Verklaring van dienstplichtig soldaat C.W. Freriks
Verklaring afgelegd door FRERIKS, C. W., geboren 12 Maart 1908, dienstplichtig soldaat, in 1940 ingedeeld bij 1-II-24 R.I., van beroep boekhandelbediende, wonende te 's-Gravenhage, in de 410e vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 26 October 1950.
Ik heb deelgenomen aan de tegenaanval op de Grebbeberg op 13 Mei 1940. Van deze tegenaanval is echter niet veel terechtgekomen. Door enige misverstanden is toen door ons op eigen mensen geschoten. Het andere bataljon is namelijk verder voor ons opgerukt. We hebben er enige tijd gezeten, totdat onder vijandelijk artillerievuur het geheel wat is verlopen. Wij waren links aangeleund door een inundatie.
Ik herinner mij dat CHARISIUS een tijdje tussen de stellingen heeft heen en weer gelopen, om de soldaten te waarschuwen niet op onze eigen mensen te schieten. Hij was daarbij ongedekt. Wat hij verder precies heeft gedaan weet ik niet, alleen heb ik later van de fourier VAN OOSTENDORP gehoord dat hij zich inderdaad nogal heeft uitgesloofd en zijn best gedaan om eigen jongens te beveiligen.
Ten tweede weet ik mij te herinneren dat toe 's avonds ieder van ons min of meer wegvluchtte, wij werden opgevangen door enige officieren die ons een linie hebben doen innemen tegen parachutisten. Op dat moment heeft CHARISIUS een zenuwinzinking gekregen en moest hij worden weggevoerd. Hij was juist altijd heel erg rustig en beheerst. Dit gebeuren 's avonds tegen een uur of negen, het begon al te schemeren. Wij lagen toen in een linie van een zekere kapitein KOUDIJS, een KNIL-officier. CHARISIUS werd toen teruggebracht naar een commandopost die vlak achter ons lag.
In zeker opzicht vond ik dat heen en weer lopen van hem wel moedig, omdat wij onder vuur lagen van de Duitster, waarschijnlijk artillerievuur, dat steeds meer onze stelling naderde en waarschijnlijk van de parachutisten in het voorterrein. Wanneer men zich boven de borstwering vertoonde kwamen de kogels, die kennelijk afkomstig waren van parachutisten. Hij is niet geraakt. Hij was geheel alleen. Hij liep van de ene stelling naar de andere, om te zeggen dat ze niet moesten vuren omdat ze schoten op eigen jongens die schuin voor ons lagen. Hij was toen nog niet in de war. Die inzinking is pas 's avonds gekomen. Hij was gewoon soldaat, facteur.
's-Gravenhage, 26 October 1950.
C.W. Freriks.
Opgenomen: Si
|