Verklaring van reserve-kapitein G. Londo

Verklaring afgelegd door den Reserve Kapitein G. Londo, destijds Reserve 1e Luitenant bij M.C.-I-8 R.I.
in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen op 23 Januari 1947.
------------------------------------------------------

  AANVULLENDE OPMERKINGEN BIJ DE VERKLARING WELKE ONMIDDELLIJK NA DEN OORLOG DOOR ONDERGETEKENDE IS OPGEMAAKT TEN OVERSTAAN VAN DEN OVERSTE NIERSTRASZ.

  De sergeant Hazewinkel was buiten de pantserkoepel, vandaar dat hij wist dat de sectie bij koepel 19 was verdwenen.
  Ik had een aparte opstelling voor mijzelf. Ik had mijn commandopost in de onmiddellijke nabijheid van koepel 16.
  Hazewinkel heeft mij verklaard dat hij de laatste was die de stelling verliet.

  OPMERKINGEN BIJ HET 2DE RELAAS VAN DEN KAPITEIN LONDO.

Klik hier voor een uitvergroting
Café Restaurant Royal te Arnhem
  Ik was vanaf de mobilisatie commandant van de 1ste sectie van M.C.-I-8 R.I. De 3 stukken van de sectie waren elk in een afzonderlijke pantserkoepel ondergebracht.
  Wij hebben wel in de buurt artillerie-inslagen gehad. Het stof stoof op uit de omgeving. De dekking bestond uit 75 cm. zand en rondhouten. Wij zaten in een keldergewelf van een oud kasteel (vermoedelijk).
  Wanneer ik van den commandopost naar de andere stukken moest, moest ik over open terrein. De afstand van koepel 16 naar 26 was ongeveer 350 meter.
  Ik heb de menschen toegesproken en gezegd dat zij moesten stand houden.
  Op den 10den en 11den Mei is nog zoveel mogelijk houtgewas dat een belemmering vormde voor het schootsveld opgeruimd. De tuin van "Heimerstein" was erg begroeid.
  Dooden heb ik niet zien vallen.
  Van een collega heb ik gehoord, dat de Duitschers ten Zuiden van de brug over de Grift zijn gegaan.
  Betreffende den Kapitein Collette: Zijn naam bij de compagnie was zeer slecht.
  De menschen konden over de rugweer schieten door het maken van sleuven.
  De affuit was los te schroeven, maar daarna was de mitrailleur niet meer op te stellen.
  De groepsschuilplaats van de 4e sectie M.C. lag in de nabijheid van de koepels 17 en 16.
  De Duitsche handgranaten werden geworpen in de verbindingsloopgraaf in het stellinggebied van koepel 17 en 18.
  Van het Zuiden uit waren wij omsingeld (dus niet volkomen).
  De sergeant Hazewinkel heeft mij van de artillerietreffers zelf verteld.
  De naam Hottinga ken ik niet. Ik herinner mij wel dat er een korporaal van M.C.-III-8 R.I. op ons is teruggetrokken nadat de voorposten gevallen waren.

Klik hier voor een uitvergroting
Interieur van het Café Restaurant Royal te Arnhem
  U vraagt mij betreffende overgaven of ik dat nu ook nog gedaan zou hebben. Dit is moeilijk te zeggen. Ik geloof het wel. Ik betwijfel namelijk of ik nog een minuut langer had kunnen vuren, ook met betere wapens. De groote moreele klap was dat de 4de sectie van 2-I-8 R.I. met de stille trom vertrokken was en de bezetting van de frontlijn van Noorden van "Heimerstein" in gesloten formatie met de witte vlag teruggetrokken was. De Kapitein Collette heeft mij ook niet gewaarschuwd. Wij hadden de afspraak gemaakt verbinding met elkaar te zullen houden. Dit is echter niet gebeurd. Ik heb de Kapitein niet krijgsgevangen gezien. De Kapitein Collette ontweek later contact met mij. Later heb ik den Kapitein ontmoet in "Royal" te Arnhem en kreeg toen een fantastisch verhaal te hooren.
  Reserve Kapitein Dales was mijn Compagniecommandant.
  Toen ik afgevoerd werd naar "De Nude" trok er Duitsche artillerie op.

  Ik blijf er bij om Hazewinkel en beide gesneuvelde soldaten voor te dragen. Hazewinkel is onder artillerievuur geweest.

's-Gravenhage, 23 Januari 1947.

G. Londo.
Reserve Kapitein.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.59 MB)