Verhoor van dienstplichtig sergeant J.L. Wessels
Verhoor op Vrijdag 12 Juli 1940 van dienstplichtig sergeant J.L. Wessels van 3e Sectie 2-I-8 R.I., woonachtig te Enschede.
------------------------------------------------------------
Ik behoorde tot de sectie van den vaandrig De Ridder (Hoornwerk) (aldaar ingedeeld van 11-R.I.).
Zaterdagsavonds hebben wij voor 't eerst vuur gekregen. 's Nachts zater er Duitschers in de prikkeldraadversperring, die werd beschenen door een schijnwerper van sergeant Diersen. Wij hebben daarop gevuurd en toen hebben alle opstellingen het vuur overgenomen. Dit was onzin, want niemand wist waar men op vuurde. Zondagsmorgens 12 Mei zijn wij onder hevig artillerievuur gekomen en toen onze munitie op was, zijn wij teruggetrokken naar de sluis en hebben munitie gekregen van de sectie van luitenant Niemantsverdriet. Plm. 4.00 uur waren wij weer terug. Van onze kazemat (no. 14) uit is zeer hevig gevuurd op het varkenshok, waar 't wemelde van de Duitschers.
Gedurende geruimen tijd zijn wij onder zwaar artillerievuur gebleven. Omstreeks 10.00 à 11.00 uur raakte onze munitie weer op. Toen kwamen er soldaten van onze sectie, die mededeelden, dat de stellingen rechts van den weg geheel verlaten waren. Er stond nog geen witte vlag op. Wij hebben gevuurd op de Duitschers, die op de Grebbedijk liepen.
Toen ik de Duitschers zag naderen, de vaandrig De Ridder niet te vinden was en onze munitie op was, meende ik dat wij terug moesten gaan. Over teruggaan was nooit gesproken, wij moesten standhouden.
In kazemat 13 zat sergeant Wolters, die vergeefs gepoogd heeft om nog munitie te krijgen.
De sergeant Van Houten was de opvolger sectiecommandant. Ik heb hem aangeraden terug te gaan, waarmee hij accoord ging. Wij zouden ook overvallen kunnen worden: 't was zwart van de Duitschers op den Grebbedijk en wij hadden maar weinig handgranaten (20 à 25 stuks, waarvoor geen slagpijpjes waren). Vrijdags heb ik voor de afsluitingen en voor 't kappen van enkele boomen gezorgd.
Met 20 à 25 man ben ik weggegaan, plm. 12.00 uur. Toen ben ik over de sluis - de stellingen rechts waren toen leeg - gegaan en onderlangs Hotel Grebbe naar boven. De sergeant Hendriks en de sergeant Wolters kwamen uit de kazemat (no. 15) en zijn met ons meegegaan. Ik vond dat onzin, maar de sergeant Wolters was finaal van streek, hij was met de munitie niet verder gekomen dan daar. De Duitschers zaten vlak achter ons aan. De sergeant Hendriks heeft nog gevuurd tot wij over de sluis waren, maar is toen mee teruggegaan naar Elst.
De mitrailleur van Hendriks is in de kazemat (no. 15) gebleven, doch defect. Wij hebben alle wapens meegenomen. Wij zijn in Elst gekomen: ik had achter Ouwehand stelling willen nemen, maar de anderen wilden niet. De sergeant Wolters is Sectie-Commandant geworden.
Voorgelezen, volhard en geteekend,
w.g. J.L. Wessels.
|