Gijsbertus Wilhelmus van Rossum
|
|
Notities
- Uit het rapport Sellies/Verhoeven (bevat o.m. gegevens omtrent sneuvelen en vindplaats)
Op 18 mei 1940 gevonden aan de Levendaalselaan achter stelling 29 aan de Grift.
- MC-II-8.RI (res kapt Schoevaars) had wegens de sectorverdeling over kazematten vijf secties, welke waren verdeeld over de kazematten 18b en 18c (in plaats daarvan SPO nabij de kazematten), 20, 21, 22, 24, 25, SPO nabij 25 en 27 t/m 31. De vijfde sectie werkte samen met een sectie van 4.MC, betreffende de kazematten 29, 30 en 31. Al deze kazematten bevonden zich in de frontlijn en tussenverdediging, met uitzondering van de SPO nabij de ongebruikte kazematten 18b en 18c.
- De officiële lezing: Betrokkene behoorde tot de bezetting van G-29, in de tussenverdediging aan de Levendaalsche Steeg. De loopgraaf met bijbehorende koepel werd in de vroege ochtend van 13 mei door SS omsingeld, de bezetting naar buiten gedreven en, volgens sommige ooggetuigen, neergeschoten na overgave. Het zou gaan om een executie van vijf man van 2-II-8.RI en de soldaat Van Rossum van MC-II-8.RI. De koepel werd met een handgranaat uitgeschakeld, doch de drie inzittenden overleefden dat. Alle slachtoffers werden vlak bijeen gevonden in de stelling tussen G-28 en G-29. Alleen de soldaat H. de Kleijn overleefde het voorval wonderbaarlijk, maar bleef wel blind. Het is echter zeer aannemelijk dat deze versie onjuist is. Vier man die vermeend in de loopgraaf tussen S-28 en S-29 werden gevonden op 18 mei, behoorden in feite tot de sluiswacht. Deze had een zelf gemaakte schuilplaats in de kweektuin van Huize de Ridder gemaakt, aan de voet van de Grebbeberg. Daar zouden volgens onderzoekingen van Hueting zeven man zijn omgekomen door Duits vuur en Duitse handgranaten die in de schuilplaats waren geworpen. Van Rossum werd zelfs - zo verklaarde een overlevende van de sluiswacht - door zijn hoofd geschoten bij de uitgang, toen hij zich wilde overgeven. Omdat nog drie man van de sluiswacht vermeend bij de loopgraaf tussen G-28 en G-29 - in de veel noordelijker tussenverdediging - werden geregistreerd, is vrijwel zeker sprake van een transport en/of administratieve fout. Aangenomen wordt dan ook dat betrokkene bij de schuilplaats van de sluiswacht dood werd aangetroffen op 18 mei.
- OGS datum van 10 mei 1940 is onverklaarbaar en apert onjuist.
1875