Verhoor van sergeant-capitulant A.W.J. Vos

Verhoor op 9 Juli 1940 van Sergeant-capitulant A.W.J. Vos, 3e Sectie 1-II-8 R.I. (23 jaar, woonachtig te Arnhem).
------------------------------------------------

  Ik heb drie groepen gehad, elk met een licht mitrailleur en had 70 aanvalshandgranaten.
  Zondagmiddag, omstreeks 15.00 uur, ben ik met sergeant Dijkman (cap) naar Adjudant o.o. Bison gegaan om raad te vragen. Ik had toen bericht gekregen van een groepscommandant van de nevensectie, dat de Vaandrig Wassenaar naar den Compagniecommandant was gegaan om verband op te nemen en niet terug was gekomen. Links van mijn linker groep stond een kazemat en tusschen beiden in een stuk pag. Dit was in een opstelling, die nog niet klaar was. Toen heeft Adjudant Bison gezegd: "Zooveel mogelijk stand blijven houden". Daarna kwam Vaandrig Wassenaar weer terug.
  Mijn linker stelling was plat geschoten door de artillerie. Ik heb de lichte mitrailleur laten verplaatsen naar een tusschenopstelling, iets meer naar rechts. Wij hadden artillerievuur gehad van Zaterdagmorgen af, aan één stuk door (behoudens pauzes van 1 uur). Het tweede mitrailleurnest werd ook getroffen en ik kreeg daar twee gewonden.
  Over het algemeen was de stemming bij de troep goed tot 's avonds 18.00-19.00 uur. Tusschen door kregen wij ook mitrailleurvuur van den vijand maar die was niet te zien. Ik had geen kijker. Ze waren in den boomgaard doch het vuur kwam uit de boomen. De dpl. Schoenmaker en de soldaat Valk hebben een licht mitrailleur op de borstwering geplaatst en tot het laatst toe den vijand onder vuur gehouden. Wij kregen echter ook vijandelijk vuur van achteren; de sectie van de Vaandrig Wassenaar is van achteren besprongen, naar mij is mede gedeeld.
  Tenslotte (plm. 20.00 uur) kwam bij Vaandrig Wassenaar de witte vlag uit. Dit hebben wij ook gedaan; het was niet meer uit te houden. Maar wij hadden nog wapens en munitie en twee gewonden van mijn 36 man (2 man vermist). De Duitschers stonden voor en achter ons en wij hadden vuur van alle kanten. De loopgraaf werd van rechts opgerold; een soldaat van den Vaandrig Wassenaar kwam ons mededeelen, dat wij ons maar moesten overgeven. Toen zijn wij uit de onderkomens gekomen, en toen waren de Duitschers aan de overkant van de Grift en achter op den rugweer.

Voorgelezen, volhard en geteekend,
w.g. A.W.J. Vos.

Aldus in onze tegenwoordigheid
verklaard, goedgekeurd, geteekend
te Arnhem 9 Juli 1940.

De Kolonel,
w.g. D.M. Lucardie.

De Kapitein,
w.g. J.K.H. de Roo van Alderwerelt.

De res.-Kapitein,
Mr. J.L. Hamming.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 713.51 KB)