Verhoor van reserve-kapitein A. Zwarts

VERHOOR OP WOENSDAG 26 JUNI 1940.

Kapt. A. Zwarts C.-3-III 8 R.I. Li. voorcomp. vp.
Johan de Wittlaan 2 Arnhem.

Klik hier voor een uitvergroting
Situatieschets van Kapitein A. Zwarts, Commandant 3-III-8 R.I. in het voorpostengebied tussen Grebbeberg en Wageningen (1940)
  Ik had 's-avonds tevoren tuschen 21.00 en 23.00 uur nog de stelling gecontroleerd. Mijn linkersteunpunt was nog in het geheel niet klaar. Ik was op 6 en 7 Mei met verlof geweest en was sedert Dec. 1939 wegens ziekte vrijgesteld van dienst. Lt. Hoorn, oudste luitenant, kwam op 8 Mei weer terug bij de compagnie. Hij was commandant van 2-III geweest. De luit. Bijkerk was met verlof en is niet aanwezig geweest. Luit. Mr. de Haas was enkele dagen tevoren aangewezen als commandant van de linker sectie. Opruimingen in het voorterrein hadden niet plaats gehad. Het water in de tankgracht was maar 60 cm hoog. Wij beschikten niet over handgranaten no.1 alleen hgr. no.23.
  Op 10 Mei 0.20 uur kreeg ik telefonisch bericht van C.kwartierwacht, dat op order van B.C. te 5.00 uur stelling bezet moest zijn: graad strijdvaardigheid "3". 2.30 uur waren alle maatregelen getroffen voor het bezetten van de stelling: patr.gang, automatische wapens geladen. Duitse vliegtuigen in groote formaties over de stellingen: 1 zwart Duits vliegtuig kwam laag over, maar werd niet beschoten, want geweren mochten pas bij graad "4" geladen worden. Enkele vliegtuigen zijn rechts van ons neergeschoten.
  4.00 uur graad "4" ingetreden. Openingen in het prikkeldraad gedicht. 3 mitrailleurs die in reparatie waren, opnieuw aangevraagd doch niet ontvangen.
  9.00 uur bericht van bondgenootschap. Mitrailleurs laten inschieten (de kannonnen van 6-veld aan het nieuwe kanaal en aan de Haarweg stonden niet onder mijn bevel. Het rechter stuk stond waarschijnlijk onder bevel van luit. Soeters). Markeeringen aangebracht (ook tegen zicht uit de lucht) De opstelling van 2 zware mitrailleurs waren niet bezet en ik heb dit gerapporteerd aan den B.C. Ik weet niet waarom de bezetting niet aanwezig was.
  Ca. 20.00 telefonisch bericht van den B.C. om terugtochtsweg te verkennen en overgang over de Grift voor te bereiden. (later is gebleken dat dit voor aanvoer bedoeld zou zijn geweest) Mijn opdracht was 'standhouden'. Dit was mij bekend en ik vond dit bericht dan ook vreemd.
  11 mei. Er is 's nachts tot 5.00 uur door eigen artillerie geschoten, doch we weten niet waarop. Verschillende ontploffingen hebben wij gehoord van vernielingen.
  7.00 uur Bericht van B.C. alle ontruimingen kunnen geschieden.
  Plm. 7.30 uur. Bericht van S.C. (van luit. Garssen), dat de deel Folmer met 3.000 koeien moest evacueeren en mil.pol. ze niet wilde doorlaten. Order van B.C. opening maken en doorlaten.
  id. Bericht van B.C.: voor de stelling zijn 40 man "potsierlijk uitgedoste Duitschers" verschenen (De verk.A was vooruit geweest maar op 1 sectie na teruggekomen).
  Ca. 8.00 uur eerste gevechtsaanraking bij luit. Garssen gemeld (de verbinding moest per patrouille) 3 vóór lopende burgers zijn door ons neergeschoten; even daarna bij 3e sectie patrouilles der duitschers gemeld. Veel last van de zon.
  Plm. 9.00 uur Bericht van C.-II-19 R.I., dat lu.mtr.comp. met motoren door de Egelsteeg trok.
