Verhoor van dienstplichtig soldaat F.A. Laurentsen
Verhoor op Vrijdag 7 Juni 1940 van F.A. Laurentsen, 4e sectie 3-III-8 R.I., Arnhem.
------------------------------------------------
Ik heb op voorpost gelegen met de 4e Sectie (sergt. v.d. Essert) en gezeten bij de nieuwe dijk, waar pas een opstelling 6-veld is gemaakt (aan de rechterkant) vóór Kruiponder.
Vrijdagochtend zijn eerst vliegtuigen overgekomen. De sergeant heeft patrouilles uitgezonden. Vrijdags hebben zij een enkele Duitscher gezien. Zaterdagsochtends kwam de wacht terug, toen veel Duitschers kwamen. Het kanon 6-veld heeft wel gevuurd, maar niet heel veel. Wij hebben zelf ook vuur gebracht. Wij zijn tenslotte teruggetrokken naar de commandopost van kapitein Zwarts maar de 2 lichte mitrailleurs zijn in de stelling gebleven om de aftocht te dekken. We waren aan de geheele rechterkant, maar ook links omsingeld, de Duitschers zaten in de boomen en in de boomgaarden. We moesten terug, want de toestand was hopeloos.
Links zaten troepen van 19 R.I. (onder een luitenant met een baard). Die zijn eerder dan wij teruggegaan, ze moesten wel weg, maar wij hebben ze gedekt.
In de commandopost zaten de twee luitenants, de toestand was daar hopeloos. We kregen geen commando's en iedereen lag maar willekeurig terneer. Onze lichte mitrailleurs zijn ook nog teruggekomen. De zware mitrailleurs hadden toen nog heelemaal niet gevuurd. Er was munitie genoeg en ook handgranaten. Zij waren doodmoe en konden niet meer vuren omdat zij onder hevig vuur in den looppas waren teruggekomen.
Plotseling zag ik wel 4 of 5 witte vlaggen op onze stelling. Alle manschappen lagen maar op elkaar en deden niets. Ik ben weggeloopen. De anderen zijn gebleven maar hebben zich zonder meer overgegeven, ca. 245 man, waaronder 8 of 9 sergeanten. Tenslotte ben ik bij de zware mitrailleurs gekomen, die ik geholpen heb. Zij schoten op de stelling om de witte vlaggen weg te krijgen. Luitenant Hoorn stond met de handen omhoog op de stelling en word omringd door Duitschers. De Duitschers heeschen achter de heg ook witte vlaggen. Toen zijn ook wij teruggegaan met achterlating van de stukken en naar de Grebbelinie gegaan. Wij kregen daar vuur van eigen troepen maar hebben dat gered door zakdoeken aan 't geweer te binden. We zijn tenslotte bij de eigen troepen teruggekomen. Het was toen nog licht. Het lag daar vol dooden en gewonden.
Wanneer de leiding goed was geweest, dan had daar best stand kunnen worden gehouden. Een oude boer van Mourik heeft het geval waargenomen. Hij zei mij, dat er aanvankelijk niet veel Duitschers waren.
Mijn kameraad Lardinois van mijn onderdeel, thans in het hospitaal te Utrecht (kunstbeen-behandeling), heeft de overgave van de commandopost meegemaakt.