Verklaring van dienstplichtig wachtmeester M. Peters
Verklaring van den dienstplichtig wachtmeester M. Peters van de 19e Batterij 6-veld,
afgelegd in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen van 17 Maart 1947.
--------------------
De ouders van den kornet Mignot hebben mij geschreven en mij om inlichtingen gevraagd. Hij was bij de eerste sectie die in stelling stond op den Grebbeberg (linker stuk). Het andere stuk stond onderaan den Rijn opgesteld. De overige twee stukken waren ingedeeld bij II-19 R.I. (Divisie Reserve der IVe Divisie) Ik commandeerde geen sectie, maar was toegevoegd aan de Batterij Commandant, die zat op den commandopost II-19 R.I. Wij lagen in reserve en hadden daarom niets te doen en als Majoor van Apeldoorn om vrijwilligers vroeg ging ik met de auto ook wel eens naar voren (opmerking kantlijn: "naar voren?") naar de Divisie Commandopost. (Kolonel van Loon). De berichten, die ik overbracht waren meestal mondeling. Veel geschreven berichten heb ik daar niet gezien.
De tweede dag raakte de Majoor erg oververmoeid.
De derde dag heb ik hem na het terugtrekken niet meer gezien. Voordat er teruggetrokken werd ging ik met een bericht van den Majoor naar den commandopost Divisie Commandant. Daar aangekomen vloog de Kolonel ons tegemoet en zei: "wat doen jullie nog hier. Het commando terugtrekken is gegeven".
De Kolonel maakte een opgewonden indruk. Er kwam order en tegenorder. De Kolonel liep in Amerongen rond en hield daar met uitgebreide armen de terugtrekkende massa tegen. Hij gaf opdracht opnieuw onderdeelen te formeeren. Daar was de Kolonel rustiger dan bij den commandopost. Van de Divisie commandopost ben ik nog teruggegaan naar Rhenen. Over het viaduct kon niet meer, maar ik ben onderlangs het station gegaan. Mijn Commandant was de Luitenant van Deventer. De commandopost van den Majoor van Apeldoorn was onder een badhuis, alwaar ik de Luitenant van Deventer gevonden heb. Ik trof daar ook nog Wachtmeester Peters M.M.H. en een korporaal. De wachtmeester Peters was van de 2e sectie van de batterij 6-veld. Die vroeg, wat wij doen moesten. Hij heeft de stukken meegenomen vermoed ik. De voorwagens kregen opdracht terug te gaan naar Fort Honswijk. De vuurmonden der Divisie Reserve zijn vermoedelijk ook ergens achtergebleven.
Het stuk, waar ik heen zou gaan, stond op den Grebbeberg bij de Heimersteinschelaan Noord van den weg. Ik heb de kornet zien vallen; ik stond toen een meter of 25 van hem af. Ik heb Mignot nog gesproken op den morgen van 10 Mei, toen hij met zijn stukken oprukte naar de stelling op den Grebbeberg. Dat was bij de Jeugdherberg bij een driesprong in Achterberg.
Duitschers heb ik niet gezien. Nadat ik de Kornet Mignot zag vallen (er viel veel vuur) ben ik ook teruggegaan. Ik heb gehoord, dat er later nog een aalmoezenier bij is geweest. Dat heb ik van de ouders gehoord. Ik had den indruk, dat hij aan het hoofd was getroffen. Ik ben bij het terugkomen weer over de spoorlijn gegaan bij de Stoomhamer. Daar was het erg gevaarlijk. Ik kreeg vuur van Duitsche en van Hollandsche zijde, van het laatste niet veel. Ik heb mijn fiets daar gelaten en ben verder kruipende gegaan, daarna terug met de auto naar Fort Honswijk.
Wachtmeester Bok van den goederentrein 19 R.I. is met de voorwagens teruggegaan van Amerongen naar Utrecht.
's-Gravenhage, 17 Maart 1947.
w.g. M. Peters.
|