Verhoor van reserve-eerste luitenant H.J. Emous

Verhoor op 9 Juli 1940 van den res. 1e Luitenant H.J. Emous, Sectiecommandant 1e Sectie 1-II-8 R.I. Amsterdam.
------------------------------------------------------------------------------------------

  Mijn opstelling was aan de Cuneraweg bij Laareind. Er waren vlak bij mij de kazematten 27 (in den boomgaard) 28 en 29 links van mij (één bezet door M.C.II en één door 4 M.C.)
  Vrijdag hadden we de prikkeldraadversperring dichtgemaakt (behalve bij het smalspoor dat voor munitieaanvoer gebruikt was), schietsleuven verbeterd enz. We hadden den eerste dag alleen aanvalshandgranaten, later heb ik ook verdedigingshandgranaten gekregen. Munitie is uitgedeeld.
  Zaterdag kwamen we onder licht artillerievuur. We kregen nog munitieaanvulling voor de compagnie die door mij verdeeld is. Vijand hebben we niet gezien: wel is de kapitein v.d. Berg 's avonds gekomen met de mededeeling dat de dijk bij Heimerstein verlaten was, maar weer bezet zou worden. Toen de duisternis inviel, staakte het artillerievuur. Wegens parachutisten-gevaar hebben we posten uitgezet bij de opstellingen.
  Zondag reeds vroeg opnieuw artillerievuur. Naar onzen indruk toen aanmerkelijk zwaarder en sneller (3 ontploffingen per seconde vlak in de nabijheid). Bijna alles viel achter ons. Ze deden heel weinig schade. Tegen het vallen van de duisternis (ca. 19.00 uur) toen de kapitein v.d. Berg bij ons was, kwam een deel van de 1e sectie van 11 Comp.Pag. met luitenant Piët zonder stukken, een deel van M.C.II en een deel van de sectie van vaandrig Wassenaar naar ons toe. Ik heb die menschen verdeeld over mijn sectie. Toe de kapitein weer terug was kreeg hij bevel het bataljonscommando over te nemen en ik werd C.C. (plm. 21.00 tegen donker). Ik heb de luitenant Piët S.C. gemaakt en ben naar de commandopost gegaan. Ik hoorde toen dat de tweede compagnie teruggetrokken was uit den dijk bij Kruiponder.
  Den nacht heb ik doorgebracht bij het steunpunt linkergroep waar ik het beste uitzicht had. Hoewel er ceel lichtkogels afgeschoten werden, gebeurde er niets bijzonders. Er zaten wel Duitschers kort bij rechts vóór ons, maar niet meer dan een of enkele mitrailleurs. Maandagmorgen vroeg ben ik weer naar de commandopost gegaan. Ik wist niet dat de sectie De Vries ook weg was gegaan.
  De vaandrig Barendse (S.C. van M.C.II), die in 27 en 28 zat is Zondagavond teruggekomen en heeft 's avonds weer een opstelling bezet (van een mitrailleur was de watermantel gesprongen). Hij is ongeveer een uur uit zijn stelling geweest naar de kapitein v.d. Berg om orders te vragen. Alle telefonische verbindingen met den B.C. waren verbroken. Ik ben nauwelijks een kwartier in mijn commandopost geweest, ik wilde net wat gaan rusten, toen besprongen de Duitschers ons met handgranaten, ze kwamen van de Cuneraweg. Ook mijn sectie werd vlak daarna gevangen genomen.
  De luitenant v.d. Heuvel heeft mij later verteld, dat hij gezien had, dat wij gevangen genomen werden. Hij is weggetrokken naar Amerongen door verlaten stellingen van 19 R.I. en later ook gevangen genomen.
  De kapitein wilde mij zoo dicht mogelijk in de buurt hebben als zijn vervanger. De luitenant v.d. Heuvel kon beter toezicht houden op de bouw van de ver uit elkaar liggende steunpunten: kapitein v.d. Berg had het plan den luitenant v.d. Heuvel en den sergeant Vos om te wisselen.

Voorgelezen, volhard en geteekend,

w.g. H.J. Emous.

Aldus in onze tegenwoordigheid verklaard, goedgekeurd en geteekend te Arnhem, 9 Juli 1940.

De Kolonel,
w.g. D.M. Lucardie

De kapitein,
w.g. J.K.H. de Roo van Alderwerelt

De Res. Kapitein,
w.g. Mr. J.L. Hamming.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 884.27 KB)