Verklaring van dienstplichtig soldaat-ziekendrager G. Pothuizen
Verklaring van den dpl. soldaat-ziekendrager G. POTHUIZEN van het 24e Regiment Infanterie,
afgelegd in de vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 3 Juli 1947.
Mijn commandant was Kapitein BUWALDA.
Wij waren teruggetrokken en toen lagen wij in het hooge gras bij een kruisweg. Er werd hevig gevuurd, waarvoor wij dekking hebben gezocht. Toen het wat kalmer werd, stond Kapitein BUWALDA op en riep: "Kalm aan, naar voren". Op hetzelfde moment werd hij neergeschoten. Ik lag op 4 meter afstand van hem. Wij hebben hem teruggebracht met een brancard. Wij hadden een nieuwerwetsche bij ons op onze rug. (Ik heb hem teruggebracht met COLPA).
Ik was alleen in een boerderij met 6 gewonden. Deze boerderij stond vlak bij den kruisweg. Toen kwam Korporaal DE ZEEUW, een Infanterist, waaraan ik gevraagd heb hulp te gaan halen. Ik heb hier ongeveer vier uur alleen gezeten. Er werd hevig gevuurd; de scherven vlogen over mij heen.
Vervolgens zijn voor hulp bij mij gekomen 4 ziekendragers van de Geneeskundige Troepen. Het waren J. VIS, PRINS, vermoedelijk ASBREUK en den andere ken ik niet.
Bij twee gewonden hebben wij snelverband aangelegd, deze konden zelf terugtrekken. PRINS en VIS hebben een zwaargewonde in een wagentje achter de fiets meegenomen. Twee op een draagbaar en de ander liep zoo goed mogelijk mede.
Door het hevige vuur konden wij de gewonden niet verder medenemen. Wij hebben ze in een stelling neergelegd. Wij zijn verder teruggetrokken, door een sloot, wij durfden niet op den weg te blijven. Er vielen wel 13 à 14 projectielen achter ons.
Op een open vlakte hebben wij een Kapitein ontmoet, waaraan wij medegedeeld hebben, dat wij de gewonden in een stelling achtergelaten hadden. De Kapitein zou zorgdragen, dat deze gewonden opgehaald werden.
De twee ziekendragers met het wagentje zijn er wel doorgekomen.
Ik zat alleen in de boerderij, omdat mijn twee collega's Korporaal VELDKAMP en COLPA gevangen genomen waren. Zij waren meer opgetrokken en daardoor gevangen genomen.
Ik heb een gewonde weggebracht op een auto van de pag. Deze had een kogel door zijn slagader. Ik heb hem weggebracht naar de Hoofdverbandplaats van 10 M.C. Ik weet niet meer, waar deze gelegen was. De dokter wilde ook terugtrekken, maar ik heb hem hierop medegedeeld, dat hij deze soldaat niet zoo kon laten liggen. De dokter heeft hem inderdaad hierop hulp verleend. Toen ik deze gewonde naar binnen bracht, reed de auto van de pag. weg, zoodat ik bij 10 M.C. moest blijven.
Dr. BOLT was mijn Regimentsarts.
's-Gravenhage, 3 Juli 1947.
G. Pothuizen.
|