Verhoor van dienstplichtig sergeant N. Hendrikse
Verhoor op 22 Augustus 1940 van den dpl. sergeant Hendrikse N., 8 R.I. lichting 1932.
Beroep: winkelbediende. Woonachtig te Amsterdam.
------------------------------------------------
Zondagmorgen, ca. 2.00 of 3.00 uur begon het met een vliegeraanval (het was tusschen licht en donker) met bommen en een artillerievuur. Wij hoorden slechts de bommen neervallen. Toen een zware artillerie-beschieting; geen voltreffers op de kazemat; een paar scherven zijn door het schietgat gekomen.
De Sergeant Wolters kwam vervolgens in de kazemat; hij was uitgezonden voor munitie aanvulling; hij had de munitie reeds bij zich; doch kon door het artillerievuur niet verder naar voren. Hoe laat het was kan ik mij niet meer herinneren. Hij is bij mij in de kazemat neergevallen, zeer vermoeid; ik gaf hem wat te eten en te drinken. Uit oververmoeidheid en angst dorsten de menschen de loopgraaf niet uit; zelfs niet voor ordonnans; ik had geen telefoonverbinding.
Nog steeds was er artillerievuur. Gedurende dien tijd, dat Sergeant Wolters bij mij was, kwamen tegen den middag de menschen uit de stelling van de Vaandrig De Ridder terug. De Sergeant Wessels kwam terug met plm. 16 à 17 man. Deze menschen kwamen in paniek in de stelling binnen. De Sergeant Wessels bleef op den weg; velen liepen door; enkele kwamen in mijn opstelling bij de kazemat. Wij zelf waren zeer vermoeid en hadden sedert geruimen tijd weinig te eten gehad. Allen waren de kop kwijt.
De Korporaal en 2 man zijn uit de loopgraaf naar de kazemat gekomen met de mededeeling, dat de Sergeant Wessels met de menschen terugtrok in paniek. De Korporaal Assink wilde terugtrekken en kwam daartoe bij mij. Deze Korporaal wilde reeds Zaterdagmorgen terugtrekken. Wat hij in dit opzicht in de loopgraaf gezegd heeft, weet ik uiteraard niet.
Toen zijn wij teruggegaan; met mij zijn gegaan de kazemat-bezetting; de bezetting van de loopgraaf en de Sergeant Wolters met zijn manschappen. Er waren toen 2 mitrailleurs in de kazemat; één mitrailleur is op mijn last onklaar gemaakt; de andere is medegenomen. Alle munitie is medegenomen (trommels). Wapens zijn niet achtergebleven. Gesneuvelden geen; gewonden geen, voor zoover ik weet. Allen van de volledige bezetting waren bij elkaar.
Naar den Compagnie Commandant konden wij niet meer komen over 500 m. open terrein waar artillerievuur lag. Wij gingen langs den weg in de greppels en kwamen zoo bij de prikkeldraadversperring boven bij Hotel Grebbeberg. Ik achteraan. Vooraan de Sergeanten Wessels en Wolters, die daar bij de prikkeldraadversperring met een mij onbekende Kapitein spraken.
Zondagmorgen had ik nog een mitrailleur gekregen; een soldaat bracht deze, van wie weet ik niet meer. Er was geen munitie bij. Er is uit deze mitrailleur niet meer geschoten. Deze mitrailleur heb ik medegenomen.
Volgens de Sergeanten Wessels en Wolters zouden wij nog iets meer naar achteren gaan. Wij zijn toen in een stuk doorgeloopen, Rhenen door, naar de Cunerakerk; daar gesproken met een Vaandrig, wachtcommandant politiewacht; enkele zijn geweest bij een Gas Onder-Officier en hebben nog een gasmasker gekregen. Toen zijn wij verder naar Elst teruggegaan.
Voorgelezen, volhard en geteekend,
w.g. N. Hendrikse.
|