Verklaring van dienstplichtig sergeant H. Niezen
Dienstplichtig sergeant H. Niezen verklaart bij het verschijnen voor de
Commissie Militaire Onderscheidingen op 16 December 1946 het volgende.
------------------------------------------------
Ik had het commando van het Zuidelijke stuk pag.-8 R.I. onder leiding van Luitenant Koerselman.
Ik kwam over Achterberg bij Rhenen bij mijn stuk in Kruiponder. Sergeant Krooshof kwam bij mij en zei dat hij terug wilde trekken en vroeg of ik met hem mee wilde gaan. Hij was erg bang. Ik heb hem moed ingesproken, ook de manschappen vertelde mij dat hij erg bang was en terug wilde trekken.
Ik heb geen verbinding gehad met Luitenant Koerselman, wel kreeg ik een of twee berichten per ordonnans over vijandelijke troepen, verder niets.
Onze gevechtsopstelling was niet klaar; zonder borstwering en flankdekking. De opstelling is gemaakt op aanwijzing van Kapitein Bor en Luitenant Koerselman.
Van de schermutseling was niets waar te nemen, ik kon alleen zien dat de voorpostenstelling op ongeveer 1000 meter door de Duitschers werd genomen. Ik heb nog geschoten met een karabijn.
Ik had opdracht gekregen van Luitenant Koerselman dat ik zonder zijn bevel geen vuur uit mocht brengen.
In den nacht van 11 op 12 Mei hebben wij op toerbeurt wacht gehouden bij het stuk. Rechts van mij was een lichte mitrailleuropstelling. Een onbekend luitenant kwam met de sergeant Derksen opdracht geven om terug te trekken, de sergeant was er op tegen, adviseerde de wapenen weg te gooien, hetgeen wij niet hebben gedaan. Tegen den Luitenant heb ik gezegd niet terug te trekken zonder bevel van een onzer eigen officieren. Bij het licht worden zag ik ter weerszijden van mijn opstelling witte vlaggen op de stelling staan. Ben daarna op verkenning uitgegaan in Noordelijke richting. De stelling achter mij gaf vuur op onze stelling waardoor wij niet konden terugtrekken. Van rechts kwamen Duitschers opzetten en rolde de stelling op, waarna wij gevangen werden genomen. De Duitschers hebben mij en korporaal Aalbers op den dijk gezet als doelwit, om te zien of er nog overgebleven Hollanders in de stelling aanwezig waren. Tijdens deze handeling werd door de Duitschers een mitrailleur op ons gericht opgesteld.
Tijdens het transport kwam Luitenant Koerselman ons achterop en vertelde mij dat hij terug was getrokken naar een mitrailleurnest plm. 100 meter achter ons gelegen. Korporaal Aalbers kwam bij mij en vertelde dat hij 's nachts drie pantserwagens had aangeschoten, waarvan één van den weg af, één in brand en één op de vlucht. Persoonlijk heb ik dit niet gezien.
Tijdens het vuren der Duitschers kregen wij geen voltreffers, wel vielen deze voor, achter en opzij.
's-Gravenhage, 16 December 1946.
(get.) H. Niezen.
Op 16 December 1946 heeft de dpl. sergeant H. Niezen mij, desgevraagd, nog nader verklaard dat hij de stelling heeft verlaten op 12 Mei 1940 's morgens om 7.00 uur.
Tevens heeft hij tijdens de vergadering nog verklaard dat toen hij langs het punt kwam (overdag) waar de drie pantserwagens in den nacht van 12/13 Mei zouden zijn aangeschoten of op de vlucht gejaagd, geen enkele defecte pantserwagen op dit punt meer was te zien.
's-Gravenhage, 18 December 1946.
De Secretaris C.M.O.
de Luitenant-Kolonel,
(get.) C.M. Olifiers.
|