Verhoor van adjudant-onderofficier J. Bison

Verhoor op 12 Juni 1940.

Adjudant onder officier J. Bison, Sectiecommandant 1e Sectie 2-II-8 R.I.
------------

  Zaterdagmorgen hebben wij sedert 8.00 uur af en toe artillerievuur gehad. Ik heb in den loop van den morgen op den straatweg Wageningen-Rhenen 4 pantserwagens waargenomen. Omstreeks 9.30 uur heb ik een korporaal en 4 man van 19 R.I. over de Grebbe gehaald die van de voorposten terugkwamen. Ik heb hen ondervraagd; zij deelden mede dat alles terugtrok en dat zij ook naar achteren wilden.
  Voorts heb ik op de rechtervleugel van mijn sectie op plm. 1200 m. afstand ca. 25 krijgsgevangenen gezien, die rechtop stonden met de handen, in de nek terwijl een aantal Duitschers erbij in het gras lagen. Op deze Duitschers konden wij niet vuren omdat wij anders onze menschen zouden raken. Deze zijn later gebruikt om gewonden af te voeren. De Lt. Koerselman heeft dit ook gezien.
  In den loop van den middag kregen wij uit het wilgenhout aan de overzijde mitrailleurvuur. Ik had den indruk van één echte mitrailleur en één namaakmitrailleur. Vrij regelmatig heb ik artillerievuur gehad maar dit was niet erg belangrijk. Treffers heb ik niet gehad. Ik heb dien dag aanvalshandgranaten gekregen waarmee ik gepoogd heb de mitrailleurs op te ruimen. Later hebben wij verdedigingshandgranaten kregen van de pag.
  In den nacht van Zaterdag op Zondag heb ik alleen last gehad van mitrailleurs, waarop ik alleen door geweerschutters heb laten vuren. Zondagmorgen begon aanstonds het artillerievuur weer. Ik kreeg daar niet heel veel van mee; het voornaamste lag op Kruiponder en op den Grebbeberg.
  Omstreeks den middag kwamen twee sergeanten-cap. van 1-II-8 R.I. (waarvan één de sergt. Vos) met de mededeeling dat ze hun menschen haast niet meer in de hand konden houden omdat rechts geen troepen meer waren. De vaandrig Wassenaar was al een heelen tijd weg en de verbinding naar achteren was verbroken. Ik heb hen moed ingesproken. Wat later zag ik enkele groepjes afzonderlijke menschen terugtrekken. Ik heb in den loop van den middag nog een paar sergeanten bij mij gehad die zeer nerveus waren en vertelden dat de vijand door het vak van I-8 R.I. was doorgebroken. Vijandelijke artillerie zou zijn opgesteld in onze rechterflank. Zij zijn doorgegaan naar Kruiponder. Even later kwam sergt. v.d. Toorn (1-II 8 R.I.) en vertelde, dat de 1e Comp. terugtrok omdat de vijand door de loopgraaf naderde. Ik heb mijn rechtergroep de loopgraaf naar rechts laten afsluiten (sergt. Vente). Diens mitrailleur was door een voltreffer der artillerie buiten werking gesteld. Wat later kwamen opdringende soldaten van de 1e Comp. in mijn loopgraaf.
  Ik besloot toen terug te trekken op de Comp. res. Ik verdeelde eerst de munitie en liet de pag. munitie in het water werpen en trok terug op de tusschenverdediging, beginnende met de rechter groep. Ik had toen nog geen aanval van rechts terwijl in front de vp. steunpunten door den vijand waren bezet, doch verder ook geen aanval uit Oostelijke richting werd opgetuigd. Ik heb dit besloten omdat ik den indruk kreeg, dat ik aan alle kanten geïsoleerd was: omstreeks l6.30 uur heb ik bij den Grebbeberg (Noordhelling) groepjes zien vluchten; daardoor meende ik, dat het doel van mijn opstelling door de omstandigheden veranderd was en dat ik moest zorgen niet afgesneden te worden gezien de stootkracht van den vijand. Ik had nog slechts één doode en geen gewonden. Groepsgewijze heb ik mijn sectie laten terugtrekken op de sectie van den Luit. De Vries. Ik heb daarvoor geen toestemming gekregen van den C.C. met wien ik geen verbinding meer had, wel heb ik de linker nevensectie bericht gezonden.
  Ik heb echter rustig overwogen dat mijn taak was afgeloopen en dat ik beter werk kon doen door mij te melden bij mijn C.C. Ik geef toe dat ik achteraf, na rustig overleg, beter was blijven zitten en standgehouden had. Tijdens de terugtocht heb ik één man verloren. De C.C. heeft mij ingedeeld bij de sectie van den Lt. De Vries. Ik heb daar het rechter steunpunt ter beschikking gekregen. Zondagavond heb ik van den Lt. De Vries bevel gekregen namens den C.C. om binnen 10 minuten terug te trekken op de openbare school te Achterberg; verband met de rechter nevencompagnie hebben wij niet gehad. Bij de school was echter niemand. Later kwam de Lt. De Vries mij vertellen dat het niet de Openbare Lagere School moest zijn maar de Jeugdherberg. Daar heb ik den Kapitein weer gezien, we zijn enige uren ter plaatse gebleven (in rust) en zijn 's morgens teruggetrokken richting Remmerden-Elst. Wij zijn in Jeugdherberg niet in stelling gekomen. De helft van de Comp. was toen nog over. Het moreel van mijn sectie was niet slecht: een klein deel was aanstonds flink, het grootste deel heeft zijn angst overwonnen, het kleinste deel heeft zijn angst niet kunnen overwinnen. De groepscommandanten van de 2 rechter groepen waren echter zeer zwak. Er is door de soldaten geen aandrang uitgeoefend om terug te gaan: ik heb dit zelf bepaald.

Voorgelezen, volhard en geteekend,

w.g. J. Bison.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 1.22 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 1.35 MB)