Scotti-Isotta Fraschini 2 tl. No. 2
Inleiding
Om effectief vuur uit te brengen met 2 tl. (tegen luchtdoelen) wapens gaf men vaak door middel van snelopvolgende korte vuurstoten een perimetervuur af. Meestal in combinatie met een of meerdere andere stukken 2 tl. werd een verticaal vlak bevuurd dat kort voor de vijandelijke toestellen lag. De overkomende vliegtuigen moesten hier doorheen en de kans dat deze hierbij geraakt werden - bij een vlieghoogte lager dan 1.000 - 1.500 meter - was relatief groot. Het effect van de kleine granaatjes (24 grams lading) was echter gering.
Scotti
Het luchtafweergeschut 2 tl. No. 2 Scotti was nauw verwant aan de 2 tl. No. 1 Oerlikon. Rond 1930 startte de samenwerking tussen Oerlikon en Società Anonima "Armi Automatiche Scotti" (kort Armiscotti) uit Brescia. In opdracht van het Italiaanse Ministerie van Luchtvaart ontwikkelden de twee bedrijven samen een 20 mm. snelvuurkanon voor inbouw in een vliegtuigvleugel. Het nieuw ontwikkelde vleugelkanon behoorde op dat moment tot de modernste wapens van die tijd. De directeur van Armiscotti was Alfredo Scotti.
In Brescia en later in Milaan werden enkele honderden 20 mm. snelvuurkanonnen voor de Italiaanse markt geproduceerd, met name ten behoeve van vliegtuigbewapening. De verkooprechten van Armiscotti aan andere landen dan Italië zelf werden in 1933 ondergebracht bij een Zwitserse firma Brevetti Scotti AG, gevestigd in Zürich met twee aandeelhouders, namelijk Alfredo Scotti en Emil Georg Bührle. Bührle werd in 1936 enig aandeelhouder en directeur van Oerlikon.
In 1939 kwam een samenwerkingsverband tussen Armiscotti en Isotta Fraschini tot stand. Isotta Fraschini produceerde zeer luxe automobielen, bussen en ze bouwden o.a. (vliegtuig-) motoren. De fabriek was gevestigd in Milaan. De samenwerking resulteerde in de productie van vele 7,7 en 12,7 en 20 mm snelvuurkanonnen, met name bedoeld voor vliegtuigen. Zo werden de Scotti-Isotta Fraschini wapens o.a. gemonteerd in de Savoia-Marchetti S.M.84.
De munitie
De 2 tl. No. 2 Scotti vuurmond schoot 20 mm. kaliber patronen met een hulslengte van 137 mm. en een gewicht van 320 gram. Het brisantpatroon met lichtspoor had een messing huls met gordel en groef. Het projectiel was voorzien van een schokbuis No. 56. De munitie werd met een patroonband via een slakkenhuisvormig magazijn aangevoerd.
Nederlandse aankoop
De levering van 20 mm. luchtdoelgeschut door Oerlikon aan Nederland stokte in september 1939 omdat de Zwitserse regering de productie voor eigen gebruik opeiste. Derhalve zocht de Nederlandse legerleiding naar alternatieven om 2 tl. luchtdoelgeschut te bemachtigen, die gevonden werd bij Scotti-Isotta Fraschini. Deze produceerde namelijk een vergelijkbaar wapen: de Scotti-Isotta Fraschini 20/70. Kapitein C. van Dongen ontving de opdracht af te reizen naar Italië om besprekingen te voeren met Scotti-Isotta Fraschini en zonodig de Italiaanse regering teneinde 100 vuurmonden 2 tl. en 500.000 patronen aan te kopen. Een vuurmond inclusief 5000 patronen kostte destijds $ 17.750 (ofwel 33.350 gulden).
De levering van Scotti-Isotta Fraschini 20 mm. vuurmond was eigenlijk niet mogelijk zonder toestemming van de Zwitserse firma Brevetti Scotti AG omdat deze het exclusief recht had verkregen voor de exportmarkt van Italië. Alfredo Scotti en Emil Georg Bührle moesten beiden hun toestemming verlenen en zodoende werd er onderhandeld. Onderhandelaar van Nederlandse zijde, namens de Artillerie Inrichtingen (AI), was Mr. van Buuren. Uiteindelijk gunde Bührle Nederland het contract vanwege de 'aangename betrekkingen'.Met de Italiaanse firma werd medio november 1939 een voorlopig leveringsprogramma overeengekomen. De definitieve bestelling van de AI, gedateerd 13 december 1939, bestond uit 100 vuurmonden 2 tl., 100 reservelopen, 500.000 brisantgranaatpatronen met lichtspoor en 25.000 oefen-brisantgranaatpatronen met lichtspoor. Voor de 100 vuurmonden en bijbehorende 500.000 patronen alleen was een bedrag gemoeid van 3.335.000 gulden, de helft werd als voorschot betaald. Ter vergelijking: Oerlikon kreeg voor 180 vuurmonden met 600.000 patronen een bedrag van 5.375.000 gulden betaald, ofwel een kleine 30.000 gulden per vuurmond.
Het laatste model Scotti-Isotta Fraschini 20/70 1939 kon echter nog niet worden geleverd aan Nederland. De eerste levering van 25 stuks zou daarom bestaan uit vuurmonden van het eerder ontwikkelde model Scotti-Isotta Fraschini, calibro 20, Mod. 38 (Oud Model). Het model 1939 (Nieuw Model) was eigenlijk een doorontwikkelde versie van dit model en week wat betreft de aanvangssnelheid, het bereik en de vuursnelheid verwaarloosbaar af.
De levering
De eerste levering van 4 vuurmonden bereikte Nederland begin januari 1940. Op 4 maart 1940 volgde een tweede bestelling voor nog eens 100 vuurmonden. Medio maart volgde de tweede levering van 16 stuks en begin april nog eens 15 stuks met daarbij 140.000 patronen. De levering van de 11 stukken die op 14 mei 1940 de Hembrug fabriek in Zaandam bereikten is met mysteries omgeven. Zo zou je je kunnen afvragen hoe het mogelijk was dat deze colonne zomaar door oorlogsgebied kon rijden? Of dit verhaal op waarheid berust valt vooralsnog niet met zekerheid te zeggen, in ieder geval zijn deze vuurmonden niet meer ingezet. De helft van de eerste order (omvattende 100 vuurmonden en 500.000 patronen) was door Nederland vooruitbetaald, daarvan werden er dus uiteindelijk in totaal 46 geleverd.
Vier 2 tl. No 2 werden ingedeeld bij het 8e en 10e Peloton Luchtdoelmitrailleurs. Deze pelotons werden belast met de verdediging van de Hembrug fabriek te Zaandam. De vuurmonden 2 tl. No 2 Scotti zijn na de capitulatie in mei 1940 spoorloos verdwenen. Ze zijn ongetwijfeld door de bezetter ingezet en uiteindelijk verloren gegaan. In het Museo Tecnico Navale in La Spezia in Italië staat nog een '39 model uit 1942 tentoongesteld.
Kenmerken
Fabriek: | Scotti-Isotta Fraschini (I) | |
Kaliber: | 20 mm. | |
Affuit: | driepoot. | |
Tractie: | 1 assig, wielen. | |
Lengte kanonloop: | 70 kalibers. | |
Sluitstuk: | volautomatisch. | |
Vuursnelheid: | 250 schoten per minuut (OM), 230 schoten per minuut (NM) | |
Aanvangssnelheid: | 830 m/sec. (OM), 840 m/sec. (NM) | |
Soorten munitie: | brisantgranaat met lichtspoor van 0,125 kg (patroon 0,32 kg.); schokbuis met zelfvernietiger. |
|
Vuurgeleiding: | kringvizier met oogkorrel. | |
Gewicht: | rijdend: | ongeveer 300 kg. |
in stelling: | 227,5 kg. | |
Maximale bereik: | horizontaal: | 2.135 meter (OM), 2.500 meter (NM) |
verticaal: | 2.135 meter (OM), 2.500 meter (NM) | |
praktisch plafond: | 2.135 meter (OM), 2.500 meter (NM) | |
Schootsveld: | zijdelings: | 360 graden. |
verticaal: | -15 - +85 graden. | |
Ingevoerd bij Nederlandse leger: | 1940 | |
Aantal beschikbare stukken in mei 1940: | 35 stuks |