Verklaring van dienstplichtig soldaat J.Th.J. Kerkhof
Verklaring afgelegd door den dpl. soldaat J.Th.J. Kerkhof van M.C.-III-11 R.I. in
de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen, op 10 Maart 1947:
--------------------
Ik was op den Grebbeberg bij het 3e stuk als no. 9 of 10. Ik heb Reimerink niet op zijn eentje met den mitrailleur zien vuren, ik lag met de patroonkar waar ik bij hoorde gedekt in het bosch.
Ik heb niet gezien dat de bediening van de mitrailleurs terugtrok, aangezien ik met eenige anderen in het bosch lag. De duitsche stoottroepen drongen 's nachts steeds meer op. Wij hebben er met de karabijn op geschoten. Plotseling stond een duitscher achter mij die mij een prik in den rug gaf. Tegelijkertijd kreeg ik een schot door het rechter dijbeen. Ik viel en bleef een tijdje liggen. Later ben ik teruggetrokken. De duitschers achtervolgden mij en namen mij gevangen. Ik moest, evenals eenige anderen, als dekking voor hen uitloopen naar de eigen troepen in de richting Rhenen.
Ik moest mij gedeeltelijk ontkleeden, mijn broek en schoenen mocht ik aanhouden. Op het laatst kregen wij een voorsprong op de duitschers; hoe dichter we bij onze linie kwamen, des te verder bleven de duitschers achter. Op een gegeven moment heb ik het op een loopen gezet. Ik ben in de richting van de eigen troepen gehold en gekomen tot over de brug. Daar viel ik tengevolge van mijn verwonding neer.
Onze eigen troep lag achter de brug. Door zwaaien met een zakdoek heb ik bereikt dat zij even stopten met vuren.
Ik ben er van door gegaan om niet in handen van de duitschers te vallen en bovendien om mijn eigen onderdeel weer te bereiken, teneinde verder aan het gevecht te kunnen deelnemen.
's-Gravenhage, 10 Maart 1947.
(get.) J.Th.J. Kerkhof.
Opgenomen: M.
Type. J. v.d. B.
|