Verklaring van dienstplichtig sergeant J.H.A. Liesker

Verklaring van den dpl. sergeant J.H.A. Liesker van de 8e Compagnie Pag in de
vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 23 December 1946.
------------

  Ik was destijds Commandant van het linker (Noordelijk) stuk van de Sectie van den Luitenant Koerselman. Vrijdagmorgen 10 Mei kregen wij opdracht de tevoren reeds gereedgemaakte stelling in den Griftdijk bij Kruiponder in te nemen. De Sectie heeft onder leiding van den Luitenant Koerselman de opstelling betrokken. De Luitenant Koerselman had drie stukken onder zijn bevel, waarvan één stuk ongeveer 800 meter rechts van ons stond. Toen wij in stelling waren gekomen, kregen wij opdracht te wachten tot de doelen (pantserwagens) zich zouden vertoonen. Wij hebben echter geen pantserwagens gezien. Wel kwamen de Duitschers langs den dijk naar Kruiponder. Deze hebben wij met handgranaten bestookt, waarna wij niets meer van hen vernamen. Ook heb ik met den mitrailleur gevuurd op Duitschers, die zich in een boomgaard voor mijn stelling ter hoogte van de boerderij "Kruiponder" bevonden. Of de Luitenant Koerselman ook met den mitrailleur op deze Duitschers heeft gevuurd, weet ik niet meer. De Luitenant Koerselman bevond zich als regel bij mijn stuk. Hij heeft zich eenige malen verwijderd langs den dijk naar het Zuiden, waarschijnlijk naar de andere stukken.

  Zaterdagavond werd onze opstelling door vijandelijke artillerie beschoten. Toen dit vuur afgeloopen was, gaf de Luitenant Koerselman bevel om terug te trekken op een inmiddels verlaten opstelling van een Verbindingsafdeeling ongeveer 50 meter achter ons. Ik heb het stuk onklaar gemaakt en heb een lichte mitrailleur, die ik Vrijdags reeds in bezit had gekregen, medegenomen. Tegelijk met ons was in de opstelling van de Verbindingsafdeeling ook een afdeeling zware mitraillisten aanwezig. Wij hebben deze opstelling den nacht van 11 op 12 Mei bezet gehouden. Mijn mitrailleur had ik door de schietsleuf geplaatst. In de ochtenduren van Zondag 12 Mei (het kan ook Maandag 13 Mei geweest zijn) namen wij Duitschers waar, die plotseling van alle kanten op onze opstelling sprongen. Wij hebben ze niet zien aankomen. Gelegenheid om ze onder vuur te nemen was er niet. De Luitenant Koerselman gaf zich over. Wij waren op dat moment met 40 à 50 man.

  Het middenstuk van sergeant Krooshof is, naar ik mij thans meen te herinneren, bij ons in de opstelling van de Verbindingsafdeeling terechtgekomen. Toen wij gevangen genomen werden, was sergeant Krooshof echter niet meer aanwezig.

  Wij zijn door de Duitschers weggevoerd naar de Grebbebrug en naderhand naar Hotel "Wageningsche Berg". Onderweg sloot sergeant Niezen met eenige soldaten, die ook gevangen genomen waren, zich bij ons aan. Ik weet niet meer wanneer deze groep gevangen genomen is.

  De Luitenant Koerselman deed datgene wat noodig was, zijn houding was niet laakbaar. Bijzondere prestaties kan ik hem echter niet toeschrijven. Hij heeft twee soldaten, die, toen onze frontrichting in de dijkopstelling veranderd werd in front Zuid, met het pistool in de hand gedwongen op den dijk te gaan. Er is door soldaten vele malen gevraagd om te mogen terugtrekken, zij voelden zich verlaten. Dit is echter niet gebeurd; de Luitenant Koerselman gaf hieraan geen gehoor.

  Bij onze afdeeling waren geen dooden of gewonden.

's-Gravenhage, 23 December 1946.

J.H.A. Liesker.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.35 MB)