Verklaring van dienstplichtig wachtmeester C.L.J. Thoomes

Verklaring afgelegd door den Dpl. wachtmeester C.L.J. THOOMES van 3-I-8 R.A.
in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen van 3 Maart 1947.
--------------------

  Mijn taak was aanvankelijk wachtmeester verkenner I, tevens belast met de controle op den aanvoer van munitie.
  De eerste functie heb ik overgedragen aan den wachtmeester verkenner II de Jong. Ik behield de zorg voor den aanvoer van munitie. Deze moest gehaald worden uit drie verschillende depôts. Een depôt was gevestigd in een brandweermagazijn ongeveer 60 meter vanaf de batterij, de tweede in een schuur ongeveer 100 meter van de batterij. En de derde in een kuil op 250 à 300 m vanaf de batterij. In de batterij waren doorlopend 60 schoten per stuk aanwezig. De batterij heeft ongeveer 5000 projectielen verschoten. Den eersten dag werd er gevuurd met 4 stukken, de laatste dagen met drie. Uit Amerongen zijn gehaald zeven rantsoenen van 922 schoten en gebracht naar de depôts. Hiermede was belast de wachtmeester Mulder. Ik heb vanuit de depôts ongeveer 5000 schoten naar de batterij gebracht. Ik heb naderhand geteld hoeveel in de depôts over was. Ik wist hoeveel daar gebracht was, dus kon ik nagaan wat verschoten moest zijn. De berging der hulzen alsmede de verpakkingskisten was met het oog op vijandelijke waarneming een probleem. De hulzen heb ik gegooid in kuilen, schuren en woningen en de kisten heb ik in elkaar getrapt.
  Ik had voor het vervoer, hetgeen met een wagentje geschiedde de beschikking over 6 à 7 vrijwilligers, die vrij gemakkelijk te krijgen waren. De weg vanuit de stelling naar de depôts lag steeds onder vuur; we moesten ons herhaaldelijk dekken. Gewonden zijn er onder ons echter niet gevallen.
  De Kapitein heb ik éénmaal in de batterij ontmoet.
  Op een gegeven moment kwam de order door: Vuurmonden onklaar maken en verzamelen achter de Koerheuvel. Er werd toen gevuurd op 300 meter afstand. Het laatste vuur telde ongeveer 100 schoten. In groepsverband zijn we naar de Koerheuvel gegaan. Twee vuurmonden waren goed onklaar gemaakt, de derde was achter in het sluitstuk van zand voorzien. Bij vergissing had men dit niet voor in den loop gedaan.
  Met wachtmeester Veenstra heb ik voordat ik uit de batterij terugging, nagegaan of allen wegwaren.

's - Gravenhage, 3 Maart 1947.

C.L.J. Thoomes.

Opgemaakt M.
Typ. B.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 736.25 KB)