Verklaring van kapitein C.D. Kamerlingh
HOOFDKWARTIER VAN DE GENERALE STAF COMMISSIE VAN ONDERZOEK -------------------- |
P R O C E S - V E R B A A L
Op heden de 9e Februari 1948 verscheen voor onze Commissie C.D. Kamerlingh, geboren 14 December 1893, wonende Duchattelstraat 10 te 's-Gravenhage, in 1940 Kapitein, Chef van de Staf van Brigade B., die ons het volgende verklaarde:
"Op 12 Mei 1940 zijn een aantal troepen van Brigade B. ter beschikking gesteld van Commandant IVe Divisie. Ik heb de Brigadecommandant vergezeld naar de commandopost van Commandant IVe Divisie, teneinde verband op te nemen en inlichtingen te verstrekken. De Divisiecommandant en zijn Chef van de Staf waren kennelijk zeer vermoeid en de stemming was niet opgewekt. Er waren bevelen gegeven, dat een tegenaanval zou plaats hebben van West naar Oost over de spoorbaan, hetgeen de Kolonel in verband met de diep ingesneden spoorbaan en de daar aanwezige hindernissen onmogelijk achtte. Er is nogal wat gepraat over het besluit. Tijdens dat gesprek is de Kapitein Fiévez binnengekomen, die na enige tijd de Chef van de Staf heeft vervangen. De bevelvoering had verder op de normale manier plaats, waarbij de Chef van de Staf, op dat ogenblik de Kapitein Fiévez, de bevelen redigeerde en het Stafwerk deed. Ik kan niet zeggen, dat de Kolonel de leiding uit handen heeft gegeven, wel was mijn indruk, dat de Kolonel te vermoeid was, om veel stuwkracht uit te oefenen.
Op 13 Mei bevonden wij ons in de namiddag te Amerongen, toen de Commandant van het Detachement Politietroepen binnenkwam met de mededeling, dat alles op de vlucht was. De Kolonel en ik hebben toen [met] beschikbare Politietroepen en anderen bij de Oostrand van Amerongen alle terugvloeiende troepen doen ophouden. Wij hebben daarna de Kolonel Van Loon getroffen, naar ik meen tussen Elst en Amerongen, die zeer down was en mededeelde, dat er niets meer aan te doen was en dat hij met zijn officieren bezig was weerstanden te organiseren bij Elst.
Tussen Elst en Amerongen hebben we toen de mededeling ontvangen, dat moest worden teruggetrokken op de Vesting Holland. De bevelen, die voor ons telefonisch naar Amerongen waren gegeven, hielden in, dat Commandant IVe Divisie de bevelen zou geven voor de onderdelen van Brigade B., die hem ter beschikking waren gesteld.
De toestand op de weg tussen Elst en Amerongen was chaotisch. De troepen waren volkomen gedemoraliseerd en luisterden niet naar de bevelen. Velen hadden niets meer bij zich dan een veldfles. Men kon het niet anders noemen als een vlucht."
Voorgelezen, volhard en getekend,
(get.) C.D. Kamerlingh,
Kolonel,
Directeur K.troepen.
De Commissie van Onderzoek,
(get.) V.E. Nierstrasz,
Generaal Majoor tit. b.d.
(get.) F.A.J. de Klerck,
Luitenant Kolonel der Artillerie b.d.
|