Verklaring van dienstplichtig sergeant P. Windig
Verhoor op 9 Juli 1940 van den dpl. serg. P. Windig van 2-II-8 R.I. (4e sectie), Arnhem.
------------------------------------------------
Wij zijn uit Wijk bij Duurstede weggegaan door een bom, die naar men zei ingevolge een lichtsignaal was gevallen. Ik ben op patrouille als veiligheid vooruit gegaan met adj. Bison. Later kwam ik achteraan de troep. Het was mistig. Er werd niet gevlogen. Nadat de rijwielgroep ons gepasseerd was, heeft een korporaal een korporaal gearresteerd die het wachtwoord niet kende. Bij het passeeren van een tweeden troep, raapten wij stukken verscheurde kaarten op. Met korporaal Schoots ben ik teruggegaan om te kijken of er nog meer kwamen. We hielden een vrachtauto aan en vroegen den chauffeur of hij lichtsignalen had gezien. Naast dezen zat een officier die zijn tuniek over zijn hoofd had getrokken, volgens den sergeant was hij oververmoeid. Met den vrachtauto ben ik meegereden. Er lagen nog een paar soldaten in den wagen. Ik kreeg van Luitenant de Vries opdracht de wagen met dit personeel en nog een luitenant te brengen naar Vreeswijk met adj. Bison. De laatste is onwel geworden en weggegaan. Toen ik daar aankwam heb ik de officieren naar een hotel willen brengen maar ze verkozen te blijven staan. Na plm. een kwartier kwam Kapitein Wiersinga langs, wien ik de arrestanten heb overgegeven. De Kapitein Wiersinga heeft de officieren op eerewoord laten gaan: ik weet niet of er een verklaring van gegeven is. Na de capitulatie heeft een der luitenants aan Kapitein Wiersinga gevraagd zijn eerewoord te mogen inlossen. Dat is hem toegestaan.
De namen en onderdeelen van deze officieren waren:
1e Luitenant van Helten Staf-I-24 R.I. (onder de tuniek) en 2e Luitenant Quadvlieg 1-I-24 R.I.
Toen ik de menschen had overgegeven aan de kapitein ben ik weggegaan.
Voorgelezen, volhard en geteekend,
w.g. P. Windig.
|