Verklaring van mevrouw W.M.M. Sandbrink - Knuth
Bij het lezen van onderstaand document, wat onderdeel uitmaakt van een in mei/juni 1940 gehouden militair onderzoek over de vermeende handelingen door dhr. Ouwehand verricht ten voordele van de Duitse aanvaller, de zgn. 'vlaggenkwestie', moet in gedachte worden gehouden dat de uitkomst van het onderzoek geen enkel bewijs heeft opgeleverd ten nadele van dhr. Ouwehand en alle beschuldigingen 'van horen zeggen' zijn. Een enkele maanden later uitgevoerd ambtelijk onderzoek gaf al een veel genuanceerder beeld en uiteindelijk volgde 7 maanden na zijn arrestatie volledige rehabilitatie. Voorts moet worden bedacht dat de associatie die her en der in de rapporten wordt gelegd tussen bekende en minder bekende [namen gefingeerd] Rhenenaren en de Nationaal-Socialistische Beweging (N.S.B.) veelal op geen enkel feit is gebaseerd. [redactie]
A F S C H R I F T.
Heden, den 22sten Mei 1940, verscheen voor mij, Reserve Kapitein voor Speciale Diensten bij den Generalen Staf, Mr. N.J. Vonck, in tegenwoordigheid van den Reserve Kapitein voor Algemeene Dienst, R. Voorhoeve, beiden van Sectie I 4 Hoofdkwartier van het Veldleger (H.K.V.), Mevrouw Knuth, Wilhelmina Margaretha Maria, echtgenoote van Sandbrink, Dirk, textielfabrikant en gemeenteraadslid, wonende te Rhenen, die het volgende verklaarde:
Zondag 19 Mei jl. is Luitenant Gude van 8 R.A. bij ons geweest en heeft mij, toen ik hem vertelde, dat Ouwehand leefde, verwonderd gevraagd: "Leeft die vent nog?" Hij deelde mij toen mede, dat Ouwehand verraad had gepleegd. Hij, Gude, bevond zich namelijk op of omstreeks 12 Mei jl. met den wachtmeester Smit en een aantal manschappen bij de artilleriestellingen in de nabijheid van het restaurant van Ouwehand's Dierenpark. Daar zagen zij Ouwehand opeens de Nederlandsche vlag hijschen. Direct daarop viel het eerste schot van de Duitsche artillerie.
Zij zijn toen onmiddellijk op de vlag toegesneld, om die neer te halen, tegen welke handeling Ouwehand zich krachtdadig verzette.
Tenslotte zijn zij er in geslaagd de vlag neer te halen, doch het was te laat.
Wachtmeester Smit, die den volgenden dag met eenige manschappen een kop koffie bij ons kwam halen, heeft het bovenstaande bevestigd, zonder dat ik hem daarnaar gevraagd had.
Hij deelde nog mede, dat de Luitenants Gude, Versteegh en Terpstra zich zeer dapper hadden geweerd, vooral Luitenant Gude, die als een leeuw had gevochten.
Voorgelezen, volhard en geteekend.
Rhenen, 22 Mei 1940.
(get.) W. Sandbrink - Knuth.
Dit proces-verbaal is onmiddellijk na voorlezing en goedkeuring, door ons medeonderteekend.
De Kapiteins voornoemd:
(get.) N.J. Vonck
R. Voorhoeve.
(Dit verslag is tot stand gekomen door medewerking van Kim Schormans.)
|