weten te verklaren. De Duitschers bleken in het bezit te zijn van stafkaarten voorzien van nulpunten van onze batterijen.
Ook kenden zij de namen van een groot aantal hoogere Commandanten uit onze sector.
Deze gevallen beïnvloedden het moreel der troepen nadeelig.
Toch was van een bepaalde angst geen sprake. Ook de nieuwe 3de batterij met recruten hielden zich uitstekend.
Voor een voldoende munitietoevoer werd gezorgd.
Over de verpleging niets dan lof. Het projectielenmateriaal der Duitschers was in die dagen al slecht.
Een vuurmond van onze 1ste batterij kreeg een voltreffer op het schild van 7 cm geschut. Uitwerking: een diepe deuk op het schild en een van onze manschappen die buiten het schild stond gedood.
Totale verliezen van onze Afdeeling:
3 dooden
2 gewonden.
De 14de Mei 's middags kreeg onze Afdeeling opdracht terug te trekken. Bleek later dat deze opdracht veel te laat afgegeven of ontvangen was. Wij moesten onze vuurmonden achter laten (onklaar gemaakt) omdat onze bespanningen niet meer op tijd aanwezig konden zijn. (paardentractie)
De terugtocht werd hoofdzakelijk 's nachts gemaakt met de bespanningen. Schoten langzaam op deels doordat wij als beredenen achter de infanterie aan moesten rijden deels doordat het terrein onderwater geloopen was. Reden met een van onze munitieauto's in een eigen tankval.
Volgende morgen werd even gerust en moesten toen direct verder; geruchten werden verspreid dat vijandelijke colonnes in aantocht waren. Alles werd achtergelaten, ook de paarden.
Later moesten de paarden opgehaald worden en toen bleken de geruchten waar te zijn.
Zes man van onze Afdeeling werden gevangen genomen, de rest wist te ontsnappen.
De rest van de terugtocht werd op klaar lichten dag ondernomen naar het dorp Benschop, gelegen ten zuiden van Utrecht.
Daar kregen wij te hooren dat Nederland gecapituleerd had.
Dit wekte groote teleurstelling bij onze geheele Afdeeling en wij hadden groote moeite de manschappen hun munitie in te laten leveren. Achteraf bleek dat veel munitie bij de boeren was verstopt, die daar waarschijnlijk nog verborgen ligt.
Daarna demobilisatie, en met een kleine kern werd de opbouwdienst begonnen. Op 15 Juli werd ondergeteekende benoemd tot 2de Luitenant. Deze dag viel samen met mijn ontslag uit den opbouwdienst.
NAOORLOGSDAGEN:
Ondergeteekende heeft zich in laten schrijven aan de Universiteit te Leiden in de medicijnen.
Hoogleeraren waren buitengewoon welwillend voor ex-militairen, bijvoorbeeld: vervroegd examen doen om het mobilisatiejaar in te halen. Ik heb toen mijn candidaats I in drie maanden gehaald.
Deze houding van de Hoogleeraren was natuurlijk een doorn in het oog van de N.S.B.
Allerlei dwaze maatregelen werden genomen o.a. werden Joodsche Hoogleeraren ontslagen. Prof. Cleveringa hield een rede om deze Duitsche maatregel, en het gelukte dezen buitengewonen begaafden en geliefden Hoogleeraar om in een kwartier tijd 2000 studenten tot groot enthousiasme te brengen. 2 Coupletten van het WILHELMUS werden gezongen. Volgenden dag besloten de studenten tot staking over te gaan. Examens gingen clandestien door totdat ook dit de Duitsche autoriteiten te weten kwamen.
|