Verklaring van reserve-eerste luitenant W.C. Ketelaar
HOOFDKWARTIER VAN DE GENERALE STAF COMMISSIE VAN ONDERZOEK -------------------- |
P R O C E S - V E R B A A L
Op heden de 23e Januari 1948 verscheen voor onze Commissie W.C. Ketelaar, geboren 2 Juli 1909, wonende Zonnelaan 23 te Haarlem, in 1940 Reserve 1e Luitenant bij M.C.-III-11 R.I., die ons het volgende verklaarde:
"De Kapitein Franssen had bij het teruggaan uit Rhenen mijns inziens niet de gedachte om verder te gaan dan Remmerden. Ik meen mij met zekerheid te herinneren, dat er één sectie bij Remmerden in stelling is geweest in de bosrand Noord van de weg, Oost van de steenfabriek.
Toen wij de Grebbeberg zijn opgegaan, was ik in de veronderstelling, dat onze opdracht was, een tegenstoot te doen en dat wij voorlopig voorwaarts moesten tot de loopgraven van de stoplijn. De Kapitein Franssen heeft zich in die loopgraaf op een gegeven ogenblik verwijderd, naar zijn zeggen, om te gaan telefoneren. Terugkomende zeide hij: "We gaan weer naar achteren en proberen het straks weer". Ik stond toen tezamen met de Luitenant v.d. Boogerd in de loopgraaf. Ik heb toen geen ogenblik het idee gehad, dat Franssen bewust iets verkeerd deed. Nadat wij waren teruggegaan tot nabij het Hotel "De Grebbeberg", heeft daar de bekende Duitse overval plaats gehad, waardoor het Bataljon uit elkaar werd geslagen. Kapitein Franssen heb ik niet meer gezien, nadat ik op zijn bevel met 2 secties zware mitrailleurs uit de stoplijn ben teruggegaan.
De leiding van de Majoor v.d. Ploeg was niet erg duidelijk, hij gaf geen positieve en duidelijke bevelen."
Voorgelezen, volhard en getekend,
(get.) W.C. Ketelaar,
Kapitein Korps Verpleg. Troepen.
De Commissie van Onderzoek,
(get.) V.E. Nierstrasz,
Generaal Majoor tit. b.d.
(get.) F.A.J. de Klerck,
Luitenant Kolonel der Artillerie b.d.
|