Verklaring van luitenant Dr. J.E. Garssen
Luit. Dr. J.E. Garssen Sectiecommandant bij 3-III-R.I (voorposten) - Middellaan 10 Haarlem.
Door den boomgaard en het proefveld had ik weinig verband met mijn nevensecties. De 6-veld stond niet onder mijn bevel, maar ik heb hem enkele opdrachten gegeven. Het kanon heeft beslist enkele malen vuur uitgebracht. In de tankgracht stond veel te weinig water. Uit front kregen we mortiervuur later ook van de rechterflank. We konden de opstelling daarvan niet vinden.
De oprukkende infanterie konden we niet goed zien door het gebrek aan opruimingen. We vuurden op elkaar, tegenover mijn steunpunt stonden 2 mitrailleurs en we kregen 1 gewonde. Spoedig daarop vielen mijn mitrailleurschutter en mijn oppasser. De vijanden kwamen langs de weg, door de gracht en beklommen het steunpunt. Ze hebben ons omsingeld en met pistolen en handgranaten aangevallen. Wij hadden alleen hgr. no. 23. We zaten nog met een man of zes in dit steunpunt en hadden geen verband met de andere groepen. Toen hebben we ons maar overgegeven door handopsteken. Ik heb geen witte vlag op het steunpunt gezien.
Toen we gevangen waren hebben mijn menschen veel gewonden weg moeten dragen. Ik herhaal nog een dat we de nadering van de vijand niet konden zien doordat de opruimingen onvoldoende waren geschied. Dit heele geval speelde zich plm. 12.00 uur af. We hebben alle trommels leeggeschoten en nog trommels bijgevuld. We hebben door schietschilden gevuurd zelfs van de borstwering af. Op den weg zat een heele compagnie.
De sectie was plm. 30 man sterk. Er zijn 4 man gewond of gesneuveld. We hadden order om tot het uiterste stand te houden en ik meen aan deze opdracht te hebben voldaan.
We hebben veel last gehad van losloopende koeien die door de stellingen dwaalden. Ze stichtten veel onrust.
Voorgelezen, volhard en geteekend,
(get.) Dr. J.E. Garssen.
|