  Plm. 10.00 uur kwamen ongeveer 1.500 koeien die niet meer doorgelaten werden aan de Grebbesluis terug en zwermden door het stellingenterrein; ze werden door de Duitschers als dekking gebruikt.
  Ca. 10.30 Bericht van S.C. 3e Sectie, dat de kerktoren van R.C.K. van Wageningen als waarnemingspost gebruikt wordt door Duitsche artillerie.
  Plm. 11.00 uur wordt de P.K. door eigen artillerie beschoten. Dit bericht aan B.C.
  id. bericht van commandant sectie 19 R.I., dat hij terugtrok onder dekking van 4e sectie. Ik weet van de taktiek van de sectie van 19 R.I. niets: ze stond onder bevel van de B.C. maar was bij mij in onderhoud en ik zorgde voor de verbinding.
  Ca. 11.15 uur verbinding met B.C. verbroken. Onze patrouilles werden aan alle kanten beschoten door infanteriewapens.
  Met luit. Garssen had ik geen verband meer. Hij heeft zich zo lang mogelijk verdedigd, is omsingeld en krijgsgevangen gemaakt. Ook de 1e sectie (cad.vdg. Vrieling).
  De twee andere zijn op mijn commandopost teruggetrokken. Ik heb ze niet teruggezonden, omdat we door den vijand omringd waren. Ik had toen circa 40 man in de commandopost met den luit. de Haas en ook den luit. Hoorn, die in de commandopost was en geen commando over een sectie had. We hebben tot 13.30 uur de zaak aangezien. Toen waren we geheel omsingeld. De officieren hebben beraadslaagd, zooveel mogelijk schilden op de borstwering gezet en boven op de stelling vuren afgegeven. In de commandopost waren veel gewonden maar geen verplegend personeel. Toen hebben we ons overgegeven om geen verdere verliezen te krijgen. De secties voor ons hadden zich al (behalve de tweede sergeant Driessen) overgegeven. Zoodra we uit de stelling kwamen werden we vanuit de hoogte (boomen) beschoten. De korporaal Breukelmans heeft een man uit een boom geschoten.
  Ik heb het kanon 6 veld en de zware mitrailleurs niet horen schieten; wel de zware mitrailleurs later, toen ik gevangen was.
  We hebben een witte vlag gemaakt en die even vertoond maar ze niet op de stelling gezet. Dit hebben de Duitschers waarschijnlijk zelf gedaan om aan te geven dat de stelling ingenomen was. De witte vlag stond ook op de stelling van de voorste secties en die zijn teruggegaan zonder dat de witte vlag geheschen is. In den loop van den namiddag en avond zijn we afgevoerd.
  De enkele soldaten die uit de commandopost teruggegaan zijn naar achteren hebben de kans daartoe gekregen toen we gevankelijk werden afgevoerd.
  Ik kwam nog langs een Compagnieführer die me gevraagd heeft, of er nog meer landmijnen lagen dan noord van den kunstweg (Deze waren echter 14 dagen weg!). Op den weg stond veel klein geschut (3.7 cm.)
  Ik heb mijn menschen zooveel mogelijk geïnspireerd om hun best te doen en zoveel mogelijk te vuren. Door de vijandelijke handgranaten waren echter onze kansen zeer slecht. Ik kan mijn verliezen niet precies opgeven: ik heb bijvoorbeeld twee soldaten als begraven op den Grebbeberg opgekregen, die uit krijgsgevangenschap ontslagen en in leven zijn (Peppelman en van Dreumel).
  Er zijn door onze voorpost veel duitschers gevallen, ik heb dat zelf geconstateerd als gevangene.
  Voor Kruip-onder moet een opstelling geweest zijn die echter niet bezet was.

Voorgelezen, volhard en geteekend,

A. Zwarts.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 3.90 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 26.44 MB)