Verhoor van tweede luitenant H.J. v.d. Grijp

Verhoor op 5 Juli 1940 van den 2e Luitenant H.J. v.d. Grijp, 2e Sectie - M.C.-I-8 R.I.
Adres: Sonsbeekweg 18, Arnhem.
------------

  Zondagochtend, omstreeks 9.00 à 10.00, zag ik langs mijn opstellingen den sergeant capitulant Reijnbeek van 1-I-8 R.I. (Sectie van luitenant Niemantsverdriet) trekken met plusminus 15 man. Hij had, zooals hij zeide, van luitenant Niemantsverdriet opdracht: "gaan jullie maar terug, ik blijf hier zitten". De stelling was zeer hevig door artillerievuur beschoten, de schotten zouden in elkaar geschoten zijn. Hij zou naar de steenfabriek (kalkzandsteenfabriek) bij de remise gaan. Ik heb ze in de stelling laten gaan, maar toen ik naar voren ging en terug kwam, waren ze weg. Ik heb dit gemeld aan kapitein Dales en kreeg later order van majoor Landzaat, dat geschoten moest worden op alle terugtrekkende troepen - mijn koepel 4 is Zondagmiddag ca. 17.00 in brand geschoten, d.w.z. de loopgraaf en de menschen konden het stuk niet uit den koepel krijgen. De Stukscommandant (St.C.) (sergeant Hagelaars) heeft onder vijandelijk vuur het stuk onklaar laten maken en is toen naar kapitein v. Rangelrooij gegaan - hij kon niet meer door de stoplijn. Die kapitein was telefonisch in gesprek met kapitein Dales. Hij heeft gevraagd of we konden terugtrekken en dat is goedgevonden, want sergeant Hagelaars heeft bericht gekregen, dat mijn sectie terug kon trekken. Ik werd toen bij koepel 2 van boven af beschoten. Ik heb den Commandant Freija gewaarschuwd en ben gegaan naar het stuk 7-veld (waarbij alleen een wachtmeester was), waar de telefoon echter niet meer werkte. Ik ben naar het viaduct gegaan en heb dit per ordonnans gemeld aan kapitein Dales. Daar moest ik wachten op nieuwe orders. Die zijn niet gekomen, want de Duitschers zaten toen al bij het viaduct (21.00). Er was daar een compagnie van 46 R.I., bij welke ik mij gemeld heb. Ik heb opstelling gekregen bij het station, waar ik het viaduct onder vuur kon nemen. De compagnie zat achter de brug in de uiterwaarden.
  Wij werden van den overkant bevuurd door de Duitschers. Zij hebben krijgsgevangenen 's nachts over het viaduct gezonden, waarop geschoten werd. Deze riepen: "Hollanders, niet schieten". Enkelen zijn er doorgekomen: een soldaat Ambrosius van de PAG-compagnie heb ik zelf gesproken. Zij zaten in den kelder van huizen aan den overkant. Den kapitein der Marechaussee Gelderman heb ik niet gezien. Duitschers, die achter de gevangenen liepen, heb ik ook niet gezien.
  Wij zijn Maandags vanuit de zeepfabriek en vanuit de boomen beschoten. Enkele Duitschers zijn met automatische karabijnen over den spoorweg gekomen en zijn gaan schieten van achter de huizen. De compagnie van 46 R.I. is daarop een paar 100 meter naar achteren gegaan. Ik ben meegegaan naar het kruispunt Stationsweg/Heerenweg. Even later kwam een ritmeester van 4 R.H., die mij een opstelling heeft aangewezen in een tuin, waar ik de Stationsweg kon bevuren. Plm. 15.00 hevig artillerievuur op de stad. Enkele huzaren kwamen terug. Plm. 16.00 kwamen vrijwel alle huzaren terug. Toen zijn wij ook teruggegaan, eerst op Remmerden. De enkele officieren die ik sprak, hadden geen orders.
  De kapitein Roelvink heeft order gegeven, dat wij Dinsdag vóór 5.00 binnen de Vesting Holland moesten zijn.

Voorgelezen, volhard en geteekend,

w.g. H.J. v.d. Grijp

------------

Aldus in onze tegenwoordigheid verklaard, goedgekeurd en geteekend, te Arnhem, 5 Juli 1940.

De Kolonel
w.g. D.M. Lucardie.

De Majoor
w.g. F.A.J. de Klerck.

De Kapitein
w.g. Mr. J.L. Hamming.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.10 MB)