Verklaring van dienstplichtig soldaat D.J. Waalboer
Dienstplichtige D.J. Waalboer, verklaart bij zijn verschijning voor de
Commissie Militaire Onderscheidingen, op 10 Juli 1947:
-----------------------------------
Ik was ingedeeld bij de Mitrailleurcompagnie van II-11 R.I.
Luitenant Hulshoff Pol was Sectiecommandant.
Dr. Behr heb ik alleen even tijdens het gevecht gezien.
2e Pinksterdag 's middags lagen wij op de weg tussen Achterberg - Veenendaal, met plm. 200 man.
Hier zag ik Dr. Behr die tegen ons zei: "Moed houden jongens, als wij er niet door komen en de Duitsers zijn hier, dan is het met ons gedaan."
Ik heb nog gezien dat hij aan de andere kant van de weg bij een jongen die in zijn been was geschoten de slagader heeft afgebonden. Wij zaten aan alle kanten onder mitrailleur- en geweervuur.
's Nachts hebben wij in een grote villa gelegen. Hier konden wij geen etenswaren krijgen. 's Morgens plm. 5 uur zijn wij opgestapt om te proberen naar Utrecht te komen. Wij hebben ons opgesteld op een bospad bij een cantine. Hier werden wij van alle kanten onder vuur genomen en is alles uit elkaar gevlogen. Daar is Dr. Behr vermoedelijk gesneuveld, zelf heb ik het niet gezien. Met 6 man ben ik naar Utrecht gelopen.
's-Gravenhage, 10 Juli 1947.
(get.) D.J. Waalboer.
Opgem.: J.v.d.B.
|