Verklaring van reserve-eerste luitenant T.J.H. Corman
HOOFDKWARTIER VAN DE GENERALE STAF COMMISSIE VAN ONDERZOEK -------------------- |
P R O C E S - V E R B A A L
Op heden de 20e April 1948 verscheen voor onze Commissie T.J.H. Corman, geboren 21-5-1907, wonende Kampweg 100 te Doorn, in 1940 Reserve 1e Luitenant bij 1-II-24 R.I., die ons het volgende verklaarde:
"De Kapitein Bartels was een ernstig man, dien ik nooit dronken heb gezien. In de avond van Zondag 12 Mei ben ik in gezelschap van Kapitein Bartels geweest, die toen nog een brief aan zijn vrouw heeft geschreven. Nadien is hij naar een bespreking gegaan.
Verder heeft Kapitein Bartels normaal zijn dienst gedaan, ook in het gevecht op 13 Mei 1940. Er is mij niet bekend dat officieren zijn gedeserteerd.
Ik heb op 13 Mei in de namiddag namens den Bataljonscommandant via den Luitenant Eysink bevel gekregen om terug te gaan. Ik heb toen den Kapitein Bartels niet meer gezien, omdat ik ben nagekomen in verband met het terughalen van vooruitgeschoven zware mitrailleurs en later naar een ziekenhuis ben afgevoerd."
Voorgelezen, volhard en getekend,
(get.) T.J.H. Corman.
Reserve 1e Luitenant.
De Commissie van Onderzoek,
(get.) V.E. Nierstrasz,
Generaal Majoor tit. b.d.
(get.) F.A.J. de Klerck,
Luitenant Kolonel der Artillerie b.d.
|