Verklaring van dienstplichtig soldaat-chauffeur M. van de Wetering

Verklaring van den dpl. chauffeur M. van de Wetering, ingedeeld bij Staf I-15 R.A., afgelegd
in de vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 19 Mei 1947.
------------------------------

  In het Kamp van Laren kreeg ik een troepenverbandwagen toegewezen. Ik ben met een soort bestelwagen gestuurd van Driebergen naar de hulpverbandplaats van 15 R.A. Ik moest allerlei medicamenten medenemen in de wagen. Adjudant van Spanje, onze Commandant voertuigen, heeft mij gelast om vanuit Remmerden te gaan naar den Grebbeberg. In Driebergen is de Staf eerst weggereden. Ik moest Dr. Broekstra nog afhalen. Die is in Amerongen gebleven.
  Op 10 Mei kwam ik aan bij de hulpverbandplaats. Ik meldde mij bij Dr. Paris. Ik heb gewonden naar achteren vervoerd tot Driebergen en naar het Seminarium gebracht. Ik heb één rit gedaan op 11 Mei met vier gewonden, toen ben ik weer teruggekomen met verband en medicijnen.
  Bij de hulpverbandplaats werden de gewonden ingeladen. Toen heb ik verder geholpen in de hulpverbandplaats. De bestelauto had geen veeren en was daardoor voor het vervoer van gewonden ongeschikt. De wagen werd verdekt opgesteld.
  Ik ben gevangen genomen op den tweeden Pinksterdag. Ik heb daarna gewonden vervoerd naar Arnhem (Elisabeths Gasthuis, Nijverheidsschool, Diaconessenhuis) met een Duitschen soldaat naast mij. De Duitscher ging weer mee terug naar den Grebbeberg. Wij gingen weer naar de Duitsche hulpverbandplaats aan den grooten weg Grebbe-Wageningen. Ik moest daar even stoppen en toen doorrijden naar den Grebbeberg met een Duitschen soldaat er bij. Ik heb gereden tot halfweg den berg en kon niet verder wegens het vuur. Daar hebben wij Hollandsche gewonden geladen. Weer terug naar de Duitsche hulpverbandplaats. Vandaar naar Arnhem. Weer terug naar Noda. Toen was het nacht en ben ik in de buurt van de hulpverbandplaats gaan slapen.
  14 Mei heb ik weer een rit naar Arnhem gemaakt. Toen ik terugkwam, moest ik met de verbandplaats naar Achterberg. Daar ben ik den heele dag geweest en heb ik niets uitgevoerd. Ik mocht niet weg. Bij de hulpverbandplaats werd practisch niets gedaan. Wij bleven daar den nacht van 14 op 15 Mei.
  Toen moest ik richting Utrecht, Leiden, Haarlem, Zandvoort. Aldaar overnacht. Ik vroeg een Duitschen arts of ik naar huis mocht. "Dat komt wel", zei hij.
  Op 16 Mei ging ik via Amsterdam, Amersfoort naar Arnhem. Daar ben ik er uitgezet en naar huis gegaan. Ik heb steeds gereden met een Duitscher naast mij.
  Op 13 Mei heb ik een Duitscher mee gehad tot de Duitsche hulpverbandplaats en hebben zij mij aan mijzelf overgelaten. Ik kon niet wegloopen, overal waren Duitschers.

's-Gravenhage, 19 Mei 1947.
M. van de Wetering.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.89 MB)