Verklaring van dienstplichtige korporaal W.A. Jansen
Verklaring afgelegd door den dienstplichtige Korporaal W.A. Jansen van 1-11 G.B.
in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen op 28 October 1946.
--------------------
Den eersten oorlogsdag had ik 's morgens te Neerbosch kazemattenwacht. Bij de overgave van 26 R.I. zijn wij teruggetrokken naar den spoordijk. Daar gaf de Kapitein bevel om naar voren op te trekken.
Ik ben met een patrouille van een man of 4 opgetrokken tot in de kazemattenstellingen - ik geloof te Hatert - waar zich 's morgens 26 R.I. overgegeven had. Tijdens de patrouille troffen wij een Duitscher aan met een verrekijker en deze is door J. Mulder (soldaat) buiten gevecht gesteld.
We zijn van daar langzamerhand teruggetrokken (steeds onder vuur van Duitsche mortieren en geweervuur) langs den Westelijke kant van het kanaal tot bij den weg bij Dukenburg. Op den weg rechts voor Dukenburg lagen de manschappen van de sectie achter boomen verspreid terwijl er ook een paar schutters zaten in een huis op den hoek van den weg langs het kanaal. Dezen hebben ons gedekt en we zijn gezamenlijk teruggetrokken. Door het vijandelijk vuur werd het kwartier van den Vaandrig De Wit en Gerritsen in brand geschoten.
We zijn naar den spoordijk getrokken (viaduct). De Compagniescommandant was over den dijk met de rest van de Compagnie die op ons stonden te wachten. Hierbij hebben wij ons aangesloten.
In Rhenen moest ik mij melden bij den Kapitein Boers en deze gaf mij opdracht als patrouille voor de sectie uit te gaan, rechts van de stad van Rhenen door de uiterwaarden. Ik moest teekens geven voor dekking en voor vliegtuigen voor de groep die mij volgde. Ik ben geleidelijk om de stad heen getrokken tegen den spoordijk op.
We hebben steeds gevochten tot 's avonds het bevel kwam "terugtrekken met een paar manschappen ter beveiliging in den rug".
Bij het teruggaan zag ik dat Sergeant Baring midden op den weg in zijn arm geschoten werd. Wevers werd achter het oog langs geschoten.
Wij zijn onder voortdurend artillerievuur teruggetrokken en hebben ons bij de Compagnie in Amerongen aangesloten die op ons stonden te wachten.
Sergeant Tilders heb ik niet meer gezien.
Luitenant Willems is tot het laatst toe bij mij geweest bij de terugtrekking.
In Amerongen hebben zich nog verschillende Bataljons bij ons aangesloten en wij zijn vervolgens teuggetrokken naar Vreeswijk.
Voor Mulder heb ik niets dan lof. Van Sergeant Baring heb ik gezien dat hij ver vooruit de Compagnie trok.
's-Gravenhage, 28 October 1946.
(get.) W.A. Jansen.
Opgenomen K.
typ. GTh.
(Dit verslag is tot stand gekomen door medewerking van J. Schoonderbeek.)
|