Rapport van reserve-kapitein H.M. Vestdijk
Tijdtafel - Kapitein Vestdijk, Commandant 16 M.C.
Vrijdag 10 Mei. Een sectie tegen luchtdoelen om 1.30 uur afgemarcheerd. Dit was gewone dienst bij graad 2a. Gehoord hebbend dat Luitenant Gazendam vroeg later te mogen komen, zelf om plm. 2.30 uur per rijwiel achterna. Onderweg de eerste vliegtuigen gezien. De Grebbeberg opfietsend begon het afweergeschut.
Zorg gedragen dat graad van strijdvaardigheid 4 bereikt werd. De fourier, administrateur, sergeant v/d week hadden hiervoor reeds uitgebreide orders. Particuliere auto's waren reeds ter vordering gereed. Ook de menagemeester was volkomen voorbereid. De meeste diensten moesten per particulier rijwiel geschieden aangezien van de organiek benoodigde rijwielen (24) slechts vier aanwezig waren. Alle vervoer moest met gevorderde wagens geschieden aangezien de trein nog steeds niet aanwezig was. Deze mobilisatie verliep zeer vlot.
Om ca. 4.00 uur het vuur geopend op de laagvliegende vliegtuigen, zonder merkbaar succes. De stukken stonden opgesteld buiten de loopgraven om de boomen op de plaatsen met een X aangegeven. Na aankomst der tweede (linker) sectie deze hun stelling volledig laten bezetten.
Om ca. 11.00 uur eenig mitrailleurvuur uit vliegtuigen. Daarna ook de rechter sectie in de stelling. Zelf in mijn commandopost. Van daaruit het terrein verkent door de afstandmeter vanwege het ontbreken van alle kijkers. Niets waargenomen.
Periodiek beschoten door vliegtuigmitrailleurs en geschut. Zonder uitwerking. Inmiddels melkbussen in de buurt gevorderd en deze evenals de wateremmers laten vullen. In de stelling geen wateraanvoer. Pompen waren meerdere malen aangevraagd. 's Middags normaal middageten.
Zaterdag 11 Mei. In de prille ochtend: stelling nog volkomen onbeschadigd. Verder afgewacht en terrein verkend door de afstandmeter. Geen bijzonderheden.
Daar alles zeer rustig was een ploeg aan het werk gezet om een naderingsloopgraaf te maken. Dit werk mocht vroeger niet beginnen vanwege de "zichtbaarheid". Het ontbreken van deze loopgraaf heeft de bevelvoering ten zeerste bemoeilijkt. Mede in verband met het feit dat alle andere verbindingsmiddelen ontbraken. Deze ploeg heeft niets gepresteerd aangezien zij herhaaldelijk beschoten werden uit vliegtuigen: dus reeds spoedig de stelling bezet.
In de loop der ochtend begon een kalme artilleriebeschieting. De koffie om 12.00 uur kon nog doorkomen, hoewel het water door ieder vuur heen aangevoerd moest worden. Dit was de laatste maal, want daarna stond de wateraanvoer stil, omdat het personeel dat water moest halen niet meer door het vuur kon. Het gebrek aan water was wel heel erg.
Langzamerhand werd het vuur sterker. Tusschen de lagen steeds het terrein geobserveerd en niets waargenomen. Daarom de troep minus piket in de onderkomens. De sectiecommandant in mijn commandopost. De beschieting werd steeds heviger, echter met vrij licht kaliber. Luitenant Gazendam herhaaldelijk bij de sectie geweest. De manschappen waren rustig. Bij inspectie der stelling bleek deze onbeschadigd te zijn, behalve een gedeelte tusschen de rechter sectie en het links daarvan staande stuk pag. Uitgezonden patrouilles meldden dat het pag verdwenen was.
's Nachts onrustig met periodiek hevige beschietingen. Hierdoor een mitrailleur onklaar: gescheurde mantel.
Zondag 12 Mei. Den geheelen dag zeer sterke beschieting waarschijnlijk met zwaarder kaliber. In het terrein eenige beweging waargenomen en opdracht gegeven dat op iedere beweging gevuurd moest worden.
Eenige beweging waargenomen achter Kruiponder. Waarschijnlijk terugtrekkende troepen. Hevig artillerievuur waargenomen op frontlijn en voor Kruiponder. Voortdurend artilleriebeschieting. Hierdoor een tweede mitrailleur onklaar (gescheurde watermantel). Aangezien hierdoor mijn aanwezigheid achter de rechter sectie overbodig werd om ca. 16.00 uur mijn commandopost verplaatst naar achter de linker sectie.
Inmiddels was de telefoonverbinding totaal verbroken. Uitgezonden patrouilles kwamen met verwarde berichten terug. Van andere zijde bereikten mij ook geen berichten. Ik had sterk den indruk dat de frontlijn nog onvoldoende bezet was. Daarom ook niet kunnen uitvoeren mijn plan om stukken uit de tweede sectie naar de rechter te verplaatsen, aangezien het vuren vanuit de rechter sectie in de richting van Heimerstein onmogelijk was en ik vermoedde dat de vijand in mijn rug zou komen.
Gazendam achter gelaten met de opdracht tot het uiterste stand te houden. Vanwege het hevige artillerievuur de goederen uit de commandopost niet kunnen verhuizen. In de linker sectie veel last van schijnschoten om mij heen. De troep nerveus. Patrouilles kwamen terug met het bericht: "geen vijand gezien en toch zijn ze er". Voortdurend beschieting. Watergebrek nijpend.
Maandag 13 Mei. Aanvankelijk zeer zware beschieting. Werd om ca. 9.00 uur verlegd. Inmiddels verschillende doelen voor de frontlijn bevuurd. Den heelen dag patrouilles uitgezonden om de onzichtbare schutters op te zoeken. Uit hun berichten sterk den indruk gekregen dat het heele voorterrein van eigen troepen ontbloot was. Mijn rechterflank schijnt toen reeds ongedekt geweest te zijn. Ik kon geen verbinding met neventroepen krijgen. Daarom sterke patrouille op de rechterflank van de linker sectie.
In de loop der ochtend een bericht ontvangen dat een compagnie Jagers (I-24 R.I.) een tegenstoot zou uitvoeren. Hiervan in het voorterrein niets gezien. Wel gezien een troep ter sterkte van ca. 1 sectie die in wanorde door mijn stelling terugtrokken. Zij legerden zich met andere troepen die daar reeds waren ca. 200 meter achter mijn linker sectie en openden vandaar geweer- en mitrailleurvuur, over en in mijn rugweer.
In de middag viel zeer zwaar artillerievuur op ca. 100 tot 300 meter achter mij. De eigen troepen schijnen daardoor verdreven te zijn. Toen ik daardoor weer beter gelegenheid kreeg waar te nemen kreeg ik van alle zijden geweer- en mitrailleurvuur en vuur uit infanteriegeschut. Mijn stukken vuurden in het voorterrein en zoveel mogelijk rechts en links op beweging in het terrein. Individuen waren niet te zien. Sterk den indruk hebbend dat de vijand ook reeds achter mij was gaf ik opdracht de stukken uit de stelling te halen en op te stellen op den rugweer. Ik bleef zelf achter met een bezetting van tien man. Juist toen de rest van de sectie bezig was in de opstellingen verschenen in het achterterrein Duitse troepen die ik niet bevuren kon vanwege de doode hoek. Eenige manschappen met mitrailleurs en handgranaten bewapend verschenen op den rugweer. Om nutteloos bloedvergieten te voorkomen heb ik mij overgegeven.
|