Verklaring van dienstplichtig wachtmeester H.P.C. Dubie
Verklaring van den dienstplichtig wachtmeester Dubie, H.P.C. van 3-4 R.H. afgelegd in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen van 6 Mei 1947.
Mijn Commandant was de Ritmeester Van Pallandt.
Ik had de groep van de wachtmeester Snier, die mijn pelotonscommandant was.
Wij moesten de brug bij Heumen aanvallen. Wij hadden de bewaking van diverse bruggen over kleine beekjes in het land van Maas en Waal. Op eventueele sommatie moesten deze brugjes de lucht in. Wij hebben 3 à 4 bruggen de lucht in laten springen. Toen hebben wij ons weer gemeld bij de Ritmeester. Verder kregen wij opdracht om de brug bij Heumen te hernemen. Wij kregen opdracht van de wachtmeester Snier om met ons peloton naar voren te gaan. Wij kwamen onder vijandelijk vuur op 200 à 300 meter voor de brug. Wij zijn door de moestuintjes langs de weg gegaan. Op een gegeven moment konden wij niet verder vanwege het mortiervuur. Matser werd getroffen (van de rechter groep), Boer uit mijn groep werd ook getroffen in de rug. Wij lagen in een droge sloot. Ongeveer 30 meter voor ons hoorden wij de repeteergeweren der Duitschers. Door de heggen konden wij niets zien. Wachtmeester Hermssen gaf ons het sein "vijand". Wij konden niet verder en zijn teruggegaan door aanhoudend mortiervuur. Op de weg stond een Ford. Hannema wilde de dode chauffeur uit de auto halen en met de auto wegrijden. Ik heb hem tegengehouden omdat de weg onder vuur lag. Wij konden onmogelijk op de brug komen. 's Morgens (10 Mei) was de brug in de hoogte, en later naar beneden. Het was een automatische hefbrug. Ik had geen kijker. Wij ontvingen vuur van links en rechts, maar ik weet niet of er Duitschers boven de brug zaten. De Wachtmeester Snier heeft opdracht gegeven om terug te gaan.
Ik ben 's avonds in Rhenen gekomen, bij het viaduct. Wij moesten zolang in een villa, terwijl Snier naar de Ritmeester ging om nadere orders. De Ritmeester bevond zich in een ontspanningsoord. De Wachtmeester Snier kwam niet meer terug. Wij zijn even over de brug geweest maar konden niet verder dan Ouwehand's Dierenpark, door het vuren van alle kanten, waarschijnlijk van scherpschutters. Wij kregen toen van de Ritmeester via de Wachtmeester Snier bericht om terug te gaan. Wij zijn toen over de brug gegaan naar de kant van Rhenen. Wij hebben daar stellingen ingenomen. Rechts van ons zat Kornet Dudok van Heel, links Baron De Vos van Steenwijk. Wij zaten in de eerste villa rechts van de brug. Toen begon het te schemeren. Wij zaten in de villa in opdracht van de Wachtmeester Snier die orders ging halen bij de Ritmeester. Snier kwam niet meer terug. Opperwachtmeester Wynja gaf ons opdracht van de Ritmeester om de brug gedurende de nacht onder vuur te houden met korte vuurstoten. Een bataljon infanterie [vermoedelijk I-24 R.I.] moest over de brug. Dit is gebeurd. Het wemelde toen van de Duitschers. Er was een Kapitein van de Marechaussee bij [Kapitein Gelderman]. Wij zijn daar blijven zitten. Wij waren de volgende morgen allen nog bij elkaar. Toen ging alles terug, ook een gedeelte van de infanterie. Links en rechts van de weg stonden 2 zware mitrailleurs, deze werden verlaten. Wij waren met 6 man in de villa. Ik vond een lichte mitrailleur zodat ik schuin op de brug kon vuren. Bij ons waren Luitenant Valckenier Kips, Wachtmeester Roodenburg, Korporaal Streefkerk, Korporaal Knies, en een onbekende wachtmeester. Verder was er nog de Kapitein van de Marechaussee. Wachtmeester Roodenburg bediende de linker mitrailleur, Korporaal Knies de rechter. Ik had de lichte mitrailleur, maar kon geen goede opstelling krijgen (er stond een boom voor). Ik ben toen naar boven gegaan nadat ik eerst een boompje had doorgezaagd omdat de bladeren het uitzicht belemmerden. Om de mitrailleur heb ik zandzakken neergelegd en daarna gevuurd. Naderhand heb ik de Kapitein van de Marechaussee munitie gebracht in een loopgraaf 10 Meter van ons af (eerste villa rechts van de weg). Wij kregen veel vuur op die villa. Er was een soort garage [schuur] naast (rechts van het huis aan de kant van de Rijn) en hebben wij daaruit gevuurd. Daarna werd de villa kapot geschoten. Toen ik de lichte mitrailleur in stelling bracht op de waranda kwam Kapitein Gelderman en zei dat de opstelling prima in orde was. Wij zagen de Duitschers geregeld tussen de houtstapel heen en weer lopen, en daar brachten wij het vuur op uit.
Korporaal Knies is getroffen achter de rechter zware mitrailleur. Ik heb nog geholpen om hem naar binnen te trekken. De Wachtmeester Roodenburg was net op tijd weg van de linker mitrailleur toen hier op een voltreffer kwam. Ik heb de mitrailleur niet meer gezien. Roodenburg en ik stonden in een gangetje om een vuurstoot af te wachten en toen zag ik Korporaal Knies in elkaar zakken achter de rechter mitrailleur.
Wij werden beschoten door een mitrailleur die ik maar niet kon vinden. Op een gegeven moment zag ik de mondingsvlam onder de daklijst van een villa. Daarna heb ik er met een mitrailleur op geschoten en hoorden wij niets meer. Wij hebben de rechter mitrailleur naar binnen gehaald en laten herstellen.
Ik heb die auto op gang gebracht. Een Luitenant is er toen met de gewonde Korporaal Knies in weggereden. Toen zijn we verder gegaan met vuren. 's Avonds moest het bataljon infanterie de brug over en is het grootste gedeelte krijgsgevangen gemaakt. Zij zaten in de schuur voor de houtzagerij, half ontkleedt. Zij werden eerst misbruikt voor doelen. Zij werden opgesteld en er lagen Duitschers tusschen te vuren. Wij schoten door ijzeren sponningen in de schuur. Dat duurde ongeveer tot 10 à 11 uur 's morgens. Op een gegeven moment werden de krijgsgevangenen teruggestuurd over de brug. Zij werden door de Duitschers van achteren beschoten. Zij riepen "mijngas" (het wachtwoord van de vorige dag). Wij hielden op met vuren. De marschvaardige gewonden hebben zich bij ons gevoegd in de schuur. Op dat moment kwamen er een paar vliegtuigen die de brug in elkaar gooiden. Toen was onze taak ook afgeloopen. Wij zijn toen door de tuintjes teruggegaan. Voordien is de Kapitein Gelderman even weg gegaan om versterking te halen maar kwam niet meer opdagen. Wachtmeester Roodenburg besloot toen om terug te gaan (met Streefkerk, Luitenant Valckenier Kips en een paar gewonden). De Luitenant Hollert heb ik niet meer gezien. Toen ik patronen ging halen in de loopgraaf vroeg de Kapitein Gelderman mij ook om patronen en heb ik hem nog een paar trommels toegeworpen. Toen ik terug ging had ik nog patronen in mijn zak. Niemand heeft gelast om terug te gaan. Wij zagen niemand meer. Wij kwamen een patrouille tegen onder leiding van de Luitenant De Vos van Steenwijk voor Rhenen, die heeft ons weer mee teruggenomen. Verder heb ik geen menschen meer gezien.
Kort na het springen van het viaduct (een half uur of een uur) zijn we teruggegaan.
's-Gravenhage, 6 Mei 1947.
(get.) H.P.C. Dubie.
Opgemaakt V.
|