Verslag van kapitein K.F. Puffius

V E R S L A G .
-----------------------------------


16 Mei 1940.

  Om 2.00 uur opdracht ontvangen van den Chef Staf IV Divisie om, in samenwerking met Commandant 4e Compagnie Pioniers (Kapitein Van Walsem) aan de burgemeesters van Gemeenten, waar door de IV Divisie landmijnen waren gelegd, de plaatsen aan te geven waar deze mijnen zich vermoedelijk nog bevinden. Een Duitsch officier zou zich daaromtrent met burgemeesters hebben verstaan.
  Zeer veel Duitsche troepen op den weg Zeist - Utrecht, gaande in Westelijke richting. Voornamelijk voertuigen met paardentractie en wielrijders.
  Aan den burgemeester van Leersum gevraagd waar zich de burgemeester van Rhenen zou kunnen bevinden.
  Hoewel de burgemeester van Leersum hiervan niet op de hoogte was, verwees hij mij naar het woonhuis van den burgemeester van Rhenen. Deze bevond zich daar, maar wist niets af van een opdracht om bedoelde plaatsen over te geven aan een Duitsch officier.
  Van Rhenen vertrokken naar Wageningen. De kom van het dorp Rhenen is verwoest. Viaduct en middelste boog van de spoorbrug eveneens. Bij de Grebbe nog lijken van gesneuvelde manschappen en van zeer veel vee. De stelling der voorposten zijn ernstig beschadigd door artillerievuur, voor zoover dit vanaf den Rijksweg bekeken kon worden.
  Bij den ingang van Wageningen hulppolitie en rijksveldwachter. Deze dienst functioneerde zeer goed. Door één der hulpagenten geleid naar den waarnemend burgemeester van Wageningen, een heer Wilhelmy van Hasselt. Deze vertelde mij o.a. dat hij met Mevrouw en de kinderen tot Vrijdagavond in Wageningen was gebleven en toen tijdelijk intrek had genomen in Nol in 't Bosch. Aldaar kwamen op Zaterdag veel Duitschers. Deze kwamen zeer gedesillusioneerd terug, daar een aanval op de Grebbeberg was afgeslagen met zeer veel verliezen. De Duitschers hebben toen gewacht tot zwaarder geschut aangevoerd was en in stelling was gebracht o.a. bij Nol in 't Bosch.
  Vergezeld van den burgemeester zijn we gegaan naar Hotel de Wageningsche Berg, alwaar zich bevond het veldcommando Gelderland van het Duitsche leger. Door officier van dienst zeer correct ontvangen. Aan dezen officier een kaart overreikt met opgave van de plaatsen waar de mijnen moesten liggen. Na een korte bespreking uitgeleide gedaan door den officier van dienst en vertrokken naar Ysselstein. Op den weg naar Utrecht een groote colonne o.a. met artillerie, gaande in Oostelijke richting. Het viel hierbij op dat enkele hollandsche legerauto's en ook eenige pag.-trekkers aanwezig waren.

De Kapitein,
(w.g.) K.F. Puffius.

Voor eensluidend afschrift,
de Kapitein,
M.R.H. Calmeijer.
18 - 12 - 1940.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.72 MB)