Verhoor van majoor W.F. Weber

   Verhoor op 13 Juni 1940.   

Majoor W.F. Weber - Commandant III-19 R.I.

Op voorposten waren ten hoogste 3 groepen (plm. 24 man). Zij hadden in het vak van mijn Bataljon een waarschuwende taak. Ik had 2 opstellingen: een op kruispunt Rijnsteeg / Plassteeg, zg. Egelsteeg, (vt 172 / 444) en een bij Breexvoort.
Commandant van de voorposten was de Luitenant Lieneman. Hij is eerst op Zondagmiddag teruggetrokken op last van mij. De mededeeling van Luitenant Vos, dat personeel van 19 R.I. reeds Zaterdagmorgen terug is gekomen, kan niet juist zijn.
In den voormiddag van Zondag is er vijandelijke activiteit in het voorterrein geweest. Sedert Zaterdagmiddag waren wij reeds onder artillerievuur, dat steeds in hevigheid toenam.
Bij het inzetten van een tegenaanval van II-19 R.I., waarbij vuursteun gevraagd werd van I en III-19 R.I. heeft Commandant I-19 R.I. zware mitrailleur(s) doen vuren op mijn voorpostenopstelling Egelsteeg (duurvuur van 10 minuten).
In den loop van Zondag hebben 2 Secties Vickers stormvuur afgegeven Oost van Kruiponder op verzoek en tot steun van 2-II-8 R.I. (de luitenants Stooms en Wevers). De kapitein Westhof (Commandant rechter vak van mijn Bataljonsvak) heeft herhaaldelijk gemeld, dat eigen artillerievuur in zijn stellingen viel. Een projectiel van Nederlandsche oorsprong is gevonden bij de Weteringsteeg nabij de Dijksteeg (volgens mededeeling van luitenant van Deventer).
Zondagmiddag zijn onderdeelen van 8 R.I. aangekomen bij M.C.-III-19 R.I. (kapitein Schuhman). Deze heeft mij een officier gevraagd, om hen naar hun plaats terug te brengen en ik heb een officier van mijn reserve sectie (luitenant Grootes meen ik) gezonden om dit te verrichten. Mij is niet gemeld of dit gebeurd is.
Omstreeks middernacht van 12 op 13 Mei 1940 heb ik opdracht gekregen van Commandant 19 R.I. om met mijn Bataljon een opstelling in te nemen front Zuid. Ik heb een Compagnie opgesteld in de lijn Hoogesteeg - Maatsteeg en de andere Compagniën in de lijnen van hun opstellingen om laten zwenken, zoodat ik 3 lijnen kreeg, achtereenvolgens: Hoogesteeg, Friesche steeg, Snijderssteeg. Een sectie zware mitrailleurs is opgesteld bij poort kilometerpaal 26.
Vrij spoedig daarna is de vijand door mijn opstellingen doorgedrongen, komende van het Zuiden. Ik had vermoedelijk rechts aansluiting met een Bataljon van 11 R.I., maar daarvan heb ik geen bericht gekregen. Ik heb toen infanterievuur op mijn commandopost gekregen; de compagnie van kapitein Westhoff heeft mitrailleurvuur van duitsche patrouille gekregen en is teruggeweken naar de Friesche steeg. Het bataljonsbevel luidde: "standhouden". Ik heb niet geweten, dat de compagnie Westhoff terugging, had ik dit geweten, dan zou ik ze hebben teruggezonden. Zij hebben echter later de oorspronkelijke opstelling weer ingenomen.
Ik heb ook niet geweten dat de Compagnie v.d. Meulen is teruggeweken in Noordelijke richting. De verbindingen waren buitengewoon slecht: de telefoon werkte haast niet. Bovendien waren de kazematten niet telefonisch verbonden met Commandant M.C.
Ik weet van de bewegingen in mijn vak heel weinig. Dit kwam door het breede front van mijn Bataljon (2200 meter). De uitkijkpost is weggeschoten. Omstreeks 2 uur in den namiddag heb ik weer een aanval gehad van vijand op mijn commandopost. Ik ben toen uit de commandopost gegaan om mij te verdedigen. We hebben toen een vliegeraanval gehad en ik ben aan mijn hand en knie gewond. De kapitein v/d Meulen heeft het Bataljonsbevel overgenomen en hij heeft het bevel tot terugtrekken ontvangen.

Tegenaanval.
Op een tijdstip, dat ik niet precies meer weet, heb ik bericht gekregen, dat ik ook heb doorgegeven aan mijn ondercommandanten, dat met 4 bataljons een tegenaanval zou plaats hebben door mijn vak.
Wanneer de troepen in Zuid-Oostelijke richting voldoende waren doorgedrongen, kon mijn Bataljon de oorspronkelijke opstelling weer innemen. De kapitein van Buuren was bij mij in mijn commandopost. Tusschen 7 en 8 uur is de aanval over mijn bataljon uitgestroomd. 2 Bataljonscommandanten hebben gebruik gemaakt van mijn commandopost en telefoonverbindingen. De Regimentscommandant zat in de commandopost van kapitein v.d. Meulen. Toen zij voldoende waren doorgedrongen - waarvan ik bericht kreeg - heb ik het Bataljon weer de oorspronkelijke stelling doen innemen. Toen is de aanvallende troep weer teruggekomen door mijn vak. Het was reeds vrij gauw en ging zeer onordelijk.
Ze zijn in mijn stellingen gekropen "om zich te dekken tegen het vuur van de vijand".

Voorgelezen, volhard en geteekend,

w.g. W.F. Weber.


1e Luitenant Van Deventer R.F. van 8 R.A.

Hollandsche projectielen heb ik niet gezien. Het projectiel dat ik gezien heb met majoor Weber was een slanke 15 centimeter brisantgranaat met tijdschokbuis; er zat maar één band omheen, het was een vijandelijk projectiel. Ik heb geen andere projectielen met den majoor Weber gezien.

(Dit verslag is tot stand gekomen door medewerking van Marcel Keizers.)

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.23 MB)