Verklaring van sergeant A.K. v.d. Mark

Sergeant A.K. v.d. MARK, van 2-III-29 R.I., verklaart bij zijn verschijning voor
de Commissie Militaire Onderscheidingen, op 10 Juli 1947:
--------------------------------

  Kapitein SCHLEPER was Compagnies-Commandant.
  Wij waren oorspronkelijk in Appeltern. Hier was Sergeant Capitulant KROSSE instructeur van de hele Compagnie. Ik had het commando van de 4e sectie. Toen de oorlog uitbrak verviel mijn commando en werd ik toegevoegd aan Sergeant KROSSE.
  Wij kwamen in de uitgangsstelling onder dekking van eigen artillerie en onder vijandelijk vuur bij Achterberg in de Grebbelinie.
  Oorspronkelijk had de Compagnie 2 voorsecties en 2 ondersteuningssecties. De 2 voorsecties met Luitenant HARTKAMP zaten in de stellingen voor ons. Toen de 1e actie van de vijand kwam is hij met de hele sectie druppelsgewijs teruggekomen. Wij hebben er eerst nog op geschoten daar wij dachten dat het de vijand was.
  Hierna zijn de 2 voorsecties onder de 2 andere verdeeld.
  Ik was niet in de zelfde stelling als Sergeant KROSSE.
  Wij zagen de vijand op een afstand van plm. 100 Meter aankomen, springend van boom tot boom. Een boerderij plm. 200 Meter van ons af werd door de Duitsers in brand geschoten. Dit beschouwden wij als het teken voor het verleggen van hun artillerie. Even later kwam ook een jachtvliegtuig over en kregen wij artillerievuur op onze stelling.
  De Compagnie ging terug onder invloed van het gevecht. Er verdwenen steeds meer mensen. Toen het gevecht op zijn heetst was heb ik Kapitein SCHLEPER niet meer gezien. Het kan ook zijn dat hij op een andere plaats was. Wij bleven met plm. 10 man over waaronder Sergeant HUISMAN van de 2e sectie, en Sergeant KROSSE. Wij zijn nog plm. 3 uur in de stelling gebleven. Ik heb zeker 4 mitrailleurs in de stelling gezien. Ik heb ook nog geschoten met een mitrailleur. THEO PAS lag boven op de stelling.
  Naderhand heb ik gehoord dat Sergeant KROSSE van Kapitein SCHLEPER, ik meen in Jutphaas, een goedkeuring heeft gehad omdat wij zo lang mogelijk stand hebben gehouden en zodoende de terugtocht mogelijk hebben gemaakt van de Compagnie.
  Op een gegeven moment kwamen 5 of 6 bommenwerpers boven ons die bommen wierpen en werden wij verplicht ons te dekken. De vijand was zo dicht bij, plm. 25 Meter van ons af, dat wij ons niet meer konden vertonen, waarna wij op last van Sergeant KROSSE terugtrokken, sprongsgewijze van sloot tot sloot. Er zijn 2 mitrailleurs mee teruggenomen, de 2 andere zijn achtergebleven. Deze waren defect. Op de terugtoch vonden wij in een greppel Sergeant PRIJS, die gewond was. Ik heb hem met 3 man naar een hulpverbandplaats gebracht. Hij had een been verloren en was nog ergens anders gewond meen ik. Ik heb later gehoord dat hij als krijgsgevangene naar Emmerik in Duitschland is gebracht. De anderen kwamen onderweg nog officieren tegen. Zij kregen opdacht een stelling in te nemen plm. 500 Meter van de uitgangsstelling af.
  Betreffende soldaat v.d.BROEK: ik weet dat hij met de mitrailleur heeft geschoten.
  van KAMPEN: Deze was helper van v.d. Broek, en losten elkaar af.
  Soldaat CRAUWEL: Van hem weet ik niets.
  Soldaat van KLEEF: weet ik niets van te zeggen.
  Soldaat ONKLEER: weet ik ook niets van te zeggen.
  Betreffende Sergeant KROSSE.: Hij is een man geweest waar wij veel aan hebben gehad. Hij was een voorbeeld voor de troep. Hij was ontzettend kalm en had ook de gewoonte om zelf achter de mitrailleur te kruipen. Degenen die achterbleven heeft hij gestimuleerd om vol te houden.

's-GRAVENHAGE, 10 Juli 1947.

A.K. v.d. Mark.

Opgen.:J.v.d.B.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.52 MB)