Verklaring van dienstplichtig korporaal-telefonist H. Kolk
Verklaring van de dienstplichtige korporaal-telefonist H. Kolk van de verbindingsafdeling van 8 R.I.
Afgelegd in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen dd. 14 Juli 1947.
-----------------------------------
Ik heb lijnen moeten herstellen vanaf de Staf naar het 3e Bataljon en naar de hulpverbandplaats.
Van de Staf naar het 3e Bataljon (tussen Rhenen en Wageningen) ging over de Grebbeberg naar beneden over de Grift over het weiland heen en over de Rijksweg. Hier ben ik de hele eerste oorlogsdag mee bezig geweest. De draden waren blank geschuurd. Verschillende delen waren ingegraven. Die lijnen hadden daar al enige maanden gelegen. Zij zijn direct in het begin van de mobilisatie gelegd.
De herstellingen naar de hulpverbandplaats geschiedde onder vuur. Wij hebben de verbindingen zo goed mogelijk in stand gehouden.
Wij zijn later ter verdediging ingezet. Wij hebben ons ingegraven tussen de eerste en tweede versperring. Wij hadden struikgewas voor ons. De stelling lag onder de dennenbomen. Daar kon je makkelijk overvallen worden. Wij hadden nu beter uitzicht en een laantje voor ons dat we konden bestrijken. De twee prikkeldraadversperringen lagen 25 meter van elkaar. De putten hebben wij zelf gemaakt voor de eigenlijke aanval begon. De Overste Henning had ons daarvoor het bevel gegeven. Korporaal Koenders lag daar samen met mij. Achter ons lagen nog vier mannen (ook tussen de prikkeldraadversperringen). Een tweede luitenant had het commando. We zijn daar aangevallen maar hebben de aanvallen afgeslagen, en hebben vijanden zien sneuvelen. Ze zijn om ons heengetrokken en hebben ons laten zitten. De aanval duurde van 15.00 tot 18.00 uur.
Daarna zijn wij naar de Rijn gegaan. De Overste vroeg vrijwilligers om aan de overkant van de Rijn verbindingen op te nemen. Ik heb mij gemeld. Wij zijn met z'n vieren overgezwommen. Een van hen heette Van Doesburg. Een sergeant (uit Groningen) die niet tot onze afdeling behoorde was commandant. Er werd op de Rijn door Duitsers gepatrouilleerd. Vijf minuten tevoren passeerde een patrouille-vaartuig. In uniform zijn we overgezwommen. Ik had mijn schoenen uitgetrokken. Wij hebben geen vuur gehad. Het was midden in de nacht. De overtocht heeft misschien 10 minuten geduurd maar het leek heel lang. Wij kwamen even boven de spoorbrug uit. Wij kwamen bij een bunker, daar brandde licht. Wij zijn in de looppas naar Kesteren gegaan. Wij hadden opdracht om contact met de troep op te nemen maar er was niemand. Wij hebben ons in een burgerhuis kleren verschaft. Burgers kwamen ons de volgende morgen vertellen dat wij gecapituleerd hadden.
Sergeant Veldkamp heeft zich flink gedragen; ook de dienstplichtigen Van Doesburg en Van Dijk.
Ik wist dat er op de brug wachtposten stonden, daarom was het gevaarlijk om over de brug te gaan.
's-Gravenhage, 14 Juli 1947.
H. Kolk.
|