Verklaring van kapitein der Koninklijke Marechaussee G.J.W. Gelderman

P R O C E S - V E R B A A L

-----------------------------

  Op heden den 21en Augustus 1940 verscheen voor mij Luitenant-Generaal b.d. Th. de Goeijen en voor den aan mij toegevoegden Secretaris, den Majoor der Infanterie op n.a. A.J.J.M. Lohmeijer in verband met het onderzoek

  in zake de gedragingen van den Generaal-Majoor J. Harberts in het tijdvak 10 - 15 Mei 1940

  de Kapitein der Koninklijke Marechaussee G.J.W. Gelderman, die verklaarde:

Klik hier voor een uitvergroting
Foto van G.J.W. Gelderman als 1ste luitenant van de Koninklijke Marechaussee (1929-1939)
  Ik was toegevoegd aan Commandant - II L.K. Op 10 Mei 1940 omstreeks 16.00 uur heb ik mij bij den Generaal-Majoor Harberts gemeld op het Stafkwartier II L.K., hotel "Cecil" te Doorn. In de periode 10, 11 en 12 Mei tot omstreeks 15.00 à 15.30 uur heb ik den Generaal Harberts eenige malen ontmoet. Omstreeks 15.00 uur van 12 Mei kreeg ik van Generaal Harberts opdracht met een zoo sterk mogelijk detachement marechaussee's te gaan naar den Grebbeberg en mij te melden bij Commandant IV Divisie en dezen commandant in kennis te stellen met mijn verdere opdracht, te weten: "U dwingt alle manschappen op den Grebbeberg tot standhouden; indien één of meerdere manschappen terugloopen, schiet gij ze onverbiddelijk neer", althans woorden van gelijke strekking. Ook moest ik troepen, die werden ingezet, moed inspreken.
  Voorts stelde de Generaal mij op de hoogte van zijn voornemen nog denzelfden middag de geheele Brigade B gemotoriseerd op den Grebbeberg in te zetten en door te stooten. De Generaal zeide: "Nog dezen nacht gaan alle Duitschers van den Grebbeberg af en worden uit de bewakende voorposten verdreven."
  Ruim 24 uur daarna kwam ik terug bij den Generaal. Vóór mijn vertrek op 12 Mei heeft Generaal Harberts mij ook nog op de hoogte gebracht van den toestand op den Grebbeberg, n.l. dat de Duitschers slechts zwak in getal zouden zijn, veel lawaai maakte met mitrailleurs, waarvoor onze troepen blijkbaar bang waren en terugliepen, alsmede dat de Duitschers reeds waren doorgedrongen tot in de stoplijn van de verdedigende stelling.
  Bij mijn contact met den Generaal was deze niet nerveus.
  Toen ik mij in den laten middag van 13 Mei op het stafkwartier II L.K., hotel "Cecil" te Doorn terugmeldde, werd ik door zijn stafofficieren geleid naar zijn kamer. De Generaal stond midden in de kamer met helm op. De Generaal was zeer vriendelijk, stak mij de hand toe. Wat de Generaal daarna tegen mij heeft gezegd weet ik niet, daar ik volkomen doof geschoten was. Wel werd het mij duidelijk dat er blijkbaar bericht was binnengekomen, dat ik reeds was gesneuveld.
  Ik heb den Generaal gezegd: "Generaal, mijn taak is niet afgeloopen, ik kom versterking halen en munitie". De Generaal beduidde mij echter en schreef dit ook nog voor mij op, dat het Legerkorps opdracht had om terug te trekken. De Generaal was toenmaals zeer rustig.
  Daarna heb ik den Generaal Harberts alleen nog maar gezien toen hij op 14 Mei 1940 het notarishuis te Lopik verliet.
  Wanneer men op het stafkwartier II L.K. met de uitvoering van het terugtochtsbevel is begonnen, weet ik niet, maar bij het vertrek waaraan ik uit hotel "Cecil" te Doorn heb deelgenomen was alles rustig.
  Het verslag dd. 1 Juli opgemaakt door Generaal Harberts onderschrijf ik ten volle (zie bijlage A.).
  Ik heb nimmer den indruk gekregen, dat de geestkracht van de Generaal Harberts gebroken was. Ik zou eerder het tegendeel willen verklaren.
  Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

  De Voorzitter van de Commissie voor huishoudelijk onderzoek, benoemd bij den brief van Garn. Cdt. in het Justitieele Garnizoen 's-Gravenhage dd. 1 Augustus 1940 No. 3 Gem. Pers.

De Luitenant-Generaal b.d.,
w.g. Th. de Goeijen.

De Kapitein,
w.g. Gelderman.

De Secretaris, de Majoor op n.a.,
w.g. Lohmeijer.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.10 MB)