Schrijven van luitenant-kolonel H.C. de Man over tegenaanval Grebbeberg
(OUD) Commandant 4 R.A.
Gegevens omtrent
tegenaanval Grebbeberg.
Ede, 3 Juli 1940.
Naar aanleiding van Uwe mondelinge vraag omtrent de medewerking van de Divisieartillerie van IIe Divisie aan de tegenaanval bij de Grebbeberg op 12 en 13 Mei j.l. bericht ik U het volgende:
Uit mijn verslag van de gebeurtenissen van die dagen haal ik aan:
Te pl.m. 15.30 uur (12 Mei) kwam bericht dat de toestand bij de IVde Divisie ongunstig verliep, dat de vijand de hoofdweerstandsstrook was binnengedrongen, dat nog wel in de stoplijn werd standgehouden, doch dat zelfs doorbreking van deze lijn gevreesd werd. Dit zou uiteraard zeer ernstige gevolgen voor de Noordelijke Divisie met zich brengen.
Een tegenaanval zou door Commandant 10 R.I. in Zuidoostelijke richting worden ondernomen, terwijl in Oostelijke richting een tegenaanval zou geschieden met bataljons van de Brigade B. Commandant 10 R.I. had tot zijn beschikking 2 bataljons uit de Divisiereserve van IIe Divisie. Het geheel onder leiding van Commandant IIe Divisie.
Voor ondersteuning van den tegenaanval in Zuidoostelijke richting werden aangewezen I en II-4 R.A., die daartoe spoedshalve een stelling innamen in de nabijheid van hunne stellingen.
De Kapitein L.H. Le FĂȘvre de Montigny bood zich vrijwillig aan om Commandant 10 R.I. als wnd. C.-groep met rechtstreeksche steun ter zijde te staan. De Kornet Jiskoot werd hem daarbij vrijwillig toegevoegd. De gekozen batterijstellingen lagen wel ver achter de lijn van gereedstelling, doch door aansluiting op het vaste net was telefonische verbinding spoedig tot stand gebracht.
Met den Divisiecommandant begaf ik mij naar Commandant IVde Divisie en daarna naar Prattenburg en Commandopost Commandant 10 R.I. Door wijziging van de eerst ontvangen bevelen en wijziging in de bevelvoering over deze aanval werd deze zoodanig vertraagd, dat de aanval niet voor het invallen van de duisternis kon plaats vinden. Uit dien hoofde werd bepaald, dat de aanval eerst den volgenden morgen zou plaats vinden onder Commandant IVe Divisie.
Daar IIe Divisie zoo lang de steun van 2 afdeelingen niet kon ontberen werd I-4 R.A. weder in haar oorspronkelijke stelling geplaatst, terwijl II-8 R.A. tijdelijk de rechtstreeksche steun voor 22 R.I. op zich moest nemen.
Bij den tegenaanval op 13 Mei heeft II-4 R.A. de volgende vuren afgegeven:
Pl.m. 4.30 uur op Anna's hoeve
Pl.m. 5.30 uur vuur opnieuw afgegeven,
een en ander volgens het door Divisieartilleriecommandant (D.A.C.) IVe Divisie uitgegeven vuurplan.
De Luitenant-Kolonel,
Oud-Commandant-4 R.A.
(get.) H.C. de Man.
Aan
Legerkorpsartilleriecommandant IIe Legerkorps.
|