Verklaring van dienstplichtig korporaal P. Raats

Verklaring afgelegd door den dpl. korporaal P. Raats van M.C.-I-8 R.I. (koepel 7) in de vergadering
van de Commissie Militaire Onderscheidingen op 27 Januari 1947.
---------------------------------------------

  Mijn Sectie-Commandant was sergeant Hulshof en wij hadden onze opstelling in kazemat 7. Deze ging toen het artillerievuur begon in den koepel. Er wilden zooveel mogelijk menschen in den koepel, omdat zij daar veiliger zaten. Wij konden er natuurlijk lang niet allemaal in. Ik bleef zodoende in het onderkomen waarop één meter zand zat. Van Zaterdag op Zondag heb ik daar den geheelen nacht gezeten. 's Morgens vroegen de jongens mij om eten en cigaretten te halen bij den sergeant Van Meeteren, die bij koepels 5 en 6 in een onderkomen zat. Ik ben daar heen gegaan achter langs den muur om de kweekerij van den Heer De Ridder.
  Sergeant Van Meeteren wilde steun vragen aan kapitein Dales, want hij had veel last van Duitsch artillerievuur. Omdat ik vroeger reeds met hem gediend had, ben ik met den sergeant mee gegaan. Toen wij goed en wel uit het onderkomen waren sloeg er een granaattreffer in, waardoor Van Meeteren gewond werd; zijn broek werd aan flarden gescheurd. Niettemin zijn wij naar kapitein Dales gegaan. Wij hebben deze om steun gevraagd en zijn daarna naar een hulpverbandplaats aan de overzijde van de weg gegaan, waar Van Meeteren verbonden werd. Daarna hebben wij getracht de koepels 5, 6, en 7 weer te bereiken, hetgeen echter niet meer ging. Wij zijn daarom terug gegaan naar de stoplijn. Op een gegeven moment werd S.M.I. Pas gewond. Van Meeteren is met hem meegegaan, waarschijnlijk naar een hulpverbandplaats. Ik heb Van Meeteren niet weer terug gezien.
  Sergeant Van Meeteren was buitengewoon goed, hij heeft gedaan wat mogelijk was. Hij sprak de mannen moed in en bracht hen, die zenuwachtig waren, weer tot bedaren.

's-Gravenhage, 27 Januari 1947.
P. Raats.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.37 MB)