Tweede Slag om de Grebbeberg

Door Herman Rosenberg

Vandaag precies 65 jaar geleden naderde de strijd op en om de Grebbeberg een dramatische climax. Het Nederlandse leger moest zich na drie dagen van verbeten gevechten terugtrekken. De overmacht van de Duitsers bleek te groot en hun wapentuig vele malen beter dan wat er van 'onze' kant tegenover kon worden gesteld. Op de 'berg' bij Rhenen, het zuidelijkste punt van de Grebbelinie, sneuvelden bijna vierhonderd Nederlandse soldaten en officieren en ongeveer 250 Duitsers.

De tweede slag om de Grebbeberg ontbrandde vijftien jaar geleden en duurt, met tussenpozen, nog steeds voort. De vijandelijkheden begonnen in mei 1990 met de verschijning van het boek 'Mei 1940 - De strijd op Nederlands grondgebied' van het Instituut voor Militaire Geschiedenis (IMG) van de Koninklijke Landmacht. In dat boek werd onder meer betoogd dat de Duitsers op de Grebbeberg (en elders) het oorlogsrecht niet systematisch schonden. Sterker nog, de Duitse schendingen en die van Nederlandse kant hielden elkaar min of meer in evenwicht. Dit was een van de elementen in het boek die tot felle protesten hebben geleid van veteranen.

Was het oorlogsrecht in het boek van 1990 maar één van de vele onderwerpen, het is het hoofdthema van de in maart van dit jaar verschenen studie 'Ik had mijn roode-kruis band afgedaan' van IMG-historicus Herman Amersfoort. De stelling van destijds wordt opnieuw betrokken en stevig uitgebouwd. En ook nu weer is de reactie van de veteranen heftig; een eigen brochure zag onlangs het licht (te downloaden via www.grebbeberg.nl). Het onder rijksauspiciën uitgegeven boek wordt gevoeld als een dolkstoot in de rug.

Hoe begrijpelijk de woede van de veteranen ook is, vastgesteld moet worden dat Amersfoort wetenschappelijk gezien een goed stuk werk heeft afgeleverd. Om evenwichtig te kunnen oordelen, redeneert hij, moeten we even vergeten wat we allemaal weten over het Duitse leger en in het bijzonder de SS uit de latere oorlogsjaren. Bovendien moeten we ons realiseren dat de meldingen van Duitse schendingen allemaal afkomstig zijn uit Nederlandse gevechtsverslagen. Veel van de aantijgingen gaan over het oprukken onder dekking van krijgsgevangenen (die, daardoor tussen twee vuren raakten). Amersfoort plaats hier de kanttekening dat de Duitsers nu eenmaal de meeste gevangenen maakten en dat derhalve aan die kant daarmee de meeste dingen misgingen. Als je al deze correcties loslaat op het bronnenmateriaal ontstaat het omstreden genuanceerde beeld. Amersfoort: 'Voor Nederland en Duitsland was het oorlogsrecht de norm'.

Toch blijft er wel iets knagen. Wat moeten we bijvoorbeeld aan met Amersfoorts analyse dat het racistische element, dat in 1939 in Polen tot Duitse excessen had geleid, hier ontbrak omdat de Nederlanders als Germanen werden beschouwd? Is dat op zichzelf al niet een bewijs voor een door het Nationaal-Socialisme geperverteerde mentaliteit, die het overschrijden van grenzen vergemakkelijkte?

Merkwaardig

Aanwijzingen dat er op de Grebbeberg door de Duitsers mogelijk oorlogsmisdaden zijn gepleegd zijn te vinden in het vorige week verschenen boek 'De tegenstoot' van de Haagse amateur-historicus Jaap Kip. Hij wijdt ruim 300 (!) pagina's aan de verrichtingen van het 1e Bataljon 24e Regiment Infanterie (I-24 RI, Jagers) op 12 en 13 mei 1940. De auteur kwam hiertoe omdat zijn grootvader (korporaal Jaap Vermeer) in het betrokken bataljon diende en onder onopgehelderde omstandigheden is gesneuveld. Het boek biedt een merkwaardig mengsel van geschiedschrijving en 'faction', dat laatste in de vorm van het door Kip zelf geconstrueerde dagboek van Willem Alsemgeest. Deze soldaat was de enige overlevende van de afdeling van Vermeer.

Het zal duidelijk zijn dat het boek van Kip iets totaal anders biedt dan de nuchtere studie van Amersfoort. We beleven hier vrijwel van minuut tot minuut de ontzagwekkende chaos mee die al snel op de Grebbeberg ontstond. Uitgevallen verbindingen, zoek geraakte onderdelen, falende commandanten, weigerende wapens, vluchtende militairen - in die situatie kwam het haastig opgetrommelde Jagersregiment op 12 mei op het slagveld aan. Er diende een 'tegenstoot' ondernomen te worden, maar die smoorde in bloed, chaos en wanhoop.

Volgens Kip zijn op 13 mei vele Jagers, onder wie vele Hagenaars en Westlanders, het slachtoffer geworden van ontoelaatbare Duitse methoden, zoals het voor zich uitdrijven van gevangenen en het doorgaan met schieten na overgave. Raadselachtig blijft het lot van 31 Jagers die gezamenlijk een stelling bemanden en allen vrijwel gelijktijdig zijn omgekomen. Er zijn aanwijzingen dat deze groep na zich te hebben overgegeven door de Duitsers is geliquideerd met schoten in de rug en het hoofd.

Het boek van Jaap Kip is een aangrijpend eerbetoon aan Nederlanders die hun leven hebben gegeven op de Grebbeberg. Maar het blijft in zekere zin amateurwerk. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het totaal ontbreken van aandacht voor de Duitsers. Er worden vrijwel geen namen of onderdelen genoemd, wat de tegenstander reduceert tot een bende anonieme vechtjassen. Herman Amersfoorts studie biedt de bredere kaders, inclusief de Duitse kant.

Het wachten is nu op de herdruk van 'Mei 1940' van het IMG, waarin naar verwachting aan sommige punten van kritiek van de veteranen tegemoet zal worden gekomen.

Herman Amersfoort: 'Ik had mijn roode-kruis band afgedaan'. Uitgever: Sdu, Den Haag. Prijs: € 19,95.
J.A. Kip: 'De tegenstoot'. Uitgever: Aspekt. Prijs: € 24,95.

Bron: de Haagsche Courant van vrijdag 13 mei 2005

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.25 MB